De vorige keer dat ik over parasja Naso mocht schrijven in 2023 schreef ik over de nazir.
De nazir is een persoon die zichzelf een gelofte oplegt om onder andere geen wijn te drinken en extra voorzichtig te zijn met onreine zaken. De bekendste nazir uit onze traditie is ongetwijfeld Samson. Samson was de laatste sjofeet uit het boek Sjofetiem (Richteren).*
Wat is een sjofeet?
De term sjofeet vertalen we doorgaans als rechter en in Modern Hebreeuws is dat ook de betekenis van het woord. De Joden in de tijd van de Samson hadden echter nog niet van de Trias Politica gehoord. De sjofeet was dat ook een leider in de breedste zin van het woord. De sjofeet was de legeraanvoerder, bestuurde het land en sprak ook recht.
Laten we bijvoorbeeld een uitstapje maken naar de parasja Sjofetiem die we meestal begin september lezen. Deze begint met de woorden (Dewariem 16:18-19):
שֹׁפְטִ֣ים וְשֹֽׁטְרִ֗ים תִּֽתֶּן־לְךָ֙ בְּכׇל־שְׁעָרֶ֔יךָ אֲשֶׁ֨ר הֹ’ אֱלֹקֶיךָ נֹתֵ֥ן לְךָ֖ לִשְׁבָטֶ֑יךָ וְשָׁפְט֥וּ אֶת־הָעָ֖ם מִשְׁפַּט־צֶֽדֶק׃
לֹא־תַטֶּ֣ה מִשְׁפָּ֔ט לֹ֥א תַכִּ֖יר פָּנִ֑ים וְלֹא־תִקַּ֣ח שֹׁ֔חַד כִּ֣י הַשֹּׁ֗חַד יְעַוֵּר֙ עֵינֵ֣י חֲכָמִ֔ים וִֽיסַלֵּ֖ף דִּבְרֵ֥י צַדִּיקִֽם׃
Rechters en uitvoerders zul je aanstellen in alle steden die G’d je geeft om in te wonen en ze zullen het over het volk rechtvaardig rechtspreken. Verbuig niet het recht en begunstig niemand; neem geen steekpenningen aan, want steekpenningen verblinden de ogen van wijzen en verdraaien de woorden van rechtvaardigen.
Dit lijkt specifiek te gaan over rechters. Maar zou het niet over bestuurders in het algemeen gaan?
Bestuurders en uitvoerders zul je aanstellen in alle steden die G’d je geeft om in te wonen en ze zullen het volk rechtvaardig besturen. Verbuig niet de regels en begunstig niemand; neem geen steekpenningen aan want steekpenningen verblinden de ogen van wijzen en verdraaien de woorden van rechtvaardigen.
We zien dit bijvoorbeeld ook bij de Carthagers. Zij kwamen oorspronkelijk uit Libanon (Fenicië) en spraken een Kanaänitische taal die sterk verwant was aan het Hebreeuws. Zij noemden hun bestuurders ook sjofeet.
Verval
In het boek Judges: The Perils of Possession – uit de serie Maggid Studies in Tanakh – beschrijft Michael Hattin hoe de sjofetiem de Joden bestuurden. In Sjofetiem komen 12 sjofetiem voor (13 als je de opstandige zoon van Gideon meetelt).
Er zit een opbouw, of eigenlijk een afbouw in het boek. De eerste vier sjofetiem, waaronder de bekende Deborah, waren leiders die boven elke twijfel verheven stonden. Ze deden wat van hen werd verwacht en er wordt op geen enkele manier afbreuk gedaan aan hun status.
Naarmate de tijd van de sjofetiem vordert, zien we sjofetiem van steeds lager allooi. Gideon twijfelt steeds of hij zijn rol wel aankan en of G’d hem wel zal helpen. Jiftach is de zoon van een prostituee en een bendeleider voordat de inwoners van Gil’ad een beroep op hem doen.
Samson tegen de Filistijnen
Helemaal aan het einde van deze rij komt Samson. Samson is een nazir. Niet omdat hij dat wilde, maar omdat G’d dat voor zijn geboorte had bepaald. Op geen enkel moment in het verhaal zien we Samson als leider. Hij wordt niet door zijn volksgenoten aangesteld als leider. Hij vecht tegen de vijandige Filistijnen, maar doet dat op eigen initiatief en vanuit eigen belang.
Eerst om met een vrouw te mogen trouwen, later om te ontsnappen na een bezoek aan een prostituee. Hij wordt zelfs door de Joden uitgeleverd aan de Filistijnen omdat ze hem maar een lastige onruststoker vonden. De Filistijnen zijn de baas, wat heb je ons aangedaan. (Hier zien we trouwens een echo van de woorden van de Joden in de woestijn als ze klagen bij Moshe omdat ze geen eten en drinken kunnen vinden).
Hattin ziet hierin niet alleen een vermindering van statuur van de leiders. Iedere generatie krijgt de leider die het verdient en dat is ook wat we in het boek Sjofetiem zien. Het boek begint waar het vorige boek Jehosjoea eindigt met de verovering van Kana’an onder de bezielende leiding van Jehosjoea. Maar in Sjofetiem is het iedere stam voor zich. De sjofetiem lijken steeds meer leiding te geven aan een enkele stam. Het gevoel van nationale eenheid is verdwenen.
Ieder voor zich (en G’d voor ons allen?)
Daarmee zijn we terug bij de parasja van deze week. Want de parasja eindigt met een lijst van alle offers die de stamhoofden brachten voor de inwijding van de misjkan, de draagbare tempel. De gebruikelijke les die we hieruit leren is dat iedere stam even belangrijk is. We moeten het niet afdoen als twaalf keer hetzelfde. Elk offer staat op zichzelf.
Wat is dan de boodschap die we kunnen leren uit het bij elkaar brengen van deze twee verhalen? In de gemara (Soekah 27b) stelt Rabbi Eliezer dat elk van de twaalf stammen een sjofeet hebben voortgebracht. Het punt is dan niet dat elke sjofeet alleen voor zijn eigen stam opkwam, maar dat iedere stam een gelijke bijdrage aan de geschiedenis van het joodse volk had. Het is niet twaalf keer hetzelfde. Elke sjofeet staat op zichzelf.
Van verzameling van twaalf stammen naar eenheid
Of is de les wat minder fraai? In de Tora worden vele malen de stammen apart behandeld. Het volk wordt niet gezien als een geheel, maar als een verzameling van twaalf stammen. Onder de leiders Mosje en Jehosjoea lukte het nog om de schijn van eenheid te tonen, maar zodra er zwakkere leiders kwamen, was het al snel gedaan met de eenheid. Pas met de komst van de charismatische Saul, David en Salomon transformeerde het volk definitief in een geheel (of eigenlijk twee gehelen).
Elk volk krijgt de leiders die het verdient. Dat is een gedachte die juist in deze tijd weer te denken zet. Of zoals we wekelijks zeggen in het gebed voor Medinat Israel:
“Stuur uw licht en waarheid naar haar leiders en adviseurs en verhef ze met goede raad van U” .
Dat kunnen we niet vaak genoeg herhalen.
*zie Voeg niet toe, neziroet ofwel een aanklacht tegen fanatisme
cover collage Bloom
Geef als eerste een reactie