Parasja

Mozes: jullie zijn te ongeduldig, we zijn er nog niet

parasja Choekat, Bemidbar 19:1-22:1 Het was een bovennatuurlijk bestaan. Het driehoofdig leiderschap van Mozes, zijn broer Aaron en oudere zuster Mirjam zorgt voor bijzondere verdiensten na de uittocht uit Egypte. Vanwege de speciale status van Mirjam verkreeg het Joodse Volk de hele veertig jaar haar drinkwater uit een bron die als het ware met hen meereisde door de woestijn. De meerwaarde van Mozes zorgde voor de dagelijkse portie manna die niet uit de grond kwam maar … [Lees verder]

Professor Zelig Zelmanovitch

“Met knuppels en ijzeren staven togen de raddraaiers ook door de armste buurten van de stad”

Mokuk op de Gracht is een roman van Lody van de Kamp die in feuilletonvorm verschijnt op De Vrijdagavond Deel 17 Luuc de Zeeuw, mijn brandweerman, schuift iets naar achteren. ‘Het ijzer is koud aan mijn benen, dat zit niet goed’. Luuc en ik staren in het water naar de dobber die al een hele tijd stil hangt. ’Waarom zit je dan ook op de boot, Luuc? Op de kademuur is het een stuk gemakkelijker … [Lees verder]

Professor Zelig Zelmanovitch

Deel 16: ‘Als je zo binnenkomt bij meneer Asscher, doe dan wel je pet van je hoofd’.

Woensdag 21 september 1938 ‘Kom nou hier naar toe, Simon’. Mama smeert zeep op het borsteltje en wrijft heen en weer over de bovenkant van mijn nagels. ’Hier’. Ze pakt de handdoek van het rekje. ‘Droog  je handen goed af’. Ik steek mijn vingers naar voren. ‘Zijn ze zo schoon genoeg?’ ‘Ja, het kan er mee door. Voordat je zo direct met papa mee gaat, geef nog even met de doek je schoenen een beurt. … [Lees verder]

Professor Zelig Zelmanovitch

Deel 15: Gelukkig zie ik niemand die me kent. ‘Hét lied voor de Jiddisje moeder, “Mein Jiddisje mamme”.

Sjabbes 13 juni 1938 Het lukt me niet in sjoel om mee te doen. Ik ben veel te zenuwachtig. Natuurlijk ken ik mijn parsje, zelfs bijna uit mijn hoofd. En toch zit ik te bibberen op de bank. Als het maar goed gaat. Straks ben ik wanneer het eenmaal zo ver is ineens alles vergeten. Maar dan hoor ik de chazzen luidkeels roepen  ‘Jangamout rabbi Sjimngoun ben rabbi Chajim!’ ‘Staat u op rabbi Simon, de … [Lees verder]