Bijna middeleeuws dispuut over apostelen, evangelisten en Israël

gele achtergorn op de voorgrond gevechten met tanks in donkere kleur

Christenen zouden niets moeten zien in de moderne staat Israël. Waarom? Omdat het Nieuwe Testament helemaal niets zegt over (het verlangen naar) een Joodse staat nadat de Romeinen daar rond het jaar 70 een einde aan hadden gemaakt.

Aldus professor Hans van Oort op de presentatie van zijn boek Israël? Wat Jezus, apostelen en evangelieschrijvers werkelijk zeggen. Van Oort stelde dat ook de Joodse volgelingen van Jezus een nieuwe Joodse staat hebben afgewezen.

Het boek lijkt vooral bedoeld voor christelijke lezers. Toch besloot ik poolshoogte te gaan nemen bij de boekpresentatie en was daarmee de enige bekeppelde in het publiek. Niet de enige bekeppelde in de zaal, want in het forum om te reflecteren op Van Oorts boek zat rabbijn Lody van de Kamp. Die hield een vlammend betoog dat Van Oort zich kon aantrekken.

Wederzijdse barbaarsheid?

Van Oort stelde al meteen aan het begin van zijn uiteenzetting dat er sprake is van ‘wederzijdse barbaarsheid’ als het gaat om Hamas en Israël (Het Reformatorisch Dagblad was er ook bij en noteerde die uitspraak van Van Oort ook: RD, 30 september). Maar hé, ‘wederzijdse barbaarsheid’? Alsof Israël dat reageerde op Hamas de intentie heeft Hamas te evenaren in de wellust tot moord, in verkrachting en in de nog steeds voortdurende gijzeling. Een op niets gestoelde parallel, of toch op iets gestoeld, op malicieus denken.

Orthodox geklede Joden

Van Oort vertelde dat hij de bekende karikaturale foto had gezien van orthodox geklede Joden die voor het VN-gebouw in New York demonstreerden tegen zionisme en Israël. “De Joden uit Brooklyn zijn ook tegen,” zei Van Oort in het zaaltje Spui25 van de Universiteit van Amsterdam, in de schaduw van de Lutherse Kerk.

In Brooklyn wonen bijna een half miljoen Joden. De hele demonstratie telde, kijkend naar de foto, hooguit een dozijn mensen. Ze staan er ieder jaar, al decennialang, al voordat Netanyahu premier van Israël was. Deze kleine fringe-groep wordt zelfs in de eigen kring uitgekotst. Kennelijk kan Van Oort de informatie die hij tot zich neemt niet op waarde schatten. Die goedkope verwijzing was illustratief voor zijn hele betoog: plat en populistisch en eigenlijk meer dan dat: malicieus, vol van slechtheid.

Afgewezen

Van Oorts constatering dat de Joodse volgelingen van Jezus een nieuwe Joodse staat afwezen, vormt de kern van zijn boek. Maar die conclusie is minder verrassend dan hij lijkt en vergt ook geen boek.

Het hoeft niemand te verbazen dat de staat Israël – of zelfs maar het verlangen ernaar – niet in het Nieuwe Testament (NT) te vinden is. Het narratief van de schrijvers laat geen ruimte voor hoop op een Joodse staat. Jezus en de apostelen werden door de Joden afgewezen. In hun ‘eerst de Jood’ slaagden zij niet, dus richtten zij zich ook tot ‘de Griek’ (Rom. 1:16). Apostelen trokken er daarom op uit om zieltjes voor het nieuwe geloof te winnen, bijvoorbeeld in Klein-Azië. Niet voor niets is de brief van Paulus aan de Romeinen gericht. Plat gezegd: logisch dat het NT geen woorden wijdt aan een Joodse staat – daar lag voor het nieuwe geloof geen winst.

Strafwaardig

Van Oort noemde bij de boekpresentatie christelijk zionisme niet alleen een “grote en onvergeeflijke fout” maar zelfs “misschien wel een strafwaardige fout”. In zijn boek hield hij zich nog in, maar verbaal was hij wel bereid buiten de lijntjes te kleuren. Afgaand op de felheid en verbetenheid waarmee hij dit bracht, zou men kunnen denken dat hij meer bedoelt dan slechts “strafwaardig” in religieuze zin en is hij bereid niet alleen naar het testament van de discipelen te grijpen.

Hans van Oort
Israël?
Uitgeverij Amsterdam University Press

Ruben Vis:
Van Oort doorbreekt de band met het levende Jodendom

Vervangingstheologie

De Kerkorde van de Protestantse Kerk Nederland (PKN) verplicht tot een onopgeefbare band met het volk Israël. Van Oort zei een aanpassing te bepleiten naar “onopgeefbare verbondenheid met de gelovigen in het eerste testament”, later uitgewerkt in de Joden die in de Messias geloven.

Daarmee doorbreekt hij de band met het levende Jodendom en ontkent hij diezelfde band van het levende Jodendom met de gelovigen in het eerste testament. In zijn reactie signaleerde de onlangs afgetreden PKN-scriba dr. René de Reuver terecht dat de opvattingen van Van Oort gevaarlijk dicht bij vervangingstheologie komen. Vervangingstheologie plaatst het christendom in de plaats van het jodendom. Eerst was er jodendom, nu telt het christendom. Het leidde door de eeuwen heen tot verkettering, vervolging, en gedwongen doop.

Opperrabbijn Tobias Tal

Bijna 150 jaar geleden voelde opperrabbijn Tobias Tal, destijds opperrabbijn van Arnhem, later van Den Haag, zich geroepen het Jodendom te verdedigen tegen een christelijke professor. De naam van zijn opponent: Oort – niet Van Oort, maar veel scheelt het niet. Tal, die opvallend goed thuis was in het Nieuwe Testament, schreef een brochure getiteld: Een blik in Talmud en Evangelie.

Forum

Al in zijn openingszin legde rabbijn Van de Kamp de vinger op de wonde: “De verantwoordelijkheid voor de geschiedenis is hier vanmiddag niet aan de orde geweest.” Lody van de Kamps optreden in het forum na de boekpresentatie deed me denken aan de middeleeuwse disputen waartoe Joodse geleerden werden gedwongen om het Jodendom te verdedigen tegenover een bisschop, monnik of een gedoopte Jood die zijn ‘oude’ geloof wel even zou bestrijden.

Lody van de Kamp: “Draag ik de schellen op de ogen of is dat de christen?”

Vooral toen Van de Kamp Van Oort en zijn waarschijnlijk overwegend christelijke publiek de retorische vraag voorlegde: “Draag ik de schellen op de ogen of is dat de christen?” Een verwijzing naar het Nieuwtestamentische Handelingen van Lucas (9:18).

Van de Kamp ging verder: “Het beeld dat hier vanmiddag en dus in het boek van Van Oort wordt geschetst, wordt vertaald door een christelijke bril. Niet alleen mijn Joodse verleden wordt mij afgenomen, maar ook mijn toekomstverwachtingen.”

Van links naar rechts: Diederik Burgersdijk, universitair docent Oude Geschiedenis en Klassieke Talen, moderator; Dr. Tineke de Lange, beleidsmedewerker Jodendom van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland; Dr. René de Reuver, onlangs afgetreden scriba van de Protestantse Kerk Nederland; Prof. dr. Hans van Oort, emeritus hoogleraar theologie; Rabbijn Lody van de Kamp, emeritus rabbijn. Spui25, 29 september 2025, Foto auteur

Rabbijn Van de Kamp: “De verwachting is dat een Joodse staat wacht op en verlangt naar de herbouw van de tempel in Jeruzalem.”

Waar Van Oort het Oude Testament totaal niet in zijn boek betrekt, terwijl het ook tot de christelijke geloofsleer behoort, zei Van de Kamp: “mijn bronnen zijn de hoofdstukken in Leviticus en Deuteronomium. Er komt een derde tempel in Jeruzalem. Dat is mijn toekomstverwachting.”

Van de Kamp noemde het “mijn toekomst als Jood”. Om af te sluiten met nog één Nieuwtestamentische verwijzing (Romeinen 11:17):

“Wij zijn die oude olijfboom, en nu vertelt het geënte takje de moederboom over hoe wij ons moeten gedragen.”

Bres in de theologie van schuld en vervanging

Het Jodendom koos er niet voor de weg van Jezus en de apostelen te volgen, maar ging standvastig zijn eigen pad door de eeuwen en millennia – en is nog altijd springlevend.

De Joodse staat als fenomeen slaat een bres in de theologie van schuld en van vervanging. Want niet alleen zijn de Joden met hun Joodse geloof niet van de aardbodem verdwenen, ze zijn zelfs teruggekeerd naar soevereiniteit in het Heilige Land, hebben er een Joods karakter aan gegeven dat kon uitgroeien tot een regionale supermacht.

In 1820 schreef de dichter A.C.W. Staring een gedicht over hoe Joden, ondanks eeuwen van vervolging en leed, telkenjare in hun ‘Looverhut’ zitten. ‘Jeruzalem ligt diep verneerd’, schreef Staring. Nu bloeit het land, bruisen Israëls steden Jeruzalem en Tel Aviv.

De werkelijkheid aanschouwen kan lastig zijn, vooral wie de schellen op de ogen draagt.


cover: fragment cover besproken boek Israël?

Over Ruben Vis 46 Artikelen
Ruben Vis in het dagelijks leven alg. secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, meende in de zomer van 2020 dat het goed zou zijn wanneer het Nederlands taalgebied een platform zou krijgen waar serieuze, beschouwende en opiniërende artikelen op worden gepubliceerd met een Joodse inhoud. Hij trof medestanders en hieruit is De Vrijdagavond ontstaan. Ruben deelt op De Vrijdagavond zijn grote kennis van de Joodse wereld, zijn visie op het Joodse leven en de opbrengst van zijn onderzoekingen naar uiteenlopende, vaak historisch-Joodse, onderwerpen.

3 Comments

  1. In de periode dat ik nog voor het NIK werkte in nauwe samenwerking met Ruben Vis, hadden we het met enige regelmaat over het onderwerp Jodenzending en Vervangingsleer-theorie gerelateerd aan het werk.
    Aanleiding daartoe was dat ik als Consul-Beheerder voor de Joodse begraafplaatsen soms geconfronteerd werd met het gedachtegoed van sommigen Christenen als ware het Jodendom afgedaan.
    Hoewel de PKN daar officieel afstand van heeft gedaan, merkte ik in mijn werk af en toe toch, dat deze denkwijze bij sommigen nog springlevend was.
    Meestal nooit manifest, maar onder de oppervlakte.
    Groot voorbeeld was Hoogeveen, waar door de burgemeester in 1940-45 een stuk van de Joodse begraafplaats was afgesnoept t.b.v. verbreding van de rijweg.
    Ook had hij op 16 mei 1940 al een lijst gereed voor de bezetter van zijn Joodse inwoners.
    Burgemeester Tjalma was een groot aanhanger van de vervangingsleer.
    Het terugdraaien ervan ca. vijf jaren terug stuitte op enorm veel onderhuidse weerstand, omdat weliswaar officieel afstand was genomen van het standpunt, maar onderhuids men dit nooit had losgelaten.
    Nu ik inmiddels met pensioen ben, werd ik onlangs gebeld door iemand, die vrijwilligerswerk wilde gaan doen op een locatie van een Joodse begraafplaats ergens in de Bijbelbelt niet ver van mijn huis.
    Al pratende in een prettig gesprek, mede n.a.v. een artikel in het Reformatorisch Dagblad van die dag, bleek dat de vervangingstheorie nog springlevend is.
    Mijn gesprekspartner gaf aan dat hij in Israel bezig is namens het “Deputaatschap voor Israel” een club die zeer actief is in het verspreiden van het “Evangelie” onder Joden (zie hun website) en in Israel.
    Duidelijk gaf ik hem te verstaan, dat wij ons verre houden van Jodenzending en niet in zee gaan met mensen die dit voor ogen hebben.

    De allergie die ik heb voor dit soort denkbeelden en mensen delen RV en ik.

    Het is eveneens een bewijs dat een deel van de christenheid (gelukkig lang niet allen) nog steeds meent het beter te weten dan onze rabbijnen.
    Zij zijn er ook anno 2025 op uit om ons van de Joodse weg af te halen, gelijk Hans van Oort, die zoals wij allen weten geen heil biedt, maar ontsp-oort!

    Sjabbat Sjalom en Soekot Sameach.

    Eduard Huisman

  2. Ik voel me mijn hele leven al een soort of universeel gelovig mens en voel een groot respect naar alle (ziele) richtingen die mensen bewandelen,vanuit gelijkwaardigheid. Mijn vraag gaat over he volgende: Hoe kan het zijn dat de Joodse religie zichzelf het “beloofde volk” noemt, dit kan bij andere volkeren het gevoel oproepen dat zij bóven anderen volkeren en culturen zouden kunnen staan, met andere privileges toch? Is dit alleen iets van de oudheid of is dit nog steeds actueel in het Joodse geloof?

    Met vriendelijke groet,
    Ines Schouten

  3. Het is geen kwestie van privileges, het is eerder een kwestie van verplichtingen die het Joodse volk als geheel en leden van het Joodse volk kennen; dus eerder een zwaarder juk dan een voorsprong, voorrecht of zich boven anderen verheven voelen. Ook verplichtingen om om te zien naar anderen, ongeacht of deze zelf Joods is of dat niet is.
    Het Joodse geloof is niet iets van de oudheid (alleen) maar tot de dag van vandaag springlevend, in allerlei vormen, uitingen en opvattingen, en met aanhangers uit – voor zover je mensen mag classificeren, alle rangen, standen, lagen en kleuren van de wereldbevolking.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*