‘Jammer, wéér een dochter’. Met die woorden betrad samaas Aroon Ricardo de kantoren van de Snoge op de middag voor Kol Nidrei op 17 september 1926. Die ochtend was de derde dochter van het gezin Ricardo uit de Weesperstraat geboren. Ze werd Stella genoemd, naar Aroons oudste zus en kreeg al snel de roepnaam ‘Stelly’.
Stelly groeide op in de Weesperstraat, waar haar ouders een chocolade en snoepwinkel hadden op nummer 87. De vooroorlogse Weesperstraat was net zo’n straat als de Utrechtsestraat, smal en vol winkels. Stelly’s wereld was een volledig joodse wereld. Familie en vrienden woonden bijna allemaal in de buurt. De oorlog maakte daar voorgoed een einde aan.
In 1963 werd Stelly mijn moeder. Ze vertelde weinig over haar jeugd. Haar herinneringen lagen goed verborgen onder het asfalt van de naoorlogse straat.
Een aantal jaren geleden verzon ik, mijmerend over het Namenmonument dat aan diezelfde Weesperstraat verrijst, dat een deel van de straat eigenlijk een park zou moeten zijn, waar je niet alleen zou kunnen bijkomen van een bezoek aan dat monument, maar waar ook meer te zien en te horen zou zijn over het verleden van de straat en vooral over het léven van mijn grootouders en al die andere winkeliers, zoals de bakkers Vuysje en de Liever, Vischhandel van Kleef en sigarenhandel Querido. Ik deelde deze droom met niemand, tot ik in september jl. een artikel las in het Parool over plannen voor een groene zone aan de zogenaamde ‘Knowledge Mile’, het gebied tussen IJ en Amstel, waaronder ‘mijn’ Weesperstraat.
Ik benaderde de gemeente en vertelde over mijn ideeën en een wonder geschiedde. Vanaf 27 mei tot 10 juli staat er een installatie met foto’s ontworpen door Bernd Wouthuysen en een podcast van mijn hand over het verleden, heden en de toekomst van de straat op het J.D. Meijerplein. Van Grijs (het donkergrijze verleden, asfalt en beton) naar Groen (nabije en verre toekomst). Iedereen mag meedenken over de toekomst van het gebied en zijn of haar gevisualiseerde ideeën inleveren. Voor mij is het belangrijkste: het asfalt eruit zodat de herinneringen aan mijn grootouders en al die anderen weer tevoorschijn kunnen komen. ‘Laat mij maar met mijn verdrongen verleden’ zei Stelly vaak tegen me, als ik haar weer iets te veel vragen stelde. Ze overleed afgelopen oktober op 94-jarige leeftijd. Ze was vast komen kijken en heimelijk best blij geweest, want als het verleden er even mocht zijn, was dat meestal een opluchting voor haar.
Mazal tov, Bertien, en wat een mooi initiatief!