“Bij ruzie grijpen mensen steeds vaker naar explosieven,” luidt de kop van een vooraanstaande nieuwswebsite.
Om vervolgens uiteen te zetten hoe steeds meer mensen een ruzie denken op te lossen met een aanslag. (NOS app, 22 oktober 2024)
Schokkend, vooral omdat dit niet mensen zijn uit het criminele circuit. Geen vragen, maar klappen lijkt de trend. Steeds meer agressie.
In de Parasja van deze week zien we een situatie die normaliter agressie zou opwekken, maar een tegenovergestelde reactie kreeg.
Parasjat Bereishit, waarin de eerste mens wordt gecreeerd, eindigt met een dramatische scene. Een jaloerse fete tussen twee broers, Kajin en Hevel, mondt uit in een slachtpartij.
Enige kind
Kajin vermoordt zijn broer Hevel en blijft achter als het enige kind op aarde. En dan verschijnt God op het toneel. We stoppen de scene even. Stel je voor, dat je God bent en net de wereld hebt geschapen met de eerste mensen erop. En voordat de eerste week goed en wel voorbij is, is de chaos al uitgebroken en is een kwart van de mensheid (Kajin) uitgemoord. Wat is jouw reactie?
Woede, frustratie, teleurstelling neem ik aan? God kiest een ander pad. Hij stelt een vraag: “Waar is je broer, Kajin?” Geen woede-uitbarsting, geen tuttende teleurstelling, maar een vraag. In plaats van agressie, wordt het pad van belangstelling gekozen.
Tesjoeve
God geeft Kajin de kans eerlijk antwoord te geven en zelfs Tesjoeve (inkeer) te doen.
In de maand Tishrei, vooral op Jom Kippoer, zeggen we keer op keer de woorden “Hashem, Hashem, Kel Rachoem Vechanoen”, “God, God, meelevende en barmhartige God”. We spreken over de dertien karaktereigenschappen van God. En we herhalen ze, keer op keer, gedurende de dienst. We doen dit omdat we ons willen spiegelen aan God, aan zijn wegen, zijn meeleven. Wij willen ook zo zijn.
Hoe God reageert op de tragedie van Kajin en Hevel is daar een voorbeeld van. Op zo een cruciaal moment reageren met belangstelling, met nieuwsgierigheid zijn de voetstappen waarin wij willen volgen.
Zoals het krantenartikel aangeeft, is dat op dit moment niet de trend.
De Torah toont geen trends, het toont langdurige waarden en dit is er een van.
Het heeft niet enkel betrekking op onze intermenselijke interacties, maar ook op de conversaties die we met onszelf aangaan. Juist in een maand als Tishrei, waarin velen een blik naar binnen werpen en nadenken over hoe ze het afgelopen Joodse jaar hebben doorgemaakt, is de manier waarop we tegen onszelf praten van cruciaal belang.
Onderzoek
Als ik denk aan mijn fouten, berisp ik mezelf dan, of kijk ik met interesse naar het ‘waarom’?
Als ik denk over wat ik beter wil doen in het komende jaar, jaag ik mezelf dan op met neerbuigende termen of stel ik mezelf de vraag hoe ik mijn positieve kern beter tot z’n waarde kan laten komen?
En ja, ondanks dat de explosies op dit moment een stijgende trend zijn, toont de Torah ons in de eerste Parasja van het jaar dat het aan ons is hoe we met lastige situaties omgaan:
Een vraagteken in plaats van een uitroepteken. Belangstelling in plaats van berisping. Onderzoek in plaats van agressie.
Moge het een positief, mooi jaar worden voor ons allen.
Geef als eerste een reactie