De tachtigste herdenking van de Tweede Oorlog en de bezettingstijd is diverser dan ooit.
Tal van persoonlijke familiegeschiedenissen en overzichtsstudies zijn in de loop van dit jaar uitgekomen. Het lijkt net alsof de boomer generatie en hun kinderen afstand nemen van hun (groot)ouders die in de familiekring ‘er nooit over hebben gepraat’.
Tussen de nieuwe literatuur vind ik ook werken die hardnekkige misverstanden willen ontkrachten. Daaronder Ben Brabers Omdat ik geen lam voor de wolven wil zijn. Al sinds het begin van de jaren tachtig heeft Braber zich in dit onderwerp vastgebeten.
Het is nu nog nauwelijks voor te stellen, maar in de eerste jaren na de oorlog komen Joden in de nationale herdenking nauwelijks voor. Er is aandacht voor militairen, verzetslieden, gewone burgers, maar de grootste groep van oorlogsslachtoffers, van de Holocaust, is niet in beeld. Laat staan dat ze een plek kregen in ‘het verzet’. Integendeel, er was een beeld dat ze zich als makke lammeren naar de slachtbank hadden laten leiden. In de titel van Brabers jongste boek wordt die opvatting weerspiegeld.
Aandeel Joden in verzet naar verhouding groot
Na meer dan veertig jaar studie schat Braber het aantal Joodse verzetsmensen tussen de 1500-2500. Preciezer kan hij het niet maken. Maar het is – stelt hij vast – naar verhouding wel een groter aantal dan van het hele verzet op de totale bevolking.
Braber: “Is het erg dat het precieze aantal niet bekend is? Ik meen van niet. Cijfers zijn belangrijk. Maar om meer kennis te verwerven over het leven tijdens de bezetting en Joods verzet beter te begrijpen kunnen we ook kijken naar persoonlijke omstandigheden en karakteristieken ken van Joodse verzetsmensen.” En dat is wat Braber in dit boek doet.
Eerder in De Vrijdagavond besteedde ik aandacht aan het hoofdstuk over de Februaristaking van 25 februari 1941. Braber gaat uitgebreid in op hoofdrolspelers als Lard Zilverberg die met zijn knokploeg vanaf het begin van de bezetting tegen anti-Joodse pesterijen vocht en Rosa Boekdrukker, die binnen de al snel illegaal verklaarde CPN meewerkte aan de voorbereiding van verzetsactiviteiten. Maar verzet van Joden is al eerder ontstaan en heeft zich breder ontwikkeld.
Joodse vluchtelingen uit Duitsland
In de jaren dertig, na de nationaalsocialistische machtsovername in Duitsland, zijn veel Joden naar Nederland gevlucht. Een aantal bleef contact met elkaar houden. Onder hen de communiste Alice Heymann-David (Dortmund, 1909 – Düsseldorf, 1996) in 1936 naar Nederland gevlucht.
Zij kreeg werk in het Tehuis Oosteinde waar vluchtelingen elkaar ontmoetten voor culturele activiteiten. Na de Duitse inval in mei 1940 zette zij dit werk voort. Ze legde contact met medestanders voor nieuwe schuilplaatsen voor politieke vluchtelingen naar wie de Duitse politie vermoedelijk op zoek was. Zo ontstond er een verzetsgroep, een netwerk van mensen die een ideologie deelden of gewoon andere mensen in nood wilden helpen.
George Maduro
Andere Joden gingen direct na de inval van de Duitsers in verzet, zoals de militair George Maduro (Willemstad, Curaçao, 1916 – Dachau, 1945) – naamgever van Madurodam – of naar aanleiding van oproepen voor tewerkstelling in Duitsland.
In wezen was iedere anti-Joodse maatregel voor weer nieuwe mensen aanleiding in verzet te gaan, zoals de invoering van de Jodenster. Al die verschillende aanleidingen en motieven maken het moeilijk om Joods verzet in algemene zin te karakteriseren.
Sera Anstadt
Braber belicht niet alleen de positieve en dappere kanten van het verzet. Hij stipt ook die aspecten aan van gesloten werkgemeenschappen als ‘angstcultuur’ en ‘grensoverschrijdend gedrag’, die tegenwoordig veel aandacht krijgen. Hij illustreert dat aan de hand van de ervaringen van Sera Anstadt (1923-2008). Zij werd onder druk gezet haar onderduikadres af te staan aan een mannelijk lid van de verzetsgroep. Later onderging zij bij een ontsnappingspoging uit een transport ‘ongewenste intimiteiten’ van een andere verzetsman. In haar boek Een eigen plek (1984) maakte ze daarvan melding.
De Tweede Wereldoorlog is nog lang niet af. De mensen die oorlog en bezetting persoonlijk ondervonden nemen weliswaar in aantal af, maar steeds meer bronnen worden toegankelijk.
Nog even en ook het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) wordt digitaal vrijgegeven. Dat geeft velen de kans kennis te nemen van wat de oorlogsgeneratie heeft ervaren. Zij zullen daar in woord, geschrift, beeld en via podcast ook in geluid verslag van doen.
Komende generaties
Waarmee het beeld van oorlog en bezetting nog diverser wordt. Komende generaties zullen volop antwoord kunnen krijgen – for better or for worse – op vragen die bij hen leven.
Ben Braber, Omdat ik geen lam voor de wolven wil zijn
Joods verzet in Nederland in de Tweede Wereldoorlog, Uitgeverij Balans, Amsterdam 2025, ISBN 9789463824019 (paperback) 9789463824385 (Ebook), 184 p. € 21,99
cover: Pamflet met oproep Februaristakimg, 1941
Geef als eerste een reactie