Staat Israël op de rand van een dictatuur of een theocratische staat? Wordt het verscheurd door een burgeroorlog? Of lukt het om een joodse staat en liberale democratie ineen te blijven (of worden)?
De zorgen konden niet worden weggenomen en de vragen konden niet definitief worden beantwoord, maar ze werden wel gesteld aan professor Barak Medina, hoogleraar aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, gespecialiseerd in constitutioneel recht.
De professor sprak afgelopen zondag 3 september in een afgeladen Uilenburgersjoel. Hij was uitgenodigd door de Stichting Nederlandse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit (NVHU) in het kader van de tweede Harry van den Bergh-lezing, genoemd naar de in 2020 overleden voormalig voorzitter van de NVHU. In grote getale hadden de Nederlandse vrienden en donateurs zich aangemeld om hem te horen spreken over de huidige situatie in Israël. Het was duidelijk dat het onderwerp leefde onder het publiek.
Moderator Ronit Palache
Reeds aan het begin van de lezing kondigde Medina aan dat hij wilde eindigen met ruimte voor hoop. Na zijn voordracht was er gelegenheid om verder op de materie in te gaan door het interview door moderator Ronit Palache en aanvullende vragen vanuit het publiek. Palache had het gesprek goed voorbereid met verdiepende, scherpe vragen. Bovendien wist ze met charme de vele relevante vragen vanuit het publiek te stroomlijnen.
Afschaffing toetsing
De professor leidde de middag in met een schets van de huidige situatie: de regering (voor het eerst een volledig rechtse regering) wil juridische hervormingen doorvoeren die de kern van de democratie raken. Zo wil ze de rol van het Hooggerechtshof wegnemen, door de juridische evaluatie (toetsing) van parlementaire en regeringsbesluiten af te schaffen. In de afgelopen decennia werden door het Hooggerechtshof verschillende wetsvoorstellen verworpen, zoals het verbod op samenlevingscontracten voor partners van hetzelfde geslacht en het verbod op de import van onkosjer vlees. Daarnaast behelst het plan dat het aanstellen van rechters het alleenrecht wordt van de regering.
Als de juridische veranderingen doorgang vinden, geeft dit de regering meer macht, onder andere om activiteiten (zoals bijvoorbeeld op de Westbank) door te voeren, haar eigen macht veilig te stellen door verkiezingen minder vrij te maken en om de juridische vervolging van de huidige premier te doen staken.
Geen grondwet
Een centraal aspect in het verhaal betreft het Israëlische gebrek aan een grondwet. Medina geeft de achtergrond hiervan door twee cruciale historische momenten te benadrukken, die een deel van de zaal (inclusief de auteur van dit artikel) waarschijnlijk niet op het netvlies had en zet daarmee één en ander in perspectief.
1947-1948
Medina roemt de wijsheid die sprak uit de inhoud van het verdelingsplan van 1947 door de Verenigde Naties. De VN was zich bewust van het probleem dat een joodse staat (en ook een Palestijnse!) wel gecommitteerd moest zijn aan gelijkwaardigheid voor álle inwoners (met daarbij tevens vrijheid van religie, hetgeen een scheiding van kerk en staat betekende).
In het plan en de Onafhankelijkheidsverklaring die in 1948 door Ben Gurion werd voorgelezen, zijn deze beginselen expliciet opgenomen. Als uitzondering gold de joodse immigratie, die alleen voor joden geldt. (The law of return, waarbij joden te allen tijde konden emigreren naar Israël)
Al heel snel werden echter de beginselen van de Onafhankelijkheidsverklaring niet (meer) nageleefd. Er werd op ernstige wijze gediscrimineerd tussen de bewoners van de staat en ook de scheiding van kerk en staat werd niet volledig gehandhaafd.
Waarden van een liberale democratie
Hoewel conform de opdracht van de VN de intentie aanvankelijk was om (in de jaren) na de oprichting van de staat een grondwet op te stellen, is dit nooit gebeurd. De centrale vraag was en is nog steeds wat het betekent om een joodse staat te zijn met de waarden van een liberale democratie. Ter toelichting: met ‘liberale democratie’ wordt gerefereerd aan een systeem dat zich committeert aan een scheiding van machten, vrije verkiezingen en de waarden van vrijheid en gelijke burgerrechten voor alle ingezetenen. Gezien de vrijheid van religie, impliceert het ook de scheiding van kerk en staat. Deze fundamentele vraag werd al die jaren vermeden.
Flinke ambiguïteit
Het expliciet beantwoorden ervan zou namelijk keuzes betekenen waarover het land sterk verdeeld is. Het vastleggen van discriminerende bepalingen zou door de internationale (en deels ook Israëlische) gemeenschap worden afgekeurd, terwijl een duidelijke commitment aan de kernwaarden van de liberale democratie intern grote problemen oproept.
In de dagelijkse praktijk werd namelijk al op diverse manieren van deze uitgangspunten afgeweken en werden Palestijnen gediscrimineerd. Hoewel er formeel een scheiding was tussen kerk en staat, waren er sinds de stichting van de staat impliciet al keuzes gemaakt waarbij de religieuze wetten prevaleerden, zoals bij het opheffen van het openbaar vervoer op sjabbat en de onmogelijkheid van een burgerlijk huwelijk. Al met al leek enige of flinke ambiguïteit te zijn geaccepteerd.
Basis Wet
Aangezien de Onafhankelijkheidsverklaring feitelijk werd genegeerd, zich meerdere lastige issues voordeden én er nog geen grondwet was opgesteld, werd er in 1992 een verandering doorgevoerd. Deze juridische herziening betrof The Constitutional or Human Rights Revolution. De Knesset committeerde zich aan de uitgangswaarden van menselijke waardigheid in de vorm van een zogenaamde Basic Law. Daarmee werd Israël de facto een liberale democratie en kon het Hooggerechtshof bepaalde wetten tegenhouden, bijvoorbeeld betreffende het verbod op import van kosjer vlees.
Contra-revolutie
Nog steeds was er geen grondwet en bij rechtse en religieuze partijen groeide de frustratie over de uitspraken van het Hooggerechtshof van de afgelopen decennia. Reeds vier dagen na het installeren van de huidige regering – die voor het eerst alleen uit rechtse en ultrarechtse partijen bestaat – in december 2022 werd het huidige plan tot juridische herziening gelanceerd, die ook wel een ‘contra-revolutie’ wordt genoemd.
Medina en collegae waren onmiddellijk zeer bezorgd en dachten dat er misschien enkele honderden mensen zouden protesteren.
Wekelijks honderdduizenden Israëli’s
Nu, ruim acht maanden verder, zijn ze echter zeer onder de indruk van de aanhoudende, vreedzame demonstraties die wekelijks honderdduizenden Israëli’s op shabbat op de been brengen. Het initiatief tot de demonstraties kwam niet vanuit de oppositiepartijen, maar vanuit de maatschappij, onder andere van enkele voormalig leiders van de Shin Beit (Binnenlandse Veiligheidsdienst). Uit een peiling bleek dat twintig procent van de volwassen bevolking minimaal éénmaal heeft gedemonstreerd.
In Nederland zou het betekenen dat ruim 3,7 miljoen mensen minimaal eenmaal hebben gedemonstreerd. De politie blijkt de demonstranten te steunen door de veiligheid te waarborgen.
Voorzichtig optimistisch
Hoewel professor Medina – net als het publiek – zeer bezorgd is over de situatie, is hij ook voorzichtig optimistisch.
Medina benadrukt dat de huidige protesten een hefboomeffect hebben op politici in het buitenland, druk geven vanuit de academische wereld en vanuit reservisten. Deze reservisten zijn de grootste factor voor Israëls veiligheid. Velen van hen kondigen aan hun vrijwillige jaarlijkse reservisten dienst niet meer te zullen vervullen als het plan doorgaat. Medina vermoedt dat – als de regering en het Hooggerechtshof tegenover elkaar komen te staan – het leger en de politie de kant van het Hooggerechtshof zullen kiezen.
Braindrain
Niet alleen de reservisten lijken te veranderen in hun opstelling. Betrekkelijk veel Israëli’s overwegen zelfs het land te verlaten, hetgeen een grote braindrain zou betekenen.
Barak merkt opvallend open en nuchter op: Hij zelf wil in Israël blijven met zijn familie en zich inzetten voor het land, zoals hij nu al acht maanden doet. Zo is hij bezig met het schrijven van een concept grondwet samen met een groep collegae (met verschillende achtergronden, om een breed draagvlak te creëren), voor het geval er verkiezingen en een nieuwe regering komen én om de demonstranten een bron van optimisme te bieden.
Het doel van de protesten is niet om de status quo te herstellen. Het land was verre van perfect en de inzet is hoog. “We might end up better, the stakes are high but it is early to celebrate“.
Nieuwe partij?
Mochten er nieuwe verkiezingen komen, hetgeen hij toe zou juichen, dan zou er een nieuwe partij kunnen opdoemen, die voortgekomen is uit de brede demonstraties. Hun slogan zou zijn: “We are committed to the values of the declaration of independence“.
Als de plannen van de regering echter doorgaan en het land afglijdt door onder meer toenemende discriminatie, zou hij wel degelijk emigreren. Hij beschrijft het als een morele beslissing, indien het land niet meer aan zijn morele standaard zou voldoen.
Compromis nodig
Maar vooralsnog wil hij zich – samen met collega’s van verschillende achtergronden – volledig inzetten voor zijn land. Barak Medina schetst zijn visie zoals die ook tot uiting zal komen in de nieuwe concept grondwet. Teneinde het centrale dilemma rond Israëls identiteit op te lossen, zal er een compromis nodig zijn. Het land is diep verdeeld over diverse issues en langs verschillende lijnen. Er zullen uitzonderingen moeten worden gemaakt voor bepaalde minderheden, zoals (ultra-)religieuze en Palestijnse groepen. Op deze manier zal een grondwet recht kunnen doen aan zowel het joodse karakter van de staat als de waarden van een liberale democratie en zo een veilige basis bieden voor alle bewoners.
Geweldloze toon
Zoals gezegd: Medina kondigde aan het begin van de lezing al aan dat hij optimistisch zou eindigen.
Achteraf, bij de borrel, vertrouwt hij me toe dat hij de indruk heeft dat hijzelf optimistischer is dan het publiek vandaag.
Hij zegt het voorzichtig, met de zachtaardige glimlach en bescheiden, iets verlegen blik die ook soms zichtbaar waren tijdens de lezing.
Het is duidelijk wat zijn mening is en die benoemt hij ook als zodanig, maar hij heeft nergens in zijn betoog scherpe woorden gebruikt en opvallend weinig namen genoemd. Zijn verhaal was messcherp en gaf een heldere analyse van de problemen, terwijl hij een nuchtere, geweldloze toon hanteerde zonder oordelen of modder gooien.
Mengeling van hoop en zorg
Hij laat het publiek achter met een mengeling van hoop en grote zorg en in ieder geval een stuk meer begrip van de complexiteit van de situatie.
cover foto Boris Dittrich, beeldbewerking Bloom
Geef als eerste een reactie