Parasja

Hemelse wezens en vrome fraude

Dat het joodse volk vroeger meerdere goden kende, wordt ons jaarlijks door de Haggada bevestigd: “In het begin dienden onze voorouders afgoden, maar nu heeft God ons tot Zijn volk gemaakt”. Soms vinden we nog overblijfselen terug uit deze heidense tijd in de Tenach zelf. Zoals ook in onze parasja. Het lied van Mosjé Het grootste gedeelte van deze parasja (Dewariem 32:1-43) is een gedicht dat “Het lied van Mosjé” wordt genoemd. In de Tora wordt … [Lees verder]

Parasja

Evolutie van de Tefillien

Als je naar het woordje tefillien, gebedsriemen, zoekt in de Tora, kun je nog lang blijven zoeken. Dit woordje verschijnt pas rond de 1e eeuw vdgj (van de gebruikelijke jaartelling) in de Targumim, de Aramese vertalingen van de Tora. Toch probeerden de rabbijnen van vroeger een bron te vinden voor het gebruik van de tefillien. Deze vier pesoekiem (verzen) zijn nu te vinden in de vier perkamenten die opgerold zijn in de tefillien. De laatste … [Lees verder]

Parasja

Sjabbatjaar oogst argwaan

De parasja van deze week begint met het gebod van sj’mieta, het sjabbatjaar. Tijdens het laatste jaar van een zevenjarige cyclus moet akkerland in Israël braak blijven liggen: God zei tegen Mosjé op de berg Sinai: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven, moet het land rust krijgen, een sjabbatsrust gewijd aan God.”’ (Dewariem 25:1-3) “En als je zou zeggen: ‘Wat zullen we eten in het … [Lees verder]

Parasja

Arkeologie: wierook, voetenbankjes en cherubijnen

De parasja gaat deze week over de bouw van het misjkan, het draagbare heiligdom in de woestijn. De bouw daarvan heeft daar bijna tweeënhalf hoofdstukken voor nodig. In minuscuul detail gaat het in op de stoffen en de afmetingen van de meubels en voorwerpen: de ark van het verbond met zijn cherubijnen, de tafel met de toonbroden, de zevenarmige menora, de verschillende dakbedekkingen, de planken, de uitbundige gordijnen en, tot slot, het grote offeraltaar. Saillant … [Lees verder]