Navigeren tussen Sjoa-herdenking en pro-Palestijns tentenkamp 

De Vrijdagavond vroeg dr. Machiel Keestra (Central Diversity Officer van de Universiteit van Amsterdam en filosoof) om zijn ervaringen in deze zeer rumoerige week te beschrijven en de dilemma’s waar de universiteit voor staat inzichtelijk te maken.


De afgelopen week was waarschijnlijk voor veel lezers van De Vrijdagavond een moeilijke week. De Nationale Dodenherdenking ging gepaard met vele veiligheidsmaatregelen door de oplopende maatschappelijke spanningen en polarisatie vanwege de oorlog tussen Israël en Hamas. 

Hetzelfde gold voor de internationale herdenking van de Sjoah in de Hollandse Schouwburg op maandag 6 mei waar verschillende sprekers, inclusief burgemeester van Amsterdam Femke Halsema, ook verwezen naar die oorlog en het daarna toegenomen antisemitisme in ons land.

Mijn deelname aan die Jom Hasjoa herdenking was extra beladen. 

Dat kwam deels doordat ik er dit keer zonder mijn oom Rob was die als weeskind de onderduik overleefde en zeker de periode voor zijn dood veel bezig was met de oorlog. Daarnaast vormde die herdenking een soort onderbreking van mijn bezoek aan en allerlei gesprekken bij het tentenkamp dat diezelfde dag door demonstrerende studenten en staf opgericht werd op het nabijgelegen Roeterseilandcomplex van de Universiteit van Amsterdam. 

Tentenkamp op Roeterseiland

Bij de UvA werk ik niet alleen als filosoof op de bètafaculteit, maar ik ben er ook benoemd als Central Diversity Officer waarbij ik mij inzet voor een universiteit waar een diversiteit aan studenten en medewerkers op een volwaardige manier kunnen studeren en werken. Vanwege deze functie bezocht ik dat tentenkamp op het Roeterseiland.

Immers, na de afschuwelijke aanval van Hamas en de daaropvolgende destructieve oorlogshandelingen van Israël hebben er op hoger onderwijsinstellingen wereldwijd veel demonstraties, petities en andere vormen van activisme plaatsgevonden. Aanvankelijk behoorden daarbij ook verklaringen van solidariteit met Israël en met de slachtoffers van Hamas, maar met het verloop van de oorlog en het toenemend aantal Palestijnse slachtoffers veranderde de boodschap. 

Oproep aan College van Bestuur

Steeds vaker behelsde die ook bij de UvA een oproep aan ons College van Bestuur (CvB) om een duidelijk standpunt in te nemen tegen Israël en de mensenrechtenschendingen waarvan het beschuldigd is. Het CvB heeft die eis steeds afgewezen onder verwijzing naar het belang van de academische vrijheid van individuele studenten en medewerkers: om hen optimale vrijheid in de eigen visie en positie te gunnen is het nodig dat de instelling als zodanig juist geen positie inneemt in dit geopolitieke conflict, is daarbij de boodschap. 

Deze opstelling werd en wordt veelal heftig bekritiseerd omdat hij op gespannen voet staat met de onomwonden veroordeling van Poetins inval in Oekraïne en de zichtbare solidariteitsverklaringen met dat land, onder andere in de vele tweekleurige posters op het Maagdenhuis en andere universiteitsgebouwen. Het CvB heeft die inconsistentie erkend, is enigszins teruggekomen op eerdere verklaringen, maar blijft dus bij de weigering om nu een positie in te nemen.

Als CDO (red.: diversiteitsfunctionaris) werd ook mij destijds en nu van verschillende kanten gevraagd om mijn standpunt kenbaar te maken. In beide gevallen heb ik echter consistent betoogd dat mijn taak primair onze universitaire gemeenschap geldt en niet strijdende partijen elders.

Vandaar dat ik door middel van persoonlijke dialoog- en voorlichtingsbijeenkomsten me heb ingezet voor de respectvolle en veilige omgang met elkaar, ongeacht de verschillen in perspectief in die gemeenschap. 

Daarnaast merkte ik op dat er in onze universiteitsgemeenschap van zo’n 50.000 personen altijd wel mensen betrokken zijn bij een van de strijdende partijen, waardoor ik dus een deel van hen van me zou vervreemden indien ik mij als CDO affilieer met de ene of andere partij. Bovendien is het misschien voor een individu acceptabel om zich uitsluitend actief in te zetten voor Palestina, Extinction Rebellion of nog een andere kwestie, maar een instituut zoals een universiteit moet ervoor waken om de schijn van willekeurig engagement op zich te laden.

Inhoud teksten op spandoeken

Mijn aandacht ging tijdens het bezoek aan het geïmproviseerde tentenkamp vooral uit naar de inhoud van de protesten en de teksten op de spandoeken. Immers, sinds het begin van de oorlog in Gaza zijn er allerlei teksten in onze universiteitsgebouwen getoond of gescandeerd die voor mensen met een Joodse en/of Israëlische achtergrond niet alleen confronterend zijn maar soms ook onveilig. 

Teksten waarin Israël niet alleen opgeroepen wordt tot een staakt-het-vuren, maar ook wordt beschuldigd van genocide en kolonialisme. 

Teksten die soms als antisemitisch opgevat kunnen worden, zoals de gelijkstelling van zionisme met racisme of genocide. Dit is echter sinds enkele weken duidelijk aan het verschuiven. Doordat duidelijker gecommuniceerd is dat de universiteit zichzelf niet als een arena op wil stellen voor een geopolitiek conflict zijn de oproepen zich meer gaan richten op het bestuur en beleid van de universiteit zelf.

Openbaarmaking banden met Israelische instituten en bedrijven

De eisen die afgelopen maandag aan het CvB werden gesteld zijn kunnen dat illustreren. Zo wordt geen geopolitieke opstelling meer geëist, maar wordt gevraagd om openbaarmaking van de banden met Israelische instituten en bedrijven die zouden profiteren van ‘genocide, apartheid en de exploitatie van Palestijnen en hun land’, om de banden daarmee te verbreken en om in het algemeen contracten en investeringen met zulke instellingen stop te zetten. 

Als wetenschapsfilosoof die steeds ook aandacht aan wetenschapsethiek besteed, kan ik dergelijke eisen waarderen. Immers, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs vinden altijd plaats in een maatschappelijke context: maatschappelijke belangen, politieke krachten en ethische normen bepalen mede waaraan aandacht geschonken wordt en hoe kennis wordt toegepast.

De wetenschapsethiek heeft zich juist sterk ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog en de veroordeling van misdadige pseudowetenschap zoals die door de nazi’s werd beoefend. Sindsdien wordt van wetenschappers verwacht dat zij zich actief vergewissen van de mogelijke toepassingen van hun kennis en allerlei voorzorgsmaatregelen nemen tegen mogelijk misbruik ervan. 

Publicatie samenwerkingen met Israelische organisaties

Natuurlijk is het niet altijd mogelijk om te voorspellen wat het ‘dual use’ (red.: dubbel gebruik) van een ontdekking zal zijn of die ook toegepast kan worden bij bijvoorbeeld oorlogsmisdaden, vernietiging van de natuur of de grootschalige surveillance van onschuldige burgers. Desalniettemin kan wel een minimale inspanning van wetenschappers gevraagd worden om dit te voorkomen, door bijvoorbeeld niet samen te werken met organisaties die zich hieraan schuldig maken. 

Dat het CvB nu informatie over onze samenwerkingen met Israelische organisaties heeft gepubliceerd lijkt me dan ook nuttig. Daarbij is mijn advies aan het CvB al eerder geweest om hierover een dialoog te voeren met de demonstranten en daarbij duidelijk te maken dat zo’n onderzoek verbreed dient te worden. Idealiter zou het een beoordelingskader moeten opleveren dat relevant is voor onze mogelijke betrokkenheid bij de vele conflicten wereldwijd.

Gegeven deze ontwikkeling was ik dus niet echt verrast dat de teksten die ik las en hoorde tijdens mijn bezoeken tot ’s avonds een uur of tien zich met name richtten op de UvA en haar banden. Er was weliswaar ook een banner gericht op de EU en er hing een met bloedrode handafdrukken besmeurde Israelische vlag, maar geen spandoeken die volgens mij – of andere Joodse medewerkers met wie ik sprak – antisemitisch waren.

Confronterend en onaangenaam, maar niet onaanvaardbaar.

Zeker, om die vlag met Davidster zo in deze context te zien is confronterend en onaangenaam, maar dat maakt het nog niet onaanvaardbaar. Hetzelfde geldt voor de demonstranten met keffiyeh (Palestijnse sjaal) en mondkapjes: omdat demonstrerende studenten eerder sancties opgelegd kregen proberen ze nu hun identiteit te verbergen, ook al is dat tegen de huisregels van de UvA. Zo botsen twee werelden op elkaar en levert dat voor betrokken Joodse en/of Israëlische studenten of medewerkers soms onprettige situaties op. 

Demonstrerende studenten en medewerkers vertelden mij dat zij dit beseffen en daarmee zo veel mogelijk rekening proberen te houden en alert te zijn op antisemitische leuzen.

Krachtmeting met pro-Israëlische demonstranten

Lang na mijn vertrek is ’s nachts het tentenkamp uiteindelijk met inzet van ME en shovels ontruimd. Mede vanwege de massieve barricades die opgezet waren, maar ook door een korte, maar heftige krachtmeting tussen een aantal pro-Israëlische demonstranten die ‘s nachts het tentenkamp waren binnengelaten en daar met een vlag en brandende fakkels voor enige paniek zorgden, waarna ze met enig geweld het kamp weer uitgedreven werden. 

Spijtig genoeg vond het universiteitsbestuur en de hoofdstedelijke driehoek toen dat het niet langer verantwoord was om het kamp met rust te laten.

Spanningen zullen voortduren

Zolang als de oorlog daar duurt zullen de spanningen op onze campus helaas voortduren en zullen wij met een Joodse en/of Israëlische achtergrond deze ongemakkelijke situatie moeten doorstaan, ben ik bang. Het alternatief, een volledige repressie van dit soort universiteits-kritische demonstraties zou mijns inziens echter nog onwenselijker zijn en niet passen bij de rol van de universiteit als intellectuele vrijplaats. 

Mijn hoop: constructieve dialoog over de relatie tussen wetenschap en mensenrechten.

Mijn hoop en verwachting is nog steeds dat wij als universitaire gemeenschap in staat zijn om met elkaar een constructieve dialoog te voeren over de relatie tussen wetenschap en mensenrechten.

Maar na de escalaties van de afgelopen dagen, waarbij bezettingen en demonstraties met harde hand zijn beëindigd, zal eerst het beschadigde onderlinge vertrouwen hersteld moeten worden. 


Zie ook het artikel van Machiel Keestra over de eerste chanoekaviering op de Universiteit van Amsterdam: Ruimte en licht voor verschillende identiteiten.


cover: Roeterseilandcomplex, foto courtesy Universiteit van Amsterdam

3 Comments

  1. … en niet passen bij de rol van de universiteit als intellectuele vrijplaats.
    Mijn (minderheids)mening is, al jaren: Deze filosoof-coordinator en anderen, vooral sinds de studenten protesten 1968 e.v., vertroebelen de grenzen. Universiteiten en andere onderwijsinstellingen zijn m.i. om daar te studeren, onderzoek te doen en DAAROVER te communiceren met de mond of met de vingers op het toestenbord.
    Alle andere vrije meninsguitingen – gerust door dezelfde mensen – maar BUITEN het terrein van de universeiten. Houd het zuiver en het zal studie en wetenschappelijk onderzoek ten goede komen.

    Als er naar eventueel verkeerd gebruik van ontdekkingen etc. wordt gekeken dan moet je naar allerlei landen kijken, ook de VS waar vast ook veel nieuwigheden (mede) voor militaire doeleinden gebruikt worden.
    Een sprekend voorbeeld van “de goede kant op” is de GPS, ontwikkeld voor militaire doeleinden en nu in algemeen gebruik in Tomtom, Waze enz.

    • Zoals ik (MK) in bovenstaand artikel al schreef wordt steeds meer erkend dat die grenzen tussen wetenschap en politiek op zijn minste poreus zijn. Denk bijv. aan de politieke keuzes m.b.t. inrichting van het onderwijs, het subsidieren van onderzoek, het toegankelijk maken van wetenschappelijke publicaties, enzovoorts. Bovendien blijkt het wetenschapsbedrijf gevoelig voor maatschappelijke krachten of vooroordelen, die pas bestreden kunnen worden als ze expliciet gemaakt worden. Bekend voorbeeld hiervan is hoezeer geneeskundeonderzoek en -praktijk tot voor kort vrijwel geen aandacht had voor ‘vrouwenproblemen’, vrouwelijke proefpersonen vrijwel steeds uitsloot van onderzoek, vrouwen onderbehandeld werden en worden, enzovoorts. Feministische wetenschapskritiek heeft dit op de agenda gezet en daarmee de wetenschap in brede zin een kritische dienst bewezen. Dit laat onverlet dat wij onze studenten nog steeds het onderscheid tussen wetenschappelijke kennis en meningen moeten onderwijzen, maar ook de vele -soms productieve- interacties daartussen.

  2. Het is tegen de huisregels van de UvA om het gezicht te bedekken, maar als de pro Pal. demonstranten dat toch doen uit angst om herkend te worden – wel, dan is dat aanvaardbaar. Dit getuigt van schijnheiligheid. De UvA besluit dus wanneer de huisregels wel of niet aanvaardbaar zijn. Ik las dat de rector (in het Engels!) een gesprek hield met bedekte gezichten, terwijl hij geen idee had met wie hij aan tafel zat. Te zot voor woorden!

    Ik vond het artikel zelf interessant, maar als ex-Amsterdamse (durf ik Mokumse te zeggen?) doet het pijn te zien wat er gebeurd is en gebeurt (vandalisme, grafitti, de waardering voor hamas, etc.). Die demonstranten (althans een deel van hen) vormen de aanstaande wetenschappers? Maar dan natuurlijk zonder enige samenwerking met de alom gewaardeerde Israelische universiteiten en natuurlijk zullen ze alles wat in Israel ooit is ontwikkeld en ontdekt boycotten. Oy wee, wat wordt dat voor een wetenschap?

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*