Sir Moses Montefiore: The Dutch Connection

Montefiore als legendarische figuur

Moses Montefiore (1784-1885) was de beroemdste Engelse Jood in de negentiende eeuw. Hij was bankier en filantroop en wijdde zijn leven aan het verlichten van het lot van de Joden in de hele wereld.

Zo reisde hij naar de Sultan van het Ottomaanse Rijk, naar de Paus in Rome, naar Rusland, waar hij de Tsaar twee keer heeft ontmoet, naar Egypte, Marocco en Roemenië. Hij bezocht Palestina maar liefst zeven maal, zelfs toen hij al hoogbejaard was. Hij heeft daar significant bijgedragen tot het ontwikkelen van de oude jisjoev tot een selfsupporting gemeenschap. Deze missies maakten hem tot een legendarische figuur. Hij werd, aldus Gans, “overal zo vereerd dat tientallen jaren na zijn dood in de gehele wereld zijn portret nog in vele huiskamers van Joden, ook in Amsterdam, hing.”

Via Amsterdam naar Londen

De familie Montefiore was een Sefardisch-Italiaanse familie. Zij vestigden zich in 1740 vanuit Livorno in Londen. Hoewel Moses’ ouders in Londen woonden, bevonden ze zich in 1784 in Livorno en werd hij daar geboren. Zijn moeder, Rachel Mocatta (de oorspronkelijke naam was Lambroso de Mattos Mocatta), stamde van een familie van Marranen. Moses Mocatta had zich vanuit Spanje in Amsterdam gevestigd, emigreerde in 1670 naar Engeland en richtte een jaar later Mocatta & Goldsmid op, een makelaarsfirma van edelmetaal met wereldwijde merknamen op de goud- en zilvermarkten.

Deze succesvolle firma heeft driehonderd jaar bestaan. In datzelfde jaar stond Moses Mocatta geregistreerd als lid van de Londense Bevis Marks synagoge, Engelands oudste sjoel. Zijn zoon Abraham was de grootvader van Montefiore.

Hollandse vader Montefiore’s echtgenote

Moses Montefiore was getrouwd met Judith, dochter van de in Amersfoort geboren Levi Barent Cohen (1740-1808). Levi emigreerde als jongeman naar Engeland en stond al gauw bekend als een van de toonaangevende bankiers van Londen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij erin slaagde om zijn dochter Judith aan Montefiore uit te huwelijken en zijn dochter Hannah aan Nathan Mayer Rothschild, telg van de beroemde familie Rothschild. Nathan legde de basis voor de Engelse tak van het Rothschildconcern.

Levi Barent Cohen was een neef van Benjamin Cohen, die tabaksplantages bezat in Nederland en vooral bekend is geworden doordat hij in 1787 zijn huis in Amersfoort openstelde voor stadhouder Willem V, toen deze op de vlucht was voor de anti-orangisten.

De Damascusaffaire

In het jaar 1840 waren de Joodse gemeenschappen in grote beroering toen bekend werd dat meerdere Joodse Damascenen (red.: uit Damascus afkomstig) werden beschuldigd van een rituele moord op een rooms-katholieke monnik en zijn mohammedaanse bediende. Na hevige martelingen bekenden meerdere Joden de rituele moord. Het betrof hier een bloedsprookje, volgens welke de Joden christenbloed gebruikt zouden hebben voor het bakken van matzes.

Besloten werd om een commissie van prominente Joden naar de regio te sturen om te interveniëren. De commissie stond onder leiding van Adolphe Cremieux en Moses Montefiore. Het bestuur van de Joodse gemeenschap in Nederland, de zogenaamde Hoofdcommissie, werd ook benaderd met het verzoek om medewerking. Maar helaas: de Hoofdcommissie liet het afweten. Wallet geeft een mogelijke verklaring voor deze zwakke houding: 

  • “Het lijkt erop dat de Hoofdcommissie deze zaak aanwendde om het gouvernement te tonen hoezeer zij Nederlands-nationaal dacht en zich derhalve niet inliet met internationale joodse initiatieven, die wellicht de verdenking in het leven zouden kunnen roepen dat de Nederlands-joodse gemeenschap meer waarde hechtte aan de internationale joodse solidariteit dan aan de Nederlandse nationaliteit.”

Affaire Mortara: Nieuwe solidariteit

In 1858 was de Joodse wereld opnieuw in rep en roer: in Bologna was de zevenjarige Edgardo Mortara door pauselijke politieagenten ontvoerd uit zijn ouderlijk huis. Deze kwestie was maandenlang voorpaginanieuws in de internationale pers. Ook nu was het Montefiore die naar Rome reisde om de paus te overreden om het jongetje aan zijn ouders terug te geven, maar zijn bezoek bleef zonder resultaat.

Dit keer vond de Nederlands-Joodse gemeenschap aansluiting bij de andere West-Europese Joodse gemeenschappen: de Hoofdcommissie sloot zich nu wel aan bij de internationale-Joodse coalitie. Wallet zag de oorzaak van deze omslag “in de positieve betrokkenheid van de geaccultureerde Joodse elite bij minderbedeelde Joodse gemeenschappen elders in de wereld.”

Rotterdamse Vereeniging

In 1883 werd een organisatie opgericht, typerend voor Rotterdam als havenstad en stad van landverhuizers: het Montefiore-fonds. Het verschafte aan vele duizenden Joden die na de pogroms in Rusland via Rotterdam op doortocht waren naar vooral de Verenigde Staten, onderdak, voedsel en kleding. De passanten verbleven gemiddeld vier dagen in Rotterdam.

Bronnen
Mozes H. Gans: Memorboek, platenatlas van het leven der Joden van de middeleeuwen tot 1940, Baarn, Bosch & Keuning, 1971. 
Albert Hyamson, The Sephardim of England,1925.
Bart Wallet: Nieuwe Nederlanders. De integratie van de Joden in Nederland 1814-1851, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 2007.
Jaap Colthof: Bernhard Lobel Ritter, De zeer geleerde maar omstreden opperrabbijn van Rotterdam (1855-1935), in Rotterdams Jaarboekje, Stadsarchief Rotterdam, 2023.

Over Jaap Colthof 15 Artikelen
Dr. Jaap Colthof, geboren in Den Haag, woont sinds 1979 in Jeruzalem. De laatste jaren doet hij historisch onderzoek naar de geschiedenis van het Nederlandse Jodendom in de 19de en begin 20ste eeuw. Hij publiceerde een boek met markante verhalen uit Joods Amsterdam rond 1800 en een biografie over de Amsterdamse opperrabbijn Jozef Zvi Dunner. Verder publiceerde hij artikelen in het Nederlands, Hebreeuws en Engels, onder andere over de Rotterdamse opperrabbijn Bernhard Loebel Ritter.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*