Van uitbundige vreugde naar diep, gitzwart verdriet – het contrast kon nauwelijks groter zijn.
De achtste dag van de inwijding van de tempeldienst in de Tent der Samenkomst, waarop het stokje van de offerdiensten formeel werd overgedragen aan Aharon en zijn zonen, de kohaniem, eindigt in tragedie: de plotselinge dood van Aharons twee oudste zonen, Nadaw en Awihoe.
“Nadaw en Awihoe, Aharons zonen, namen ieder voor zich een vuurpan, deden er vuur in en legden daar wierook op. Ze brachten vreemd vuur voor God dat Hij hun niet had voorgeschreven. Toen schoot er een Goddelijk vuur uit dat hen verteerde; zo stierven zij.”
(Wajikra 10:1–2)
De impact van hun spontane handelen lijkt ondoorgrondelijk.
Moet enthousiasme, eigen initiatief, werkelijk met de dood worden bestraft? Wat rechtvaardigt zo’n Goddelijke straf?
Vier categorieën
Bij een nauwkeurige lezing van de tekst – een close reading – hebben onze geleerden door de eeuwen heen diverse verklaringen aangedragen voor de dramatische dood van Nadaw en Awihoe. Deze verklaringen zijn grofweg in vier categorieën onder te verdelen:
1. Overtreding van heilige grenzen
- Toegang tot het Allerheiligste: Ze zouden het heiligste deel van de Tabernakel zijn binnengegaan, iets wat uitsluitend is toegestaan voor de hogepriester op Jom Kipoer.
- Niet de voorgeschreven kleding: Mogelijk traden zij op zonder de specifieke priesterlijke gewaden die voor hun dienst waren voorgeschreven – een ernstige heiligschennis.
- Vreemd vuur: Het vuur dat ze gebruikten kwam niet van het altaar, maar was door henzelf aangestoken – en dus niet geheiligd.
2. Ongepast gedrag of ontheiliging
- Alcoholgebruik: Volgens sommige verklaarders zouden ze onder invloed zijn geweest toen zij het offer brachten.
- Overijverigheid: Ze handelden te enthousiast of te zelfstandig op een dag die juist volgens strikte, Goddelijke voorschriften moest verlopen.
3. Persoonlijke arrogantie of trots
- Geen vrouwen waardig: Ze trouwden niet, zogenaamd omdat geen enkele vrouw hen waardig genoeg zou zijn.
- Geen overleg: Ze brachten hun offer zonder voorafgaande toestemming of overleg met Mosje en Aharon.
- Zelfstandige halachische beslissing: Volgens Rabbi Elazar stierven ze omdat ze een religieuze beslissing namen in aanwezigheid van hun leermeester Mosje – iets wat als hoogmoedig en ongepast werd beschouwd.
- Machtsambitie: Sommigen vermoeden dat ze ongeduldig waren en verlangden naar het leiderschap van Mosje en Aharon.
4. De letterlijke verklaring van de Tora
De meest directe uitleg in de Tora is eenvoudig:
“Zij brachten vreemd vuur dat Hij hun niet had geboden.”
Met andere woorden: het ging om een daad die buiten de instructies van God viel. Zonder verdere toelichting lijkt dit op zichzelf voldoende reden voor hun straf.
Maar was dit zo uniek?
De Tora beschrijft ook andere spontane acties die niet werden bestraft met de dood. Denk aan Pinchas, die zonder bevel handelde maar beloond werd. Of zelfs Mosje zelf die, toen hij het volk zag zondigen met het gouden kalf, de stenen tafelen brak, hoewel hij daar geen expliciete opdracht toe had gekregen.
Andere maatstaf voor Mosje?
De laatste verklaring van Rasji eindigt niet met een wonder of profetie, maar met lof voor Mosje’s moedige beslissing om de eerste stenen tafelen te breken. God had hem deze tafelen Zelf gegeven, en toch oordeelde Mosje dat het op dat moment juister was ze te vernietigen, een krachtig pedagogisch gebaar richting het volk.
En God? Die keurt zijn beslissing niet alleen goed, maar prijst hem zelfs: “Jij hebt goed gedaan dat je ze brak!” (Rashi’s commentaar op Dewariem 34:12)
Volgens Rasji is dit de laatste boodschap van de Tora: het hoogste niveau van leiderschap is durven handelen vanuit een zuiver moreel kompas, zelfs zonder expliciete opdracht van bovenaf – en daarmee toch Gods wil vervullen.
En toch… een wezenlijk verschil
Er blijft echter een fundamenteel verschil tussen Mosje en de zonen van Aharon. Mosje was een profeet, die in directe communicatie stond met God, geroepen om moreel en spiritueel leiderschap te tonen, ook als dat betekent zelf verantwoordelijkheid nemen.
De zonen van Aharon waren kohaniem (priesters). Hun taak was niet het moreel interpreteren van Gods wil, maar het getrouw volgen van rituele voorschriften. Juist door hun rol als uitvoerders van heilige dienst was gehoorzaamheid, structuur en voorbeeldgedrag essentieel. In het domein van de mishkan, het heiligdom, is er minder ruimte voor spontaniteit en meer noodzaak voor precisie.
Balans tussen regels of inspiratie
Wat leren we tot slot van deze ogenschijnlijke tegenstelling tussen Mosje en de zonen van Aharon?
Dat heiligheid zich niet eenduidig laat vangen in regels of inspiratie alleen. Een gezonde, goede balans tussen beiden is nodig.
Ware spirituele groei ontstaat wanneer vuur en vorm, hart en halacha elkaar ontmoeten.
Sjabbat sjalom
Geef als eerste een reactie