Mark Kolthoff, arbeidersfotograaf en organisator Kunst in Vrijheid

cultuuratlas oud-zuid

foto van harp op dak Concertgebouw met twee mannen die het bevestigen


Schilder, fotograaf en cineast Mark Kolthoff (Amsterdam 1901, Laren 1993), zoon van de Hoogeveens-joodse procuratiehouder van De Bijenkorf, woonde tot de oorlog in de De Lairessestraat. 

Kolthoff studeerde vanaf 1924 aan de Rijksakademie en bracht in 1926 een bezoek aan Mondriaan in Parijs. In 1929 studeerde hij af en trouwde hij met Hetty Wolf, de zuster van fotograaf en filmmaker Hans Wolf. Met haar werd hij lid van de CPH, de Vereeniging Voor Volks Cultuur en de Internationale Rode Hulp. Daar leerde hij – nog altijd in 1929 – de communistische cineast Joris Ivens kennen van wie hij tot 1933 de assistent was als opvolger van Hans Wolf. 

Tegelijk introduceerde de bevriende kunstenaar Han Pieck die een reclamebureau runde (en voor de Sovjet-Unie spioneerde) hem in de fotografie. Al snel was Kolthoff een exponent van de Nieuwe Fotografie en speelde hij een belangrijke rol in de Vereeniging van Arbeiders-Fotografen. 

In 1933 organiseerde hij een Internationaal Congres van de Arbeidersfotografie in de Rai, na afloop van het internationale Wereldstrijdcongres tegen den Imperialistischen Oorlog. In juli 1934 fotografeerde het Jordaanoproer.

Communistische kunstenaars

In de sterk gepolitiseerde jaren dertig in Amsterdam raakte Kolthoff bevriend met veelal communistische kunstenaars als Pieck, Kees Maks, Jo Voskuil, Harry van Kruiningen en Mart Stam. 

Via Stam leerde hij in 1936 kunsthandelaar Herbert Tannenbaum kennen en via hem Mondriaan-adept Friedrich Vordemberge-Gildewart, net als Tannenbaum nazi-Duitsland ontvlucht. 

In het begin van de bezetting woonde Mark Kolthoff lezingen bij van musicus Paul Sanders over moderne kunst, waar ook Vordemberge, de architecten Stam, Johan Niegeman, Auke Komter, Ben Merkelbach en de kunsthistorici Willem Sandberg en Hans Jaffé bij aanwezig waren. 

Kolthoff begon daarop abstracte aquarellen te maken. Na de oorlog, in 1947 werd hij lid van de Liga Vrij Beelden, ter propagering van de abstracte kunst.

Kunst in Vrijheid

Direct na de bevrijding organiseerde hij met onder anderen Vordemberge de tentoonstelling Kunst in Vrijheid in het Rijksmuseum, met werk van alle kunstenaars die niet voor de Kultuurkamer hadden getekend. Kort daarna kwam hij te wonen in de Oranje Nassaulaan 6 boven een huis uit 1914. Het werd zijn laatste adres in Amsterdam. In 1969 verhuisde hij naar Loosdrecht. Hij overleed in het Rosa Spierhuis in Laren.


De Cultuuratlas van Amsterdam Oud-Zuid is te bestellen bij uitgever Tijd/Ruimte


cover: Talma Joachimsthal

Over Michel Didier 8 Artikelen
Michel Didier (1960) is kunst- en cultuurhistoricus en schreef enkele boeken en 500+ artikelen voor onder andere De Groene Amsterdammer, het NIW, Origine en Carp over kunst, muziek, film en fotografie. Voorts geeft hij vele lezingen, cursussen, rondleidingen en stadswandelingen. Op zijn website www.kunstgeschiedenisamsterdam.nl onderhoudt hij drie weblogs, waarvan eentje over schilderkunst & muziek.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*