‘Daar is water.’ Hoe het verschil tussen een ‘a’ en een ‘o’ de vertaling van het scheppingsverhaal op zijn kop zet

deel 1

Vandaag neem ik jullie mee in mijn belevenissen rond de hertaling van de eerste hoofdstukken van Genesis ofwel Beresjiet, het eerste boek van de Torah.’*

Let wel: ik geloof niet zoals mensen in God geloven, omdat dit woord snel leidt tot personificatie van het ultieme wezen. Wel ben ik me bewust van een kracht om mij heen, een vorm van pure energie. 

Die kracht ervaar ik als iets wat me goed doet. Het fenomeen ‘synchroniciteit’ – waarbij toeval niet bestaat, alles met elkaar verbonden is en oorzaak en gevolg elkaar steeds opvolgen – laat zien hoe die energie alles in beweging zet en mogelijk maakt.

*(red.) Dit is de licht bewerkte versie van de lezing die Simon Cohen hield voor de Rotary Club Rotterdam, 10 september 2025 

Het woord in de Torah voor deze ultieme kracht is Elohiem en geeft mij meer houvast. 

Altijd aanwezige kracht

Elohiem is altijd aanwezig en het is aan mij om mij voor de aanwezigheid open te stellen. Bidden leidt bij mij tot een passieve houding. Mijn ervaring is dat openstellen vraagt om een volledige verbinding van gevoel, lichaam en geest.

Door studie aan het Nederlandse Israëlitisch Seminarium in Amsterdam, behaalde ik het diploma Docent Joodse Vakken met als hoofdvak Klassiek Hebreeuws. Daar ontdekte ik dat de vertalingen uit het oorspronkelijk Hebreeuws vaak niet – of helemaal niet – de oorspronkelijke tekst in de Torah dekken.

Elohiem: een doorlopend vernieuwende kracht

Neem bijvoorbeeld het Hebreeuwse woord dat we vertalen als ‘God’. Als je het woord Elohiem ontleedt, kom je uit op de betekenis: een doorlopend vernieuwende kracht. De kracht die steeds weer tot ‘zijn’ gaat en steeds opnieuw het moment opzoekt. Kort samengevat: zich steeds weer vernieuwt.

Een begin

De aanleiding voor deze uiteenzetting: Tijdens mijn hertaling van deze eerste hoofdstukken van Beresjiet stuitte ik meteen op iets bijzonders in de allereerste zin – bij velen bekend: “In het begin schiep God de hemel en de aarde.”

Alleen het woord ‘aarde’ klopt echt. In de oorspronkelijke tekst staat namelijk ‘een begin’, niet ‘het begin’ en ‘had geschapen’ – de voltooid verleden tijd – in plaats van ‘schiep’. 

Dat zijn wezenlijke verschillen, omdat ze het mogelijk maken een tijdlijn in het verhaal te zien. Daar hebben we nu geen tijd voor, maar wél voor het woord ‘hemel’. Hier wordt duidelijk het ‘heelal’ bedoeld. 

Dit doet me denken aan wat we nu weten over de snelheid van de aarde en ons melkwegstelsel: 

  • de aarde draait met een snelheid van 108000 km/ uur om de zon,
  • de zon draait met een snelheid van 828000 km/ uur om het centrum van ons melkwegstelsel,
  • en ons melkwegstelsel zelf raast met 2,16 miljoen km/uur door het heelal. 

Men wist 3500 jaar geleden niet dat we op een planeet in de immense ruimte leven.

Echter, in het Hebreeuws is ‘hemel’ sjammajiem: majiem betekent water, en sjammajiem letterlijk ‘daar is water’.

De wetenschap stelt dat zo’n zeventig procent van het heelal uit het element waterstofgas bestaat. Met de overeenkomst tussen enerzijds de oude Hebreeuwse tekst en anderzijds de kennis uit de wetenschap moest ik iets doen.

Mojiem is watermassa

De tweede zin van de Torah luidt:

“En de aarde was woest en leeg; duisternis lag over de watermassa…”
Het Hebreeuwse woord voor ‘watermassa’ is opnieuw mojiem.
Wetenschappers vermoeden dat de aarde ooit door een bombardement van ijskometen werd bedekt met een diepe laag water – opnieuw een opvallende overeenkomst tussen wat 3500 jaar geleden aan kennis werd ontvangen en wat de huidige wetenschap ons vertelt. 

Nu komt het: In de eerste zin van Beresjiet heeft het Hebreeuwse woord (sjam)majiem een patach: a, maar in de tweede zin een kamets o = mojiem.

Conclusie:

  • (Sjam)majiem (met a) = hemel, H₂ (waterstofgas)
  • Mojiem (met o) = water(massa), H₂O

Dit onderscheid is verloren gegaan omdat in het modern Hebreeuws de a en o gelijk klinken, en omdat klinkers in oude teksten vaak ontbreken. Waar de klinkers wél staan, wordt het verschil niet meer opgemerkt of men geeft het geen aandacht.

Voor mij was dit een spannende ontdekking: klopte mijn conclusie wel? Ik besloot direct de volgende zinnen te onderzoeken om te kijken of majiem en mojiem daar ook zo werden gebruikt.

En ja – tot mijn grote opluchting bleek het te kloppen: majiem verwijst consequent naar het waterelement (H₂), en mojiem naar water (H₂O).

Ontstaan dampkring

Zo ontdekte ik dat de Hebreeuwse tekst het ontstaan van de ‘dampkring’ letterlijk beschrijft – inclusief het ontstaan van zeeën. In de tekst ‘scheiding van het water boven het firmament en onder het firmament’ verwijst majiem (boven) naar waterstofgas en mojiem (onder) naar het water. 

Uit de zinnen daarna kun je zelfs opmaken hoe die dampkring ontstond: door waterstofgas dat uit de zeeën opsteeg, waardoor het volume van de zeeën afnam en land zichtbaar werd.

Een tekst van zo’n 3500 jaar oud bevat dus kennis die de mensen van toen niet konden begrijpen, maar die nu, met onze wetenschappelijke inzichten, verrassend herkenbaar is.

Watercyclus

Dan volgt iets opmerkelijks in hoofdstuk 2: daar staat dat er nog geen regen was. De watercyclus –  de kringloop tussen de aarde en dampkring, met zeewater, verdamping, wolken, regen en rivieren – werkte blijkbaar nog niet. 

En direct daarna lezen we: “En damp steeg op uit de aarde, de aarde werd verzadigd.”

Dat riep de vraag op: kwam die verzadiging voordat de watercyclus begon? Heeft die damp de watercyclus misschien in gang gezet?

Chat GPT

Geïnspireerd door de snelle ontwikkeling van AI besloot ik dit voor te leggen aan Chat GPT. Dat leidde tot een uitvoerig – en soms ook komisch – gesprek van zeven A4’tjes. Volgende week licht ik daar een paar fragmenten uit met bevestigingen gebaseerd op wereldwijd verzameld onderzoek.


cover: Art by Sefira Lightstone/Chabad.org

Over Simon Cohen 1 Artikel
Simon A. Cohen, Rotterdam(1948) was ondernemer en vermogensbeheerder. Winnaar Rotterdamse Ondernemersprijs 2003. Lid NIK en het Verbond Liberale Jodendom. Voormalig voorzitter: NIG Rotterdam; Convent der Kerken en Synagogen; Landelijke Dialoogcommissie Verbond; OJCM; Coalitie ter voorkoming spanningen in stad. Actieleider toneeluitvoering Fassbinder ‘Het vuil, de stad en de dood,’ 1987. Studeerde aan het Nederlands Israëlitisch Seminarium klassiek Hebreeuws en filosofische achtergronden Jodendom.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*