Honderdjarig jubileum: feestelijke installatie van de eerste en enige opperrabbijn van Zeeland

Om dien middenweg te kunnen bewandelen, moet men leeren alle zaken objectief te beschouwen, aldus opperrabbijn Van Gelder in 1925.

In het Napoleontische tijdperk werd het opperconsistorie van Nederland opgericht. De Joodse gemeenschap in Nederland werd verdeeld in twaalf ressorten.

Elk ressort had zijn eigen opperrabbijn. Dit systeem werd doorgezet onder aansturing van koning Willem I, waaruit na meerdere hervormingen uiteindelijk het NIK als koepelorgaan van de Nederlands-Israëlitische gemeenschap in Nederland is voortgekomen.

Elk van de ressorten had zijn eigen rabbinaal leiderschap, meestal een eigen opperrabbijn. Tussen de benoemingen van de opperrabbijnen nam vaak een opperrabbijn van een ander ressort het interimaat (tijdelijke vervanging) over, totdat een nieuwe opperrabbijn werd aangesteld.

Zeeland was een eigen ressort, maar de Joodse gemeenschap van Zeeland was te klein om een eigen opperrabbijn te onderhouden. Vandaar dat in de loop der jaren de opperrabbijnen van Brabant, Gelderland en Den Haag het ressort interimair waarnamen.

Zeeland: een oplossing voor Den Haag

Tot 1925. Toen kreeg Zeeland een eigen opperrabbijn. Toegegeven, ook hij woonde niet in Zeeland. Het was eigenlijk een compromis om een crisis in het Haagse opperrabbinaat op te lossen. Na het overlijden van de Haagse opperrabbijn Abraham van Loen in januari 1925, die ook het ressort Zeeland waarnam, moesten beide posities weer worden ingevuld. Rabbijn Izak van Gelder was al ruim 25 jaar werkzaam in de Haagsche Kille. Hij bezat ook het Moré-diploma waardoor hij voor vele kille-leden als de logische opvolger van rabbijn Van Loen werd gezien. Zie deze oproep gepubliceerd in het Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen (06-03-1925) om de petitie te ondertekenen:

Aan de Kiezers der Nederlands. Israëlitische gemeente te ‘s gravenhage.
L. S.,
Ondergeteekenden, vernomen hebbende, dat onder een groot gedeelte van onze Haagsche geloofsgenoten de overtuiging zetelt, dal voor de bezetting van de Opperrabinale vacature voor dit ressort in de allereerste plaats in aanmerking behoort te komen de weleerwaarde heer I.J. v. Gelder, Rabbijn bij de Ned. Israël. Gemeente, waarnemende het Opperrabbinaat, de Man, die gedurende eene 25-jarige ambtsvervulling de sympathie, eerbied en ontzag heeft weten te verwerven van allen, zoowel geloofsgenoten als andersdenkenden, en die gedurende circa 18 jaren den moré-titel met eere draagt, verzoeken u beleefd, zoo u van dezelfde meening is, hiervan te doen blijken door het onderstaand biljet door geteekend, als adhaesiebetuiging in bijliggende enveloppe per ommegaande te willen terugzenden. 

De Hofstad wenste ‘allure’

Toch had het Haagse bestuur hun bedenkingen: rabbijn Van Gelder was ‘te volks’. Den Haag had een opperrabbijn van allure nodig. Uiteindelijk werd een compromis bedacht. Den Haag zou de jonge en veelbelovende Isaac Maarsen als opperrabbijn aanstellen. 

Van Gelder kreeg de benoeming van het ressort Zeeland naast zijn functie in Den Haag. De Joodse gemeenschap in Zeeland heeft, als wij de kranten mogen geloven, deze benoeming groots gevierd.

Op zeer waardige en boven allen lof verheven wijze werd tot dusver het Opperrabbinaat over Zeeland interimair waargenomen door zeer hoogstaande mannen … doch dit alles nam niet weg, dat gemis aan voldoend contact met de hooge geestelijkheid langzamerhand een toestand ging scheppen, die fataal werken op het toch al weinig en gering aanwezig zijn van het zoo noodige Joodsch gevoel en de Joodsche plichten. 
Hoe verrassend was dus niet het bericht, dat men een eigen Opperrabbijn zou krijgen, wel is waar niet wonende in Zeeland, maar dan toch iemand, die in staat zou zijn meerderen tijd te besteden aan de feestelijke nooden van het Jodendom alhier.
En dien man had men nu gevonden in den weleerw. heer I. J. van Gelder, Rabbijn te ’s Gravenhage.
(Nieuw Israëlitisch Weekblad, 10-07-1925)

Installatie permanente opperrabbijn

Ondanks het bescheiden formaat van het kille Zeeland was Van Gelder zich bewust van de verantwoordelijkheid die deze functie met zich meebracht. Bij de plechtigheid – op 5 juli 1925 – vergelijkt hij de installatie van een permanente opperrabbijn met de inwijding van een permanente Tempel door koning Salomo. Net als Salomo gebruikt hij de gelegenheid om hulde te brengen aan degenen die het opperrabbinaat Zeeland voor hem hebben waargenomen, en aan zijn ouders “die de zaden van godsvrucht in hem hebben geplant, en wien geen opoffering te groot was”.

Bewandelen van den middenweg

Vervolgens, aan de hand van de haftara van parasjat Balak (Micha 6:8): 

“כי אם עשות משפט ואהבת חסד והצנע לכת עם אלהיך”

(“Het doen van recht, en de liefde tot humaniteit, en het bescheiden optreden voor den dienst van G-d”) beschrijft hij de wijze waarop hij zijn ambt hoopt waar te nemen:

…Een gewichtige les ligt ook in het הצנע לכת besloten, n.l. volgens de verklaring van Rasjie: het bewandelen van den middenweg. Het leert ons, dat de mensch zich moet onthouden van het extreme en in al zijn doen en laten gematigd moet zijn. 
Na de verkrijging van de staatsburgerrechten hebben velen gemeend dat zij nu ook geheel in de maatschappij moesten opgaan en hun Jood-zijn vergeten. Dit mag niet het geval zijn. Al zijn wij goede burgers van het land en al vervullen wij het profetenwoord van Jeremia, om de belangen van den Staat, waarin wij leven, te bevorderen, al bewijzen wij het land onzer geboorte onze liefde, hetgeen ons in Nederland al zeer gemakkelijk valt, waar wij hier in ongestoord geluk kunnen leven, ons Jood-zijn mogen wij evenmin verdoezelen, en de Joodsche solidariteit moet ons heilig zijn.

Hij vervolgt zijn rede dat hij het objectief leren denken te danken heeft aan zijn leermeester, dr. Dunner. 

Ondanks dat hij op afstand zal blijven wonen, doen afstand en ruimte er niet toe wanneer men een geestelijke band heeft. Zo spreekt hij de hoop uit dat er inderdaad ‘geestelijke eenstemming’ zal heersen tussen hem en het ressort. 

Sjabbat in Middelburg

Rabbijn van Gelder bleef in Den Haag wonen, maar kwam regelmatig naar Zeeland om een lezing te houden of om sjabbat met de gemeente Middelburg te vieren. Hij heeft de zetel van het opperrabbinaat Zeeland officieel tot 1937 bekleed. Daarna was het de bedoeling om een nieuwe, jongere opperrabbijn aan te stellen. Het bleek moeilijk te zijn om een geschikte kandidaat te vinden, waardoor van Gelder deze functie tot aan het uitbreken van de oorlog bleef vervullen.

Rabbijn van Gelder is op 13 maart 1943 samen met zijn echtgenote Lea van Gelder-Coster vermoord in Sobibor, הי”ד.


cover: parochet van de Joodse Gemeente Middelburg

Over Mendel Katzman 9 Artikelen
Rabbijn Mendel Katzman is opgegroeid in Den Haag. Volgde zijn rabbinale opleiding op Jeshivot in de VS en Europa. Nadat hij enkele jaren op het Chabad hoofdkantoor in New York heeft gewerkt, keerde hij samen met gezin terug naar Den Haag. Hier heeft hij, samen met zijn vrouw, twee jongeren community's opgericht, 'CTeen The Hague' voor tieners, en 'Young Jewish The Hague' voor joodse studenten.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*