‘Rome is van ons’, hoe Joodse scherpschutters vochten voor de eenwording van Italië

Rome van de joden #2

Op 20 september 1870 ’s morgens om vijf uur begint op een twintigtal plaatsen de militaire actie die de bevrijding van Rome inluidt en daarmee de eenwording van het Italiaanse koninkrijk. 

Om twintig over vijf geeft de commandant van de vijfde artilleriebatterij Giacomo Segre bevel het vuur op de Aureliaanse muur te openen. De muur rechts van Porta Pia wordt over een lengte van dertig meter neergehaald. De Italiaanse troepen trekken door het gat naar binnen en nemen de stad in. Zij braken met deze actie voorgoed de wereldlijke macht van de Kerkelijke Staat Rome.

Deze militaire actie werd bekend als de Breccia di Porta Pia, Doorbraak van de Poort van Pius. Het was een keerpunt in de geschiedenis van het moderne Italië. 

De inname van Rome in 1870 betekende voor de Romeinse joden na 315 jaar opsluiting en onderwerping in het getto (vanaf 1555) eindelijk toekenning van gelijke burgerrechten. 

Zij waren nu vrij om hun geloof openlijk te belijden en het proces van emancipatie te beginnen. In de rest van het koninkrijk waren de joden reeds in het bezit van die burgerrechten, vastgelegd in artikel 1 van het Albertijnse Statuut van 8 maart 1848. 

Hieronder vertelt Laura Quercioli Mincer het verhaal van Giacomo Segre, de joodse kapitein en bevrijder van Rome. Als aanvulling geef ik een ontroerend citaat uit de brief van de kapitein aan zijn verloofde Annetta, geschreven op de dag na de bevrijding. Laura Mincer is hoogleraar Poolse literatuur en cultuur aan de Universiteit van Genua. Zij is tevens eindredacteur van het tijdschrift Rassegna Mensile di Israel, dat in 1925 werd opgericht. 

Kapitein Giacomo Segre, Rome 1870

Joodse kapitein bij de Porta Pia

Toen generaal Raffaele Cadorna richting Rome marcheerde, dreigde paus Pius IX de soldaat die het bevel zou geven om het vuur op de heilige stad te openen met excommunicatie. Iedere betrokkene bij de aanval zou getroffen worden, maar de ernstigste gevolgen onderging hij die het eerste bevel had gegeven. 

Boven die persoon zou de hemel openscheuren en donder en bliksem zouden op hem neerdalen. Maar de hemel, die duidelijk andere dingen aan zijn hoofd had en die zelfs in veel ernstiger gevallen niet uit elkaar spatte, toonde geen enkel teken van vijandigheid tegenover de jonge kapitein Giacomo Segre, afkomstig uit Piëmont en een jood. 

Op die 20e september, nu honderdvijfenvijftig jaar geleden, was hij het, onberispelijk gekleed in het uniform van het leger van Savoye en ongetwijfeld met een keurig verzorgde snor, die het bevel gaf. De eerste kanonschoten werden afgevuurd nabij de poort die ontworpen was door Michelangelo. Maar vandaag de dag wordt het monument vooral herinnerd vanwege de beroemde doorbraak op die dag in de muur bij de Poort van Pius.

De generaal en de kapitein

Hoe kunnen we ons het tafereel voorstellen? Idyllisch, met generaal Cadorna in persoon die de Joodse officier toespreekt: ‘Aan U, vertegenwoordiger van een minderheid die zoveel te lijden heeft gehad van het pausdom en al zoveel heeft gewonnen bij de eenwording van Italië, de eer om …’. Of met een licht spottend: ‘Ga zo voort officier, ik krijg er de lachstuipen van …’. 

We kunnen ons voorstellen dat het Piëmontse leger ook veel vrijdenkers onder zijn gelederen telde, maar mogelijk was het dreigement van de paus van dien aard dat zelfs de dappersten er rillingen van kregen. De enige uitzondering was de Joodse officier. 

Of onthult deze episode misschien een karaktertrek van de familie Savoye? In de eeuw erna zal dat meer dan duidelijk worden. Namelijk het verlangen om zichzelf vrij te pleiten van elke verantwoordelijkheid, om anderen het ‘vuile werk’ te laten opknappen? Hoe het ook is gelopen, hoe we het ons ook willen voorstellen, het verhaal is ook ontroerend en mooi. 

De joodse soldaten waren zich er terdege van bewust dat zij ook streden voor hun Romeinse geloofsgenoten. Die zaten nog steeds legaal [volgens de Kerkelijke Wet] opgesloten in het langst in stand gehouden getto van Europa. Bovendien streden zij voor de persoonlijke waardigheid van elke jood. Voor een keer werd de lafheid van sommigen misschien gecompenseerd door de moed van anderen.

‘Onversaagd Bescheiden Integer’

Kolonel Giacomo Segre stierf in 1894. Hij ligt begraven op de Joodse afdeling van het kerkhof van Chieri. Bovenaan zijn grafsteen staat een Hebreeuwse inscriptie. Daaronder een bas-reliëf met de twee Tafelen der Wet en de woorden ‘Aan Giacomo Segre Onversaagd Bescheiden Integer …’. Onder die woorden de afbeelding van een affuit. 

In 2008 plaatsten de stad Chieri, de Provinciale Raad van Turijn en de Nationale Bersaglieri Vereniging, naast het graf een plaquette. Daarop staat: ‘Op deze plaats ligt kolonel Giacomo Segre begraven, commandant artillerie tijdens de doorbraak bij Porta Pia. Ter nagedachtenis aan hem en de Joodse Bersaglieri die vochten voor de eenwording van Italië.’

Gat in de muur bij Poort van Pius, beeld: Ludovico Tuminello

Giacomo’s brief aan Annetta

De dag na de beschieting van de muur en de inname van Rome, schreef Giacomo Segre aan zijn verloofde een brief. Ik vond hem in een andere bron en vertaalde deze paragraaf eruit.

“Mijn liefste Annetta, gisteren was het een enerverende dag. Tegen mijn verwachting in verzetten de pauselijke troepen zich en moesten we de muur met onze kanonnen beschieten. Door de opening stormden vervolgens de infanterie en de bersaglieri naar binnen. Mijn batterij nam deel aan de actie en onderscheidde zich daarbij eervol. Een korporaal sneuvelde en mijn luitenant raakte ernstig gewond en stierf vanmorgen. Arme knappe jongeman van vierentwintig! Een andere korporaal is eveneens gewond en zal de avond misschien niet halen. Licht gewond werden vier kanonniers.

Maar genoeg daarover! Rome is van ons en morgen ga ik haar bezoeken. Het gaat verder goed met me en ik kan je niet vertellen met hoeveel vreugde ik je laatste brief heb ontvangen. Ik droeg hem bij mij toen ik naar de veldslag ging, waar men vrolijk naartoe marcheert, zeker, in het besef dat je weet waar je naartoe gaat, maar niet of je het geluk zult hebben om terug te keren. Je brief was een talisman die me beschermde tegen de regen van kogels die om me heen floten.”

Giacomo Segre werd geboren op 7 maart 1839 in Saluzzo (Piëmont) als zoon van Salvador en Anna Gentile Segre, een vooraanstaande familie. In Turijn studeerde Giacomo af als ingenieur en maakte carrière als officier van de Koninklijke Artillerie. Hij overleed op 5 oktober 1894 in het Piëmontse Chieri. Nakomelingen van Giacomo vertrokken naar Israël, waar een kleinzoon viel in de Zesdaagse Oorlog.  

Bronnen

Het verhaal ‘Un capitano ebreo alla breccia di Porta Pia’ staat in: Laura Quercioli Mincer, 101 Storie ebraiche che non ti hanno mai raccontato. Rome: Newton Compton editori, 2011, pp. 40-41. De schrijfster is hoogleraar Poolse literatuur en cultuur aan de Universiteit van Genua. De vertaling uit het Italiaans is van mij. 

Kapitein Segre ontvangt de Zilveren Medaille voor betoonde Militaire Moed met de motivatie dat hij uitmuntende leiding aan zijn batterij had gegeven. (Italiaans: Medaglia d’Argento al Valor Militare. “Per la splendida direzione data al fuoco della sua batteria”.) Het fragment uit Segre’s brief vond ik in een publicatie van generaal Vero Fazio.


zie ook deel 1 van de serie Rome van de Joden: Josef Testabuca op het Sint-Pietersplein

cover: bersaglieri in actie, schilderij van Archimede Tranzi, 1882

Over Gerrit Van Oord 3 Artikelen
Gerrit Van Oord (1948) Groeide op in Amsterdam-Zuid, woont sinds 1982 in Rome waar hij tot 1995 Nederlands aan Italianen onderwees. In 1990 was hij mede-oprichter van de uitgeverij Apeiron Editori. Behalve uitgeven vertaalt hij non-fictie uit het Nederlands in het Italiaans (bijv. Abel J. Herzberg, J. Huizinga.) en andersom. Sinds 2002 volgt hij de Italiaanse Etty Hillesum-receptie en publiceert daarover. Is redactielid van het jaarboek Cahiers Etty Hillesum en actief in de AYN-T, Studievereniging Joods-Duitse Cultuur opgericht in Rome.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*