Fred is een goede vriend van mij. We groeiden samen op. Hij begon zich te interesseren voor Judaïca en had na vele jaren van collectioneren een museale collectie opgebouwd. Zelf raakte ik ook geïnteresseerd in Judaïca en heb inmiddels een kleine collectie. Een aantal jaren geleden vertelde Fred mij het volgende bijzondere verhaal.*
Inmiddels zo’n dertig jaar geleden komt Fred op een zondagmorgen op de kijkdag van een boekenveiling van een klein veilinghuis in Amsterdam. Ook toen was het verzamelen van antieke en oude boeken een mooie tak van sport. In het bijzonder werden geïllustreerde boeken en eerste drukken gezocht. Fred liep langs de vele uitgestalde boeken en zijn interesse ging voornamelijk uit naar Joodse boeken of die met een Joods gerelateerd onderwerp.
Zijn oog viel plotseling op een klein antiek boekje, zo’n zeven centimeter groot. Fred liet het boekje uit de vitrine halen door een medewerker.
Dit exemplaar was een unicum. Het is de beroemde Amsterdam Hagada. Aanbevelingsprijs in de catalogus: vijfduizend gulden. Dat kan toch niet waar zijn?
Bevriende verzamelaar
Die Hagada was een veelvoud waard. Fred belt onmiddellijk een bevriende verzamelaar uit Boston op. Hij vertelt hem wat hij heeft ontdekt op de veiling. Mr. Schwartz geeft hem opdracht de Hagada te kopen tot een bedrag van honderdduizend gulden. Dat geef ik. Al wat het minder opbrengt, dan is het verschil voor jou. Twee dagen later is de veiling.
De eerste kavel wordt om 10 uur geveild. Fred is om 09.45 in het veilinghuis om een goede plaats te bemachtigen. Tot zijn grote schrik en verbazing ziet hij in de zaal een groep voor hem onbekende Joodse mannen allen met baard en pijes. Hij ontdekt de directeur van de boekenafdeling van een groot veilinghuis uit Londen. En ziet een Chassidische Jood met rode baard en pijes. Oh, Oh, ik zie dat ik zeker niet de enige ben die aast op de antieke Amsterdamse Hagada, miniatuur manuscript uit 1716.
Fred ziet dat de rode baardman iets zegt tegen de groep en zijn portefeuille trekt waarna allen geld ontvangen en van het toneel verdwijnen.
Amsterdamse Hagada in perfecte staat
De rode baard komt terug in de veilingzaal. Voor zover Fred het kan inschatten zitten er nu nog maar twee concurrenten in de zaal. De rode baard en de man uit Londen. Nog twee nummers en dan komt de Hagada aan bod. Fred is doodzenuwachtig. Ja, het is zover. De veilingmeester brengt de volgende kavel ter veiling, een antieke Amsterdamse Hagada uit 1765. De Hagada is in perfecte staat, zeer zeldzaam. We openen met driehonderd gulden. 500, 800, 1000,1500, 2000, 3000, 5000, 8000, 10.000, 14000, 19000, 25000, 30.000. Fred biedt mee en zo verder naar 80.000, 90.000. Fred moet afhaken, 100.000!
Er komt ook nog eens vijfentwintig procent opgeld bij. De Hagada gaat weg voor 110.000 gulden. Volledig door getranspireerd verlaat Fred, hevig teleurgesteld, de veilingzaal.
Twee maanden later bij Dicky squash
Ik lig in de sauna bij Dicky squash. Het is dinsdagavond mijn vaste sauna-avond. Na een paar saunagangen val ik weer in een diep slaap op een van de heerlijke ligbanken. Plotseling schrik ik wakker. Het is bijna een uur, ochtend. De TV staat aan. Ik sta op van mijn bank, slaapdronken. Mister, hey, you. Ik word aangesproken door een man met een typisch Brooklyn accent. Hij heeft een rode baard.
Kun jij voor mij het nieuws vertalen, vraagt hij, kijkend naar de TV. Sure, in het Engels of Jiddisch? Verbaasd kijkt hij me aan. Hoe weet je dat ik Jiddisch spreek? Well, your accent is from Brooklyn you are wearing a beard and pijes …… Yes, I am from Brooklyn we can speak Yiddish.
Wat kom je hier doen? Vraag ik. Ik ben een antiekhandelaar zegt Mosje. Wat toevallig, ik houd me ook bezig met antiek, met antieke juwelen. En jij, Mosje? Met judaïca. Interessant zeg ik. Ik verzamel een beetje judaïca, voornamelijk zilver. En ik handel in sfoeriem, sephariem, boeken, zegt Mosje. Ach zeg ik, dan heb ik een grappig verhaal voor je.
Ga je naar sjoel?
Ik vertel hem het verhaal van de Hagada van de veiling Mosje kijkt me aan. Ga jij naar sjoel? Ik bevestig zijn vraag, Ochtends? Waar dawwen jij? Ik vertel Mosje dat ik iedere ochtend naar sjoel ga in het Sjtiebel, Kehillas Jaakov, de sjoel in de Gerrit van der Veenstraat. Ik ben daar ook morgenochtend.
Dan zal je de daar de Hagada laten zien. Want ik ben de koper. Ik heb de Hagada vanmiddag opgehaald. Vertel alsjeblieft niemand dat we elkaar hier hebben ontmoet in een gemengde sauna. Ik heb astma en heb lucht nodig begrijp je? Ik woon in Brooklyn, heb een gezin met tien kinderen.
Tranen van emotie
De volgend morgen ontmoeten Mosje en ik elkaar in sjoel. Na het dawwenen komt Mosje naar mij toe en trekt de miniatuur Hagada uit de borstzak van zijn colbert. Ik had tranen in mijn ogen van emotie. Wij hebben bij ons thuis de grote uitgave van de Amsterdamse Hagada, gedrukt in hetzelfde jaar. Wij gebruiken hem ieder jaar op Pesach. De onze zit onder de wijnvlekken, deze was in mint conditie, puntgaaf.
Mosje is inmiddels overleden. De Hagada kocht Mosje samen met een groep handelaren die de Hagada doorverkochten. Hij maakt nu deel uit van een collectie van een verzamelaar.
*Het verhaal is authentiek, namen en plaatsen zijn verzonnen.
Rabbijn Henry Abramson vertelt het in deze video
cover: Amsterdam Hagada (gedrukt) Collectie Ets Haim Museum
Geef als eerste een reactie