Rond Keti Koti, de viering van de afschaffing van de slavernij, is er altijd extra reuring op Beth Haim, de Portugees Joodse begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel. Daar werd namelijk twintig jaar geleden de grafsteen ontdekt van Elieser, begraven in maart 1629.
Elieser was bediende van de koopman/dichter Paulo de Pina, zo valt uit het begrafenisregister op te maken. Hij wordt omschreven als ‘de bruine, die van Paulo de Pina was’. Op de steen staat de inscriptie: S [epultura] do bom servo Elieser. Dat betekent: Graf van de goede bediende Elieser. Het Portugese woord voor bediende met een achtergrond van slavernij is servo. Is er geen sprake van slavernij dan spreekt men van moço of criado.
Al vrij snel heeft een deel van Surinaamse gemeenschap Elieser tot symbool verheven van de slavernij en is de plek waar hij begraven ligt een lieu de memoire geworden, een plek waar de afschaffing van die slavernij gevierd kan worden.
De deelnemers komen per rondvaartboot van Amsterdam naar Ouderkerk en de vrouwen zijn prachtig uitgedost in kleurige gewaden. Zo is het elk jaar weer een kleurrijke interculturele ontmoeting. Volgens goed Joods gebruik worden er op het graf steentjes gelegd waarna de groep zich verplaatst naar buiten het hek waar sinds 2013 een klein standbeeld staat van Elieser aan het Elieserpad.
Misschien doet het er bijna 400 jaar later niet zo toe of Elieser bediende of slaaf was en of hij bruin of zwart was. Maar het is wel heel bijzonder dat er tot op de dag vandaag aan hem wordt gedacht. Beth Haim ligt vol met BN’ers zoals de ouders van Spinoza, rabbijn Yahacob de Aäron Sasportas, dokter Ephraiem Bueno en Menasse Ben Israel, maar niemand lijkt in deze tijd meer in de belangstelling te staan dan de eenvoudige bediende Elieser.
Je gelooft het niet, dat een grote groep Surinamers de afschaffing van de slavernij komt vieren op een Joodse begraafplaats. Maar toch is het zo.
Geef als eerste een reactie