Verhalen

De Hand van G’d

MIjn achterneef Izak Grossfeld uit Wenen, oorspronkelijk uit Krakau, overleefde net als mijn vader Auschwitz en Mauthausen. Hij stond op Schindler’s List. Ietsje (zoals we Izak noemden) en mijn vader deelden een woning in een Displaced Person Camp in Bindermichl, vlakbij Linz, ongeveer 15 kilometer van Mauthausen, Oostenrijk. Ietsje studeerde af in Wenen als farmacoloog. Hij kreeg een baan in Hilversum bij Brocades en woonde in de jaren vijftig gedurende enige tijd bij ons in huis. … [Lees verder]

Verhalen

Ritje op de bromfiets

Mijn buurjongetje Flipje Winnik was mijn beste vriendje. Flipje was twee maanden ouder, ik woonde op nr. 42A en hij op nr. 34. Er zat een kerk tussen onze huizen in. Wij woonden in de Henri Polaklaan, naar men beweert de mooiste straat van Amsterdam.  Wij woonden in het hoekhuis precies tegenover de hoofdingang van Artis. Artis was mijn tuin. Ik was er iedere dag. Ik haalde de papegaaien uit het vogelhuis. De ara’s zaten … [Lees verder]

Verhalen

Jesjiewe-misser in Rusland eind negentiende eeuw

Omstreeks 1885 kwam de papa van Lev Davidovitsj Bronstein bij de Rosj Jesjiewe* in zijn dorp Janivka, nu Bereslavka, en vroeg hem zijn zoon in zijn Jesjiewe op te nemen.  Natuurlijk willen we dat graag doen, dat kost zoveel roebels. Ik heb geen geld zei de arme man. Maar ik verzoek je met klem om hem toch op te nemen, want ik weet zeker dat hij anders het verkeerde pad op gaat. Zonder geld geen … [Lees verder]

Verhalen

Ondergrondse besnijdenis in het Rusland van 1917

Na de Russische Revolutie was religie verboden in Rusland, in het bijzonder de uitoefening van de Joodse religie die was helemaal ten strengste verboden. Ondergronds werden er toch sjoeldiensten georganiseerd en Joodse les gegeven in het diepste geheim. Kort na de revolutie werd een Joods jongetje geboren. Er moest een moheel, besnijder, worden georganiseerd om de Brith Mila met de groots mogelijke geheimhouding te laten uitvoeren.  Op de achtste dag werden minimaal tien mannen geregeld … [Lees verder]