Winter 2017-2018
Ik kwam net van de piste af in de Schistall om mijn ski’s op te bergen en mijn skischoenen uit te trekken in de VIP-afdeling van de hut. Daar zit een man op een houten bank. Hij probeert zijn skischoenen uit te trekken. Ik zie dat hij crepeert van de pijn. Het is geen Duitser of Oostenrijker, ik spreek hem aan in het Engels Can I help you?
Nee, ik moet het zelf doen, zei hij. Ik ga door in het Engels, doe nou niet zo stom, laat me je helpen je hebt veel pijn, zei ik. Hij antwoordde: ja dat klopt, er is zojuist een snowboarder in mijn rug geskied. Maar ik moet het zelf doen. Eigenwijs, denk ik dan maar.
Dat je hier zit betekent voor mij dat je een vriendje van de baas bent of je komt hier al jaren. Ik kom al jaren hier, zegt hij, hoeveel jaar? vraag ik. Twintig jaar, en jij? Vijftig jaar!
congres in Amsterdam
Je jokt, was zijn antwoord. Hoe zo? Zo oud ben je nog niet, oh ja? Kan jij dat bepalen? Ja, ik ben arts. Wat voor arts ben je dan? Ik ben neuroloog. Ik vertel hem dat een zeven maanden geleden er een groot congres was in Amsterdam voor neurologen.
Hoe weet je dat? Ik kom uit Amsterdam en was zijdelings betrokken bij dat congres. Ben je een collega van mij? Nee, ik heb een vriend die is voorzitter van je club. Wie is dat? Klaus? Ja, Klaus, Klaus Toyka. Klaus is een van mijn beste vrienden zei hij, wij hebben wekelijks telefonisch contact. Hoe ken jij Klaus Toyka? De geschiedenis van de vriendschap met de Toyka’s is een verhaal dat hier in Bad Hofgastein is begonnen in 1947, maar dat vertel ik je nog wel.
Hoe was je betrokkenheid bij het congres? Zoals je weet, is Klaus een begenadigd violist, hij wilde een concert geven met zijn nicht uit Engeland die pianiste is. Door onze vriendschap heeft hij mij gevraagd een concertzaal te regelen voor driehonderd man publiek. De zaal in het Geert Groote College bleek geschikt en beschikbaar.
Ken je nog andere neurologen vroeg de man, ik ken een paar neurologen in Amsterdam zei ik. Ik noemde de namen, die waren hem bekend. Mijn allerbeste vriend zei hij is een neuroloog in Israel. Ik ken geen neurologen in Israel zei ik, maar hoe heet je vriend?
Bornstein in Tel Aviv
Nathan Bornstein was zijn antwoord. Ik ken een Nathan Bornstein zei ik, in Tel Aviv, maar ik weet niet of hij neuroloog is. Zijn vader en mijn vader hebben samen met een vriend Auschwitz overleefd. Zij kwamen alle drie uit Krakau. Ik denk dat hij zijn zoon kan zijn. Ik bel Nathan. Met Dafin, Nathan, ken jij, hoe heet jij eigenlijk? Ephraim?
Nathan ken jij een Ephraim uit Amsterdam? Ja, waarom vraag je me dat, hoe is dat mogelijk? Jij bent aan ‘t skiën, Ephraim zit naast me, dat kan niet waar zijn, Ephraim Goldstoff? Dafin kijkt me aan, ik bevestig mijn naam. Ik heb vijftig jaar geleden bij Ephraim en Tamara gelogeerd met een studievriend, zij hebben ons in een week heel Amsterdam laten zien, inclusief het nachtleven. Wij studeerden toen in Bologna. Wat een toeval, Nathan is Professor geworden in het Shaare Zedek in Jerusalem als directeur Brain Division en verbonden aan de Tel Aviv University. Dafin Muresanu is professor in Roemenië.
Wacht ff zei ik, Dafin ben jij hier met een grote groep collega’s? Ja met twintig man. Jullie hebben jarenlang in ons hotel gelogeerd, hadden het souterrain ter beschikking. Namen jullie eigen slivovitz mee? En je eigen worst en andere Roemeense lekkernijen? Toen werden jullie verzocht het komende jaar een ander hotel te zoeken.
Ja dat zijn wij.
Dafin, zijn familie en zijn collega’s werden vrienden van ons. We hopen nog vele jaren samen te skiën.
cover foto: skievakantie foto privécollectie Goldstoff
Geef als eerste een reactie