Freda Cohen Rapoport vertelt:
Toen mijn oma Cato Cohen Rapoport (de zus van Maxjes vader) plotseling moest onderduiken heeft ze alle familiefoto’s begraven. Zij deed dat in het stijfselkistje van haar moeder Sara in de achtertuin van het huis. Mijn moeder en oma hebben de Oorlog gelukkig overleefd. Ze konden de foto’s opgraven en zo kwam ik in het bezit van de enige overgebleven foto van Maxje Cohen.
Max Adolf Frits Cohen (1931-1942) was de zoon van Mozes (Max) Cohen en Jette Wraslovsky. Max had nog een oudere broer Bernhart Siegfried (Bennie). Ze woonden in de Charlotte de Bourbonstraat 33 in Den Haag.
Orkest van Fritz Hirsch
Maxje heeft Bennie nooit echt gekend want hij overleed op 21-jarige leeftijd aan een nierziekte, precies één jaar nadat dat Maxje werd geboren.
Dat was heel erg sneu want als Bennie had geweten wat Maxje kon en de oorlog had geen roet in het eten gegooid, hadden ze waarschijnlijk beiden een geweldige muzikale carrière gehad.
Bennie speelde samen met zijn vader in de jaren twintig in het beroemde orkest van Fritz Hirsch uit de hofstad. Dat orkest werd ook wel de Hofstad-operette genoemd. Zowel vader als zoon speelden saxofoon, maar Bennie kon eigenlijk alles spelen. Hij was multi-getalenteerd.
De saxofoon van mijn oom Max ligt tot vandaag de dag in de koffer bij mij thuis.
Verwend
Maxje was dus een nakomertje en werd ontzettend verwend. Waarschijnlijk omdat zijn oudere broer er niet meer was en zijn ouders hem niets wilden verbieden.
De keerzijde hiervan was dat hij alleen opgroeide. Hij mocht niet met andere kinderen spelen, niet op bezoek gaan bij vriendjes of hen mee naar huis nemen. Want die kinderen konden wel iets ‘onder de leden’ hebben. Zo bang waren zijn ouders voor Max’ gezondheid door het te vroeg overlijden van zijn broer. Max mocht niks overkomen.
Maxje was zo verwend, dat als hij bijvoorbeeld met zijn vader naar het strand in Scheveningen ging hij zonder schromen zich het speelgoed van andere spelende kinderen toe-eigende, hij had geen idee dat dit niet mocht.
En toen hij een nieuwe fietsje kreeg voor zijn vijfde verjaardag fietste hij door de woonkamer en botste overal tegenaan. Als vader daar wat van zei, had moeders de oplossing. Geef hem maar een zenuwtabletje daar wordt ie rustig van. Maxje gebruikte die zenuwtabletjes later om zijn zin door te drijven. Dan zei die tegen zijn moeder: ‘Geef mij maar zo een tabletje anders ga ik huilen’.
Hoogbegaafd
Maxje was muzikaal, maar ook kwa lezen en schrijven was hij zeer begaafd. Hij verslond boeken en dat al op zeer jonge leeftijd, waarschijnlijk omdat hij niet echt met andere kinderen kon spelen.
Muzikaal was hij een soort natuurtalent, hij herkende symfonieën bij naam en kon alle instrumenten die er gespeeld werden feilloos opnoemen.
Oom Max deed vaak een soort quiz met Maxje, als er op de radio een concert werd uitgezonden vroeg hij hem bijvoorbeeld: Wie is de solist? Maxje wist altijd het goede antwoord. Hij was pas acht jaar oud.
Of hij zelf al een instrument bespeelde weet ik niet, maar met zo een talent was dat er vast wel van gekomen.
Razzia oktober 1942
Uiteindelijk sloeg het noodlot toe en wel op een hele ongebruikelijke manier.
In oktober 1942 was er een razzia in de Haagse wijk waar ze woonden.
Maxje ging zoals hij wel vaker deed in zijn eentje buiten spelen, had zoals alle Joden een Davidster op zijn jasje genaaid en werd door de Duitsers opgepakt en in een transportwagen gezet.
Zijn moeder (mijn tante Jet) was ontzettend bezorgd toen Maxje na een uur nog niet thuis was gekomen. Zij ging hem zoeken en werd eveneens opgepakt en uiteindelijk samen met hem op transport gezet.
Toen Max senior aan het einde van de dag thuiskwam trof hij een leeg huis aan. Hij werd door de buren op de hoogte gesteld over wat er gebeurd was en vluchtte naar zijn schoonzus die een paar straten verderop in Den Haag woonde.
Vervolgens werd hem door familie in Assen onderduik aangeboden, maar dat weigerde hij. Hij ging vrijwillig naar Westerbork om zijn vrouw en kind te zoeken, maar heeft hun nooit meer gezien.
Maxje en zijn moeder Jette zijn uiteindelijk op 15 December 1942 in Auschwitz vermoord. Max senior een paar maanden later in Sobibor op 5 Maart 1943.
Struikelstenen
Binnen afzienbare tijd zullen er Struikelstenen gelegd worden voor mijn drie familieleden in Den Haag. Hun laatste adres Charlotte de Bourbonstraat 33 in Den Haag (Bezuidenhout) werd in 1945 per ongeluk door de geallieerden gebombeerd. Daarom worden deze stenen voor de deur van de huidige locatie Prinses Beatrixlaan 5 gelegd. De aanvraag is ingediend en goedgekeurd.
Naschrift Freda Cohen Rapoport
Omdat ik van na de oorlog ben heb ik mijn familieleden waar mijn moeder veel over vertelde niet leren kennen. Zij hebben echter altijd een grote rol gespeeld in mijn leven.
Dit verhaal is onderdeel van een project “Ze hadden geen idee wat de toekomst hen zou brengen.” Als u een vrolijke foto van een joods kind (liefst ten voeten uit) tussen de 3 en 12 jaar oud uit de jaren dertig heeft en deze wil laten vereeuwigen in een schilderij dan kunt u reageren op dit bericht, dan stuurt de redactie van De Vrijdagavond uw info door aan Joram Baruch. Of u kunt rechtstreeks contact opnemen met Joram via jorambaruch@gmail.com
Wat heeft Joram een prachtig doek gemaakt van het zwartwitfoto’tje dat ik had van Maxje. Het is een geruststellende gedachte dat ik nu dagelijks naar hem kan kijken. Het bijgevoegde verhaal komt grotendeels van mijn moeder die het gezin goed gekend geeft. Ze logeerde er vaak.
Wat een aangrijpend verhaal, Freda!
Liefs,
Loes van Weezel