Izak Graanboom, in 1797 aangesteld als rabbijn van Adat Jesjoeroen, schrapte een aantal toegevoegde teksten op de feestdagen.
Het was een van de liturgische innovaties die Izak Graanboom invoerde. Kan Adat Jesjoeroen hierdoor worden beschouwd als de voorbode van de reformbeweging?
Graanbooms* hervormingen werden door de opperrabbijn en de parnassiem van de Alte Kille beschouwd als indicaties voor het ondergraven van de principes van het Jodendom en om die reden excommuniceerden zij de leden van de Neie Kille.
Zij baseerden zich op het talmoedische principe: minhag jisraeel tora hoe (de gewoontes van het Joodse volk zijn te beschouwen als de Tora).
*zie de eerste twee delen van deze serie over de ‘Neie Kille’ Adat Jesoeroen:
Tweespalt in de Amsterdamse kille
Polemische pamfletten in de Amsterdamse kille, 1797-1798
Meliets Josjer, de pleitbezorger
Ter verdediging van zijn vader publiceerde Graanbooms zoon Israel, twee jaar na zijn vaders overlijden, een pamflet geheten Meliets Josjer (pleitbezorger). Hij wilde aantonen dat de veranderingen die zijn vader invoerde niet wezenlijk waren en de grenzen van de halacha (het Joodse recht) niet hadden overschreden.
Liturgische innovaties
Naast het genoemde inkorten van de sjoeldienst door het schrappen van een aantal toegevoegde teksten op de feestdagen, noemt Israel Graanboom:
- Het verhogen van het decorum van de synagogale diensten door het verbieden van interrupties tijdens de drasja (toespraak) van de rabbijn en het verbod op de openbare verkoop van de erefuncties in de sjoel.
- Het ten gehore brengen van de priesterzegen op sjabbat, een gewoonte die wel bestond bij de Portugese ritus maar bij de Asjkenaziem alleen op feestdagen.
- Het opheffen van de Torarol voorafgaand aan de Toralezing, analoog aan deze gewoonte bij de Portugese Joden.
- De opheffing van het verbod op het eten op Pesach van kitnijot (peulvruchten). Het gaat hier om een verbod dat vanaf de middeleeuwen van kracht is bij de Asjkenziem, maar niet bij de (meeste) Sefardiem, en een amorfe groep van voedingsmiddelen betreft zoals rijst, bonen, erwten, linzen, mais, pinda’s en hummus.
Het verbod op kitnijot was ingesteld om verwarring met chameets te voorkomen. Omdat het hier niet gaat om een bijbels verbod, hebben de rabbijnen in tijden van nood menigmaal het eten van kitnijot op Pesach toegestaan.
Als voorbeeld noem ik het gebeuren rond de Pesachviering in maart/april 1945 toen er wegens ernstige voedseltekorten rabbinale toestemming werd verleend om dat jaar op Pesach rijst te eten aan hen die zich in de reeds bevrijde zuidelijke provincies van Nederland bevonden.
Jozeph Michmans analyse van Meliets Josjer
Na een grondige analyse van Meliets Josjer kwam de Nederlands-Israelische historicus Jozeph Michman (1914-2009) tot de eenduidige conclusie, dat de mineure veranderingen in het gebed die Izak Graanboom had ingesteld, niet het resultaat waren van een tendens tot religieuze hervormingen, maar in hoofdzaak tot doel hadden het decorum van de synagogale diensten op een hoger plan te brengen en zodoende een einde te maken aan de kakafonie die tot die tijd de sjoeldiensten domineerde.
Daarom raakte de uitdrukking ‘het lijkt hier wel een Jodenkerk’ in Nederland ingeburgerd. De leden van Adat Jesjoeroen wilden een meer westers gedragspatroon in de sjoels implementeren en voelden zich aangetrokken tot de plechtstatige sfeer die de Portugese synagoge karakteriseerde.
Dit verklaart waarom rabbijn Graanboom vele aspecten van de liturgie van deze gemeenschap overnam. Ook wat betreft het besluit tot opheffing van het kitnijot-verbod op Pesach is Michman van mening dat Graanboom niet buiten de grenzen van de halacha trad, maar trouw bleef aan het traditionele, religieuze karakter van Adat Jesjoeroen. Immers, volgens de gebruiken van de Portugese gemeenschap zijn kitnijot op Pesach voor consumptie toegestaan.
Irene Zwiep, professor in Hebreeuwse en Joodse studies aan de Uva, deelt Michmans conclusie: “Adat Jesjoeroen, die bestuurlijke vernieuwing en sociale integratie preekte, maar geen radicale religieuze hervormingen doorvoerde. Van een vroege Hollandse voorloper van Duits-Joodse Reform was dus geen sprake.”
David Ellensons analyse van Meliets Josjer
Rabbijn David Ellenson (1947-2023) was leider van het Amerikaanse reform Jodendom, academicus en voorzitter van het Hebrew Union College, Jewish Institute of Religion. Ook hij deed grondig onderzoek naar het pamflet van Israel Graanboom, maar kwam in zijn hoedanigheid als reform rabbijn tot andere conclusies dan de orthodoxe Jozeph Michman.
Ellenson opende zijn commentaar door te stellen dat Michmans analyse van Meliets Josjer “in hoge mate plausibel is”. Ook hij erkende dat de liturgie van de Neie Kille zonder enige twijfel geïnspireerd was door een Sefardische tendens. Maar, zo poneerde Ellenson, Michmans visie laat ook ruimte voor additionele interpretaties. In de woorden van Ellenson:
Meliets Josjer kan ook gezien worden als een ontluikende trend in de richting van modernisatie die zich begon af te tekenen in de Joodse wereld van West-en Centraal-Europa als gevolg van de Emancipatie. De liturgische veranderingen zijn te beschouwen als voorbode van wat zich later zou ontwikkelen tot het moderne Joods-religieuze leven.
Michael Meyer over Adat Jesjoeroen
De Joods-Amerikaanse historicus Michael Meyer, professor in de geschiedenis van het Joodse volk aan het Hebrew College in Cincinnatti formuleerde het aldus:
Adat Jesjoeroen was een eerste georganiseerde poging om veranderingen aan te brengen in de synagogale gebruiken, een vroege kiem in het groeiproces dat uiteindelijk zou uitlopen tot het reform Jodendom.
Bronnen
Israel Graanboom, Meliets Josjer, Amsterdam, 1809
Michael A. Meyer, Response to Modernity: A History of the Reform Movement in Judaism, N.Y. and Oxford, 1988 Jozeph Michman, The History of Dutch Jewry During the Emancipation Period 1787-1815, Amsterdam, 1995
Irene E. Zwiep, De naties worden burgers. Joods leven in de Lage Landen in de schaduw van de Verlichting (1750-1814), Geschiedenis van de Joden in Nederland, red. Hans Blom en anderen, Balans, 2017
David Ellenson, After Emancipation, Jewish Religious Responses to Modernity, Cincinnati, 2004
cover: Concertzaal van Felix Meritis, het tehuis van Adat Jesjoeroen ofwel de Neie Kille. Prent uit de collectie van Evert Maaskant . Met dank aan Linda Bouws, voormalig directeur Felix Meritis
Geef als eerste een reactie