MbII-essays ‘Scheuren in de Naoorlogse Ethiek’ in samenwerking met
De Vrijdagavond
Thema: Israël: garantie of risico?
Essay van Salomon Bouman
Het Israëlisch militair antwoord op de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober 2023 heeft een verontrustende wig gedreven tussen de zionistische staat en de diaspora. Deze wig, het is geen breuk, is nieuw in de nog jonge geschiedenis van de joodse staat.
Sedert de stichting van Israël in 1948 is er onafgebroken een wisselwerking geweest tussen de bestendiging van Israëls bestaan en het zionisme in de diaspora. Hoogtepunt daarvan was Israëls imponerende zege in de Zesdaagse Oorlog in juni 1967.
Deze zege zette in de diaspora aan tot een historische opleving van het zionistisch-joodse gedachtegoed.
Zo was het deze Israëlische overwinning die de grote en invloedrijke diaspora in de Verenigde Staten deed ontwaken uit haar onverschilligheid jegens Zion. Zelfs een deel van de orthodoxe Amerikaanse joden lieten zich via de – in eerste instantie seculiere – zionistische ideologie naar het Heilige Land leiden.
Dat had verstrekkende gevolgen. Dankzij dat ontwaken ontwikkelde de Amerikaans-joodse gemeenschap zich tot een van de sterkste pilaren onder de sedertdien pro-Israëlische Amerikaanse politiek. Ook Nederlandse joden lieten zich op de golven van de euforie in en na 1967 verleiden zekerheid in Israël te zoeken.
Bron van trots
Antisemitisme was in die dagen in de westerse wereld zeker niet meer de belangrijkste aanleiding de koffers te pakken richting Zion. Hoewel de zionistische staat nog steeds ervaren werd als veiligheidsbaken, was het land in de eerste plaats verworden tot een bron van trots. Israël werd bewonderd en geliefd, zeker in Nederland, dat evenals in 1967, tijdens de Grote Verzoendag Oorlog van 1973, opnieuw pal achter Israël stond. Ook de omwentelingen van 1989 zorgden voor een opleving van het zionisme. In de jaren daarna emigreerden meer dan een miljoen Russische joden naar Israël. Het waren tijden van een idylle tussen het zionisme en de diaspora.
Niets is grilliger dan het effect van emotie in de geschiedenis.
Voor premier Benjamin Netanyahu is er nog steeds alle reden voor de diaspora om Israël te steunen. In zijn visie vecht Israël een strijd om het bestaan (milchemet kioem) tegen de doodsvijand Hamas. De seculaire Netanyahu nam kort na de wrede Hamas-moordpartij in Gaza op 7 oktober Amalek in zijn vocabulaire op om uitdrukking te geven aan zijn obsessie een ‘totale overwinning’ op Hamas te willen boeken. Dat wil zeggen, deze Palestijnse terroristische organisatie geheel te vernietigen. Voor hem is Hamas de bijbelse vijand Amalek, die moet worden uitgeroeid. Netanyahu veronderstelt dat de diaspora hem daarin steunt, zonder een scherpe kijk te hebben op de groeiende weerstand in de diaspora tegen zijn vernietigingspolitiek in Gaza.
Permanente crisis in Gaza
Beide zijn op het moment van schrijven niet gelukt. Wel heeft de militaire inspanning vanuit de lucht en op de grond tegen de vijftigduizend mensen in Gaza gedood, waaronder Hamas-terroristen, maar in grotere aantallen ook mannen, vrouwen en kinderen. Het afsluiten van elektriciteit, water en voedsel naar Gaza heeft tot een permanente crisissituatie geleid.
En dit alles heeft een einde gemaakt aan de idylle tussen Israël en de diaspora.
Steeds minder Joden in de diaspora volgen Netanyahu in zijn visie dat hij een bestaansstrijd voert. In plaats daarvan hebben de beelden van de Palestijnse misère, begeleid door genocide-achtige uitspraken van enkele extreem religieuze zionistische ministers – het vertrouwen van veel Joden in een democratisch en humaan Israël aan het wankelen gebracht.
Schaamte over zoveel Palestijnse burgerdoden, over het naar racisme neigende beleid van de regering Netanyahu, dat ook explodeert in de vorm van messiaans religieus gemotiveerd geweld tegen Palestijnen op de westelijke oever van de Jordaan, maakt Joden kopschuw voor Israël.
Ze vrezen de affiniteit met een land dat op grote schaal mensenrechten schendt en steeds meer wordt beschouwd als een pariastaat.
De afschuwelijke moordpartijen van Hamas-terroristen in Gaza geven daarbij niet of onvoldoende tegenwicht aan het zien van de verschrikkingen in Gaza op het magische tv-scherm. Voor het eerst zijn er in Nederland Joden, die vroeger wel naar Israël reisden en nu uit afkeer geen voet meer willen zetten op Israëlische bodem. Niet alleen omdat ze bang zijn voor oorlogsgeweld, maar uit een gevoel van boosheid over wat lijkt op de neergang van hun geïdealiseerd Israël.
Ik heb een Joodse religieuze persoon horen zeggen het moeilijk te hebben met de bloedbaden tussen Israël en de Palestijnen. Het klonk wanhopig toen hij daaraan toevoegde dat het land naar de knoppen gaat als het de door Netanyahu ingeslagen weg voortzet. Een andere religieuze persoon zei momenten van schaamte te ervaren over de wijze waarop Netanyahu deze oorlog voert.
De onlangs overleden populaire tv-persoonlijkheid Dieuwertje Blok verklaarde in een tv-interview ‘me vaak te schamen over wat Israël (in Gaza) doet. Ik voel me in Israël niet meer thuis.’
Ideaal onderhevig aan erosie
Dergelijke uitspraken en gevoelens zijn een indicatie dat in de diaspora het zionistische ideaal onderhevig is aan erosie. En dit gebeurt terwijl opvallend snel ontluikend antisemitisme, haatkritiek en allerlei vormen van dreiging en geweld de gemoedsrust van Joden in de diaspora kwellen.
Joden in de diaspora voelen zich na 7 oktober onzekerder en onveiliger dan ooit na 1945.
En nog steeds is Israël voor veel Joden, ook uit de nu weer met antisemitisme besmette westerse democratieën, inclusief de Verenigde Staten, een vluchthaven. Sinds 7 oktober 2023 emigreerden 27.000 Joden naar een Israël in oorlog. Een jaar eerder kwamen er 70.000 joden.
Maar er is een keerzijde van deze instroom: de uittocht van tienduizenden Israëli’s voor en na 7 oktober.
Naar schatting hebben twee miljoen Israëli’s zowel een Israelisch als hun buitenlands paspoort bij immigratie behouden. Eén miljoen zou de afgelopen decennia een buitenlands paspoort in Israël hebben aangevraagd en verkregen.
Israëli’s: emigranten geen zionisten
Er is geen relatie tussen zionisme en emigratie (jerida) uit Israël. Israëli’s zijn bij definitie geen zionisten in de klassieke betekenis van de zionistische ideologie. Deze migranten zijn niets meer of minder dan staatsburgers van een land, die ergens anders in de wereld hun geluk zoeken. Dat zijn er opvallend veel. Het JMW gaat er in een recente publicatie van uit dat dertig procent van de Nederlandse Joden geïmmigreerde Israëli’s zijn.
Wat een opvallende antithese van het zionisme.
De Nederlands-joodse gemeenschap is daardoor de snelst groeiende joodse gemeenschap in Europa. Israëli’s verspreidden zich na 7 oktober in vrij grote getallen ook over Italië, Portugal, Duitsland, de Verenigde Staten en Zuid-Amerikaanse landen. Daar waar vijandigheid jegens Israël en antisemitisme samenvloeien hebben Israëlische emigranten het moeilijk.
Soms verlaten ze Israël om hun kinderen te onttrekken aan de dienstplicht. Komen ze naar Nederland, dan gaan hun Israëlische kinderen in Amsterdam naar zwaar beveiligde scholen om les te krijgen. Deze ouders ruilen de vrijheid van hun kinderen in Israël in voor veiligheid achter hekken en politiebewaking in de diaspora.
Dat is de paradox van het zionisme die na 7 oktober zo zichtbaar en hoorbaar is geworden voor alle Joden in Nederland.
Op 22 mei vindt een paneldebat plaats in het Auditorium Nationaal Holocaustmuseum van 15:00-16:30 uur. Toegang gratis (met entreeticket museum), reserveren verplicht via mbii@jck.nl
cover: vlag Israël op soldatenuniform, bron Wikimedia Commons
Echt weer Salomon Bouwman. Niets nieuws onder de Bouman zon.
De groei van het aantal Israëliërs in Nederland lijkt – volgens het onderzoek – geen causaal verband te hebben met de toestand in Israel. De rest van het stuk klopt als een zwerende vinger.
Ik heb het ronduit schokkend gevonden hoe u gisteren 22 mei tijdens de bijeenkomst in het H-museum de massieve schendingen van het internationale recht en het oorlogsrecht zoals Israël die recent opnieuw heeft bedreven in zuid-Libanon en Syrië slechts wist te presenteren als ‘goed voor de strategische positie van Israël’. Het was uw variant van het aloude antwoord op de vraag of een gebeurtenis ‘wel of niet goed is voor de joden’, een kader dat nog te begrijpen is in de context van een minderheid die blootgesteld is aan pogrom en vervolging.
Geen enkele notie, geen spoor van onrust bij u over de houdbaarheid van de internationale rechtsorde die door Israël geschonden is, en niet voor het eerst, schendingen waarvoor wij allen, jood of niet-jood op middellange termijn de prijs zullen betalen, afgezien nog van de Libanezen en de Syriërs die die prijs nu al betalen. Het idee dat de staat Israël net als andere gehouden is aan het internationale recht komt eenvoudigweg in uw hoofd niet op.
Uw ‘analyse’ tijdens de bijeenkomst was daarmee van een ontluisterende en diep-onkritische Zionistische vooringenomen- en bekrompenheid. Ook moderator Wertheim heeft zichzelf gediskwalificeerd door u niet te corrigeren.
Uw opvattingen passen naadloos in de voor ons allen schadelijke Zionistische propaganda zoals het CIDI die bedrijft. Het verbaast dan ook niet te lezen dat u de als ‘feestelijk symposium’ gepresenteerde propagandabijeenkomst van het CIDI in het KIT hebt bezocht.