Het Onderwater Cabaret deel 2
In het eerste deel van dit tweeluik vertelt Ephraïm Goldstoff hoe zijn vrouw Tamara een telefoontje krijgt uit Berlijn van het Jüdisches Museum met de vraag ‘kent u Curt Bloch? Het bleek een onderduikgenoot te zijn van Tamara’s vader Bruno Loewenberg. Bloch maakte in die onderduikperiode elke dag een boekje, niet toevallig genaamd het ‘Onderwater cabaret’.
Karikaturen en fotomontages
Curt Bloch kreeg via de ondergrondse tijdschriften, kranten en schrijfgerei. Met dit schrijfgerei maakte hij een magazine met een geïllustreerde omslag, titel en datum. Eerst in het zwart-wit en later gekleurd.
Zijn artistieke kwaliteiten gaven hem een belangrijke bezigheid tijdens zijn onderduik. De naam Onderwater Cabaret was een logisch gevolg van zijn onderduik.
De covers van zijn boekjes stelde hij vaak samen uit een collage van knipsels uit kranten en tijdschriften. Het team van het Jüdisches Museum dat werkte aan de expositie vond vele tijdschriften terug van waaruit Curt stukjes knipte.
Zo illustreerde Curt zijn boekjes ook vaak met foto’s van Hitler en Mussolini, karikaturen en fotomontages, het waren prachtige kunstwerken. De boekjes waren niet groter dan 10×15 cm.
Hij maakte iedere week een boekje, een waar kunstwerk.
Hij bedacht verschillende thema’s per uitgave. Hij maakte iedere week een boekje, een waar kunstwerk. Het is ongelofelijk hoe Curt in staat was met de beperkte middelen die productie op gang te houden.
Alles was handgeschreven. De inhoud van de tekst was een ageren tegen de nazi’s en overheid.
Soms in dichtvorm. Hij schreef ook over zijn gevoelens tijdens de onderduiktijd. Frustraties en machteloosheid maakten hem kwaad en strijdbaar.
Steken onderwater
In zijn gedicht ‘Steken onderwater’ schreef hij:
Maar ’t heden stemt me agressief,
De tijd laat me niet slapen,
En ongewapend als ik ben,
Greep ik manmoedig naar…m’n pen,
De pen werd mij tot wapen.
Mijn pen is scherp en ik steek raak,
Hetgeen ik schrijf is soms mijn wraak
Voor dat, wat ze me [aan]deden.
Eigen universum
Een andere reden voor Het Onderwater Cabaret was dat Curt zijn eigen universum kon scheppen. Een wereld waarin hijzelf de macht in handen had en waarin hij zelf geen slachtoffer was, zoals in Klein Zelfportret.
Klein Zelfportret
Maak van de Groten van deze tijd
Heel kleine speelgoedfiguren,
Van afgoden die we nu vereren
Vrolijke karikaturen.
Respectloos verdraai ik ze,
Tot hoe ik ze wens te zien.
Ik vind vaak om te lachen zo dom
Het gebeuren van deze tijd.
Ik toon ze u, zoals ik ze wil
Die boeven van deze tijd
En laat hen op mijn toneel
Als marionetten dansen….
Ik heb een superdictatuur
Beheers de dictatoren,
Die hebben bij mij alle macht
En elk recht verloren.
Ik straf ze, stuur ze met pensioen
En ik wil hun verzoening,
Ik maak een wonderwereld,
Maar helaas op …toneel
Uit de tentoonstelling over Het werk van Curt Bloch. Tot 26 mei te zien in het Jüdisches Museum, Berlin. Foto Thomas Burns.
Met zijn gedichten vertelde hij zijn voormalige landgenoten ongecensureerd de waarheid.
Bloch schreef zijn gedichten in het Nederlands en Duits. Waanzinnig goed voor een Duitser om de Nederlandse taal zo te beheersen om daar praktisch foutloos satirische verzen te componeren.
Het schrijven van zijn gedichten gaf Curt rust om zijn pijn te verzachten. Zijn verzen gaven hem een uitlaatklep om vooral zijn voormalige landgenoten ongecensureerd de waarheid te kunnen vertellen.
Zijn onderwater-gedichten beschouwde hij voor hen als een ‘geestelijk klysma’ waarmee hij hun hersenen wilde laxeren en schoonspoelen van Goebbels ‘propagandadrek’.
Bij het schrijven van dit artikel heb ik gebruik gemaakt van: het Onderwater Cabaret door Gerard Groeneveld en de catalogus van het Jüdisches Museum Berlin.
Daar is de expositie te zien met alle boekjes maar niet De Secret Service, de liefdesbrieven die Curt schreef aan Ola. Het laatste boekje heet ‘Bovenwater Finale van het Onderwater Cabaret’, geschreven tijdens zijn bevrijding op 3 april 1945 in Borne.
De expositie is tot 26 mei te bezichtigen in het Jüdisches Museum in Berlijn.
Cover: overzichtstentoonstelling Curt Bloch’s Het Onderwater Cabaret, courtesy Jewish Museum Berlin, foto: Thomas Bruns
… elke dag een boekje ….
Zo erg was het ook weer niet. Eén (soms twee) per week resulteerde al in een onwaarschijnlijk aantal van 95 boekjes met 484 gedichten. De meeste heb ik het afgelopen half jaar op mijn scherm gehad 🙂
Shavua tov!
Dank voor je reactie Ernst