Professor Zelig Zelmanovitch

Wegens familieomstandigheden enige dagen gesloten

7 januari 1942 Broekman zakt voldaan onderuit op de rieten stoel. ‘Zo dominee, nu kunnen we verder met de vergadering. Ik neem aan dat die fotolijst er de komende dagen wel komt. Ik ga morgen bij Gerben langs met de plaat van de heer Mussert’. De dominee gaat met zijn wijsvinger langs de binnenkant van zijn boord.’Uh, heren. Ja, laten wij verder gaan met de vergadering. Ik vraag uw aandacht voor een artikel in De … [Lees verder]

Professor Zelig Zelmanovitch

Wij zijn thuis Joods. Wij doen daar niets aan

18 december 1941 ‘Wat doen jullie op de Zondag’? ‘Op de zondag? Wat zouden we voor bijzonders op de zondag doen? Gewoon. Eerst ga ik met mijn vader naar de synagoge. Daarna begint om half tien de Joodse les. Die duurt tot half een. In de middag gaan we wel eens uit, vroeger  kwam er wel eens  een vriendje spelen of ging ik bij een vriendje thuis spelen. In de zomer gingen we vaak naar … [Lees verder]

Professor Zelig Zelmanovitch

Als die zuiplap maar niet te veel heeft gezegd. En mijn naam maar niet is gevallen.

26 oktober 1941 ‘Dirk, je klompen! Zomaar de mooie kamer in? Hier, ga zitten. Onder je stoel staan je pantoffels. Karel, zet jij oom Dirks klompen even in het gangetje.’ Tante Aatje pakt de koffiepot op en schenkt de mok van haar man in. Een schep verse room komt er boven op. ‘Jij nog een bakje Karel?’ Ik hoef niet eens ja te zeggen. Ook mijn kop wordt bijgevuld. Tante Aatje schuift naast oom aan … [Lees verder]

Professor Zelig Zelmanovitch

Nooit mag je zeggen dat je een jodenkind bent.

15 oktober 1942 De rust die ik voelde toen ik terug in het dorp was duurde maar even. Natuurlijk voel ik mij veiliger hier, niemand lijkt naar mij op zoek te zijn. Zo gauw ik in Zeeland uit de trein stapte was ik dat opgejaagde gevoel kwijt. Opgewekt begon ik met mijn koffertje in de hand aan de lange wandeling naar Ouwerkerk. Het weerzien met tante Aatje en oom Dirk was heel hartelijk. Ik had … [Lees verder]