De ‘genialiteit’ van de Duitse taal
Joseph Beuys (1921-1986) was een raadselachtige man met heel veel invloed in de Duitse kunstwereld.
Wie bijna alles van hem heeft gelezen, weet dat hij diep in zijn hart een door en door gelovige volgeling was van Rudolf Steiner (1861-1925). Hij was dus een antroposoof in hart en nieren.
Joseph Beuys probeerde het weleens met een grapje weg te wuiven: „Mysteries vinden plaats in het Centraal Station en niet in het Goetheanum,“ zei hij dan. Het Goetheanum is het centrum van de antroposofen in Dornach, Zwitserland.
Bij een andere gelegenheid vertelde hij in alle ernst dat hij in opdracht van Steiner handelde. Deze zou al vroeg aan hem zijn ‘verschenen’ en bij die gelegenheid hebben gezegd: „Ik heb het geprobeerd met mijn middelen, probeer jij het nu met die van jou.“
Rudolf Steiner van theosofie naar antroposofie
De nog steeds – en terecht zeer – omstreden Rudolf Steiner was een Duitse geleerde die zich intensief bezighield met de letterkunde van de Duitse romantiek. Hij kwam tenslotte bij de theosofie terecht, waaruit hij zelf de antroposofie ontwikkelde.
Daarbij ging het om niets minder dan het opstijgen van de hele mensheid naar een hoger geestelijk niveau. Bij die ontwikkeling zouden mensen van het ‘blanke ras’ en daarbij vooral de ‘Germanen’ de leiding hebben. Dat had Rudolf Steiner allemaal gelezen in de Akasha-Kroniek, een boek dat hoog boven ons, ergens in de wereld van de geest zou zweven en alleen door uitverkorenen kon worden gelezen.
Ingebeelde superioriteit
De allergriezeligste ideeën vonden hun neerslag in zijn in 1918 verschenen boek over Die Mission einzelner Volksseelen im Zusammenhang mit der germanisch-nordischen Mythologie (De taak van de afzonderlijke volkszielen in de context van de Germaans-Noordse mythologie).
De nationaal-socialisten moesten niets van deze hoogdravende theorie hebben. Die wilden niet de hele mensheid verheffen, maar op grond van hun ingebeelde superioriteit over andere volkeren heersen. De griezelige overeenkomst zit hem natuurlijk in de ‘Germaanse superioriteit gedachte’. En daar komen we dan Beuys weer tegen. In 1985, een jaar voor zijn dood, hield hij in de Kammerspiele in München een lezing getiteld: Rede über das eigene Land.
Helemaal in de geest van Steiner sprak hij over de bijzondere kwaliteiten van het Duitse volk. Van ons, zo oreerde hij, mag iets bijzonders worden verwacht: “alleen al vanwege de genialiteit van de taal die wij spreken.”
Raus, raus! Schneller, schneller!
Aha, het Duitse volk had een bijzondere opdracht! En wie dat niet zelf in de Akasha-Kroniek had ontdekt, die kon het – volgens Beuys – aflezen aan die bijzondere kwaliteit van de Duitse taal.
De eerste keer dat ik dat las, hoorde ik als een onmiddellijke reactie op deze schandelijke ophemeling van de taal van onze buren: Raus, raus! Schneller, schneller!
Wegkijk-antisemitisme
Het was mijn eerste werkelijke confrontatie met het ‘wegkijk-antisemitisme’ – een begrip dat ik hiervoor ontwikkelde – want het ging over de taal waarmee zes miljoen Joden (en natuurlijk ook ontelbaar vele anderen) de dood werden ingedreven. Het was de taal waarin de antisemitische wetgeving van de nazi’s was geformuleerd en het uitroeiingsantisemitisme was ontwikkeld en uitgevoerd.
Destijds, in 1985, in die zaal vol aandachtige toehoorders, struikelde waarschijnlijk niemand over de lezing van Beuys.
De toespraak werd voor een groot publiek gehouden. Iedereen applaudisseerde en de hele toespraak werd in meerdere uitgaven gepubliceerd. Niemand lijkt toen te hebben gedacht aan de verschrikkingen die een paar decennia geleden in deze taal waren gecommuniceerd.
Beuys keek weg, zijn toehoorders keken weg en tot de dag van vandaag kijkt het overgrote deel van de Beuys-bewonderaars weg.
Niet alleen Beuys, maar de hele zaal keek even weg. Hier was overduidelijk sprake van wegkijk-antisemitisme. Beuys keek weg, zijn toehoorders keken weg en tot de dag van vandaag kijkt het overgrote deel van de Beuys-bewonderaars weg, niet alleen bij deze uitspraak, maar bij vele andere, ook veel ergere uitlatingen van Joseph Beuys. Ze komen in vervolgstukken nog aan de orde.
cover: Kasteel Moyland bij Kleef, Duitsland met grote Beuys-collectie, Foto Bloom, 2025
Boeiend stuk. Ik houd me aanbevolen voor het vervolg. Misschien mag ik wijzen op een overeenkomst die mij opvalt met de filosofie van Martin Heidegger (1889-1976). Bij Heidegger wordt de Duitse taal het bevoorrechte voertuig van de filosofie. Hij kent aan deze taal de functie toe van het ontsluiten van filosofische inzichten. Het Duits, met zijn associatieve en etymologische verbanden, krijgt bij hem de trekken van een soort openbaringsmedium voor de filosofie, wat een opvallende gelijkenis oplevert met Beuys’ denkwijze. Bij Heidegger wordt dan ook aan de rede in de traditionele zin haar fundamentele wijgerige betekenis ontzegd. En ook Heidegger komt langs deze weg tot duistere, pagane gedachten die uitlopen op Antisemitisme.
Dankjewel voor deze bijdrage. Ik ben nog uit de generatie waarin Beuys toch wel een bewierookt kunstenaar werd beschouwd. Ik vraag het mijn dochter en ze antwoordt ‘Beuys? Ach jeetje, zijn jullie daar nog steeds mee bezig?’
Het mooie van deze bijdrage is dat het de deur opent naar gelaagdheid.
Je kunt het belang van Beuys in het discours zien, de klap in het gezicht incasseren (de mythologie van de wolf en de haas) en deze inzichten incorporeren in het beeld van Beuys, van hoe de kunst werkt en/of hoe je in de wereld wilt s.
Zoals Hannah Ahrendt schatplichtig zei te zijn aan Martin Heidegger. Allen zijn inmiddels overleden, bevragen is niet meer mogelijk. Dat maakt alles wat wordt opgemerkt en ook door mij heel discutabel.
Maar wellicht ook een uitdaging, geen hokje of stempel, om te onderzoeken. Juist als uitspraken controversieel zijn. En als kwetsbaarheden erkend worden en oké zijn, dat deze een nieuwe basis vormen om te luisteren en wellicht te begrijpen en wellicht, maar misschien ga ik nu wel heel ver, elkaar te zien.
De foto links is niet Beuys maar Marina Abramovic Zij kocht de rechten op van verschillende ‘klassieke’ performances waaronder How to explain the pictures to the dead hare van Joseph Beuys. Beuys had de actie in 1965
uitgevoerd in de Schmela Gallery in Düsseldorf. De documentatie van Abramovićs heropvoering en Beuys’ oorspronkelijke enscenering vormen volgens Museum Schloss Moyland, waar een registratie van Marina’s reanactment te zien is, het uitgangspunt voor verder ‘artistiek’ onderzoek in het Joseph Beuysarchief. Ik heb bij mijn bezoek aan de tentoonstelling de tekst niet uitvoerig gelezen, maar is een artistiek onderzoek zoals zij het noemen gericht op het uiterlijk vertoon en gaan zij voorbij aan de inhoud?