Ondergrondse besnijdenis in het Rusland van 1917

Na de Russische Revolutie was religie verboden in Rusland, in het bijzonder de uitoefening van de Joodse religie die was helemaal ten strengste verboden. Ondergronds werden er toch sjoeldiensten georganiseerd en Joodse les gegeven in het diepste geheim. Kort na de revolutie werd een Joods jongetje geboren. Er moest een moheel, besnijder, worden georganiseerd om de Brith Mila met de groots mogelijke geheimhouding te laten uitvoeren. 

Op de achtste dag werden minimaal tien mannen geregeld in het huis van de plaatselijke Rabbijn waar de ceremonie zou plaatsvinden. De mannen kwamen niet tegelijk naar het huis van de Rabbijn, dat zou teveel opvallen, maar met tussenpozen. 

Uiteindelijk was iedereen binnen. De rabbijn meldde de kleine gemeenschap om onmiddellijk na afloop van de Brith via de achtertuin het pand te verlaten. Zo geschiedde. Alles verliep naar wens. De rabbijn controleerde of iedereen het pand had verlaten, hij liep het huis door om er zeker van te zijn, eerste de benedenerdieping, dan naar de eerste etage.

Terwijl de rabbijn boven was rinkelde de bel van de voordeur. De Rebbe keek via het raam naar beneden, daar stond het hoofd van de  plaatselijke toenmalige KGB, ik geloof de Cheka. Oh mijn G’D dacht de Rebbe, wat krijgen we nou? De Rabbijn ging de trap af naar de voordeur.

De man stormde het huis binnen en gilde waar is iedereen? Waar is iedereen gebleven? Wat bedoelt u? Vraagt de Rabbijn. Er heeft hier een Brith Mila plaats gevonden. Er is hier niemand, zei de Rebbe. Ik weet dat hier een Brith was, ik heb de moheel nodig, want ik heb ook een zoontje gekregen dat vandaag besneden moet worden!

cover: poster van de russische revolutie 1917