Machzor uit de dertiende eeuw gered à la Agatha Christie  

Hoge Feestdagen

Soms word ik tijdens mijn frequente bezoeken aan de Jeruzalemse Nationale Bibliotheek als een komeet aangetrokken tot een manuscript. 

Zo trok het Machzor Worms aan me, een zeldzaam en naar het bleek schitterend manuscript. Het is een van de oudst bekende Machzoriem (gebedenboeken voor de Joodse feestdagen) volgens de Asjkenazische rite.

Dit manuscript doorliep een avontuurlijk traject. Het ‘ontsnapte’ aan een pogrom in Zuid-Duitsland, ‘vluchtte’ naar het Rijngebied in West-Duitsland en overleefde tijdens de Kristallnacht de brand in de Wormser synagoge. Tenslotte zien we een heldhaftige redding door de Duitse archivaris van Worms via de torens van de kathedraal van die stad. 

Ben-Gurion zorgde er in de jaren vijftig voor – samen met de Duitse Bondskanselier Adenauer – dat Jeruzalem het eindstation werd. Daar viel mijn oog op dit kleinood in mijn favoriete bibliotheek.

Stof voor een thriller van Agatha Christie. En een suspense filmmaker als Alfred Hitchcock zou er vast raad mee weten.

Schitterend geïllustreerde Machzor

Het Machzor, dat in de dertiende eeuw in Würzburg (Zuid-Duitsland)* werd geschreven, werd in 1298 door Joden die waren ontkomen aan een pogrom, naar Worms in het Rijnland gebracht.

*In de Middeleeuwen was Worms, samen met de steden Speyer en Mainz, een belangrijk Joods centrum. Rasji (1040-1105), de beroemde Bijbel-en Talmoedcommentator heeft jaren in het Rijnland gestudeerd, eerst in Mainz en later in Worms. Het Rasji-huis in Worms bevat het Joods Museum en het Joodse stadsarchief. 

Het fraai versierde en rijk geïllustreerde manuscript, geschreven op perkament, bestaat uit twee delen. Het heeft chazaniem (voorzangers) van kehilat Worms gedurende 640 jaar gediend, van 1298 tot de Kristallnacht in 1938.

De grote sjoel van Worms werd toen in brand gestoken, maar het beroemde Machzor bleef ongedeerd omdat het kostbare document met zijn prachtige illustraties elders werd bewaard. 

De oudst bekende (1272) gedocumenteerde Jiddisje tekst

Het Machzor van Worms bevat – in tegenstelling tot moderne Machzoriem – uitsluitend de rijk geïllustreerde en schitterend gekleurde teksten van de pijoetiem (de liturgische gedichten, geschreven voor elk van de Joodse feestdagen) die door de chazaniem (voorzangers) werden voorgedragen.

Op elk van de speciale sjabbatot (zoals bijvoorbeeld op sjabbat Zachor, de sjabbat die aan Poeriem vooraf gaat) en op elk van de feestdagen moest een van de (zware) delen van dit Machzor naar de sjoel worden gebracht.

De sjlemazzel die dat zware boek naar de sjoel moest schleppen kreeg voor deze zware taak een speciale, geschreven beracha: in het woord beda’ato, het eerste woord van een pijoet van het speciale gebed voor de dauw, dat op de eerste dag Pesach in de sjoel wordt uitgesproken. Het is binnen de lijnen van de letters van dit in het groot geschreven woord de volgende oud-Jiddisje tekst op rijm geschreven:

גוט טק אים בטגא ש
ויר דיש מחזור אין בית הכנסת טרגא
Laat een goede dag aanbreken voor diegene die dit machzor naar de sjoel draagt.

Deze tekst, geschreven met rode inkt, is volledig gepuncteerd.

Stadsarchivaris van Worms redt het Machzor uit nazi-handen

Toen dr. Friedrich Illert, archivaris van de stad Worms, tot de ontdekking kwam dat de bijzondere manuscripten, evenals het archief van de kehilla, behouden waren bleven, probeerde hij deze historische documenten op het spoor te komen. Zijn zoektocht bleef tot het jaar 1943 zonder succes.

In dat jaar werd hij door de Gestapo naar het paleis in de nabijgelegen stad Darmstadt ontboden, waar in de kelders van het gebouw de historische documenten waren opgeslagen. Friedrich Illert, die door de Gestapo werd opgedragen om deze documenten te ontcijferen, ontdekte daar niet alleen het archief van de Wormser kehilla, maar ook de twee delen van het beroemde Machzor.

Hij kreeg toestemming om de documenten naar Worms mee te nemen ten einde ze daar te ontcijferen, maar in plaats van ze uiteindelijk te retourneren, verborg hij ze met gevaar voor eigen leven in de torens van de kathedraal van Worms. Daar bleven ze bespaard voor de bombardementen van de geallieerden.

 

Iti, Pijoet uit de Machzor van Worms

Machzor van Worms naar de Nationale Bibliotheek van Jeruzalem

Na de Tweede Wereldoorlog eisten de Franse autoriteiten, onder wiens controle de stad Worms viel dat de Joodse eigendommen aan de Joden zouden worden teruggeven. Aangezien er in Worms geen Joden waren die de Sjoa hadden overleefd, beschouwde de kehilla van Mainz, die als enige in het Rijnland nog functioneerde, zich als wettige erfgenaam van de kehilla van Worms.

Daarom eiste deze kehilla van de rechtbank dat de kostbare eigendommen van Worms aan Mainz zouden toevallen. Na eindeloze juridische onderhandelingen tussen de regeringen van West-Duitsland en de staat Israël over de Duitse herstelbetalingen aan het Joodse volk, werd in 1956 besloten door David Ben-Gurion, de eerste premier van de jonge Joodse Staat, en Konrad Adenauer, de eerste kanselier van de Bondsrepubliek Duitsland, dat de beide delen van het Machzor aan Israël zouden worden toegewezen. In 1957 werd het Machzor door de Nationale Bibliotheek in Jeruzalem aangeschaft. 

Het is nu deel van de vaste tentoonstelling en wordt onder speciale condities aan het publiek getoond. Ten einde de conservatie van het zeldzame manuscript optimaal te garanderen, worden de geopende pagina’s periodiek gewisseld. Momenteel worden twee pagina’s tentoongesteld van een pijoet voor het gebed voor de dauw, met gekleurde illustraties van de sterrenbeelden van de Joodse maanden Nissan, Ijar, Siwan en Tamoez: het lam, de stier, de tweelingen en de kreeft.

Linguïstische waarde

De artistieke stijl van de illuminaties wordt gekenmerkt door menselijke figuren met de karakteristieke vogelkoppen van die tijd (wegens het Bijbelse verbod om menselijke figuren af te beelden), inclusief de specifieke hoofdbedekkingen van de Joden in de middeleeuwen. De afbeelding van olifanten is uniek.

Maar het is vooral de taalkundige waarde van dit document, dat door wetenschappers hoog wordt ingeschat. De reden hiervoor is dat de tekst een belangrijke bron is voor het onderzoek naar de vocalisatie en uitspraak van het Hebreeuws in het Duitsland van de middeleeuwen.

Restauratie

In het restauratie-instituut van de bibliotheek van Wenen werden in de jaren tachtig van de vorige eeuw tien pagina’s gerestaureerd. Er bestaan facsimile exemplaren voor de verkoop.

Bronnen
Catalogus Nationale Bibliotheek van Jeruzalem, tweede editie, 2024 (Hebreeuws). Abraham Grossmann, Rasji, Het Zalman Shazar Centrum, Jerusalem, 2006 (Hebreeuws). In de Nationale Bibliotheek van Israël is de Machzor hier te vinden.

Een gerestaureerde Machzor van Worms.


cover: Ayalet (gazelle), pagina uit de Machzor van Worms

Over Jaap Colthof 16 Artikelen
Dr. Jaap Colthof, geboren in Den Haag, woont sinds 1979 in Jeruzalem. De laatste jaren doet hij historisch onderzoek naar de geschiedenis van het Nederlandse Jodendom in de 19de en begin 20ste eeuw. Hij publiceerde een boek met markante verhalen uit Joods Amsterdam rond 1800 en een biografie over de Amsterdamse opperrabbijn Jozef Zvi Dunner. Verder publiceerde hij artikelen in het Nederlands, Hebreeuws en Engels, onder andere over de Rotterdamse opperrabbijn Bernhard Loebel Ritter.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*