
Ongeveer twee keer per jaar vertel ik op scholen het oorlogsverhaal van mijn inmiddels overleden grootouders.
Een aantal weken geleden was het weer zo ver, ik mocht het verhaal doen voor een paar klassen van een basisschool. Ik was een beetje bang dat de kinderen te jong waren en dat de les niet echt interactief zou zijn. Blijkbaar onderschatte ik deze klassen. Ik werd bedolven met mooie vragen en verhalen.
Een van de vragen die ik kreeg en waar ik even over na moest denken was: waar geloven joden eigenlijk in?
Ter plekke gaf ik het traditionele antwoord – er is één God die ons via de Tora een instructieboek heeft gegeven van hoe wij onze levens moeten leiden. Onderweg naar huis bleef die vraag bij mij knagen. Waar geloven ‘wij joden’ nou eigenlijk in?
Tikoen Olam
Zelf geloof ik heel erg in het concept van Tikoen Olam – het beter maken van de wereld. Het er alles aan doen dat de wereld, als ik deze na mijn 120 jaar verlaat, een betere plek is dan die ik aantrof bij mijn geboorte. Tussen alle leefregels en tradities die het jodendom karakteriseren, besefte ik me dat sporen van deze mitswa overal zijn terug te vinden, zo ook als het gaat om de Zevende dag van Pesach (Sjevi’i Sjel Pesach).
Lied der Zee
Traditioneel is de Zevende dag van Pesach de dag waarop onze voorouders tijdens de uittocht uit Egypte de Rietzee (Jam Soef) overstaken en de dag Mirjam en Moshe het Lied van de Zee zongen.
De Midrasj vertelt dat na de oversteek de Engelen lofliederen aanhieven voor de Eeuwige, maar dat de Eeuwige zelf antwoordde: hoe kunnen jullie blij zijn en Mijn lof bezingen terwijl Mijn schepsels in de zee verdrinken?
De Midrasj vertelt ons dat zelfs in de situatie waarin onze vijanden het onderspit delven en wij (terecht) blij zijn met onze bevrijding of overwinning, wij ons moeten beseffen dat zij ook schepsels zijn van de Eeuwige.
Aan het begin van Pesach laten we tijdens de Seider zien dat wij de pijn die de Egyptenaren tijdens de plagen ervoeren niet willen bagatelliseren door bij elke plaag een klein beetje van onze vreugde (lees: wijn) weg te druppelen. Aan het einde van Pesach vieren we onze bevrijding en we voelen ook mee met het verlies van de Egyptische mensenlevens.
Anders gezegd – elk mens is een mens en moet als zodanig worden gerespecteerd.
In het kader daarvan rijst de vraag hoe wij als Joden onze omgeving zien. Een van de mooiste voorbeelden van hoe hier mee om te gaan vindt jaarlijks plaats op de dag na Pesach.
Mimoena
Dat het Joodse volk een smeltkroes is van sub-culturen kan je ook zien in Israël waar de Mimoena, traditioneel een Marokkaans-Joods feest, uitgebreid en breeduit wordt gevierd. De Mimoena vindt plaats uitgaande Pesach (eigenlijk de dag na Pesach). De belangrijkste aspecten zijn dat de tafel vol staat met lekkernijen en dat deur openstaat en iedereen welkom is om binnen te komen en mee te vieren.
Er is wat onenigheid over de herkomst van het feest, en een van de uitleggen die ik kon vinden was dat de Joodse gemeente in Marokko zo de deuren weer opende voor hun niet-joodse buren nadat ze zich tijdens de Pesachweek, vanwege de strengere Kasjroetregels, wat meer afzonderden.
Weer een stukje Tikoen Olam – het openzetten van onze huizen voor iedereen en hierbij laten zien dat wij als Joden een wezenlijk deel uitmaken van de hele samenleving.
Onderdeel samenleving
In deze rare tijden hebben we vaak de neiging om als het ware in elkaar te kruipen en vooral de steun van de Joodse gemeente zoeken, vaak uit angst voor een boze buitenwereld.
Wellicht naïef, maar ik wens ons toe dat tijdens deze Sjevi’i Sjel Pesach wij de lessen die de tradities van deze Jom Tov ons leren in gedachten te houden. Laten we ons herinneren dat elk mens als zodanig gerespecteerd moet worden en laten we diepgaand beseffen dat wij een onderdeel zijn van de samenleving.
Naar voorbeeld van onze aartsvader Awraham: laten wij onze deuren en harten openen voor onze buren en laten wij er alles aan doen om de wereld een klein stukje beter te maken.
sjabbat sjalom
Mooi beschreven en voorbeeld naar Tikkoen Olam.