Artikel 23, de vrijheid van onderwijs, is de laatste weken weer onderwerp van gesprek. Ook in het recente artikel van Ronit Palache naar aanleiding van het boek van Lale Gül komt het ter sprake, dit keer in het kader van de ervaringen van Palache op het Joods Bijzonder Onderwijs en de rol die het JBO in haar ogen speelt in de Joodse versie van de parallelle samenleving. Maar ook de berichten over hoe er met homoseksualiteit wordt omgegaan op bepaalde gereformeerde scholen zwengelen de kritiek aan.
En terecht. Want wanneer artikel 23 gebruikt wordt om kinderen met homoseksuele gevoelens het leven op school zuur te maken, moet dat keihard aangepakt worden. Ik deel de zorgen, maar schrik wanneer ik zie dat in de debatten rond dit onderwerp – en ook in het stuk van Palache – de seculiere wereld tegenover de religieuze wereld wordt gezet. Op een manier waarin de seculiere wereld ‘normaal’, ‘objectief’ en ‘neutraal’ zou zijn, en de religieuze wereld subjectief en vreemd.
Om te zien dat een onafhankelijke seculiere staat niet bestaat, hoeven we alleen maar een paar honderd kilometer naar het zuiden te kijken. Frankrijk kent met haar laïcité een striktere scheiding tussen kerk en staat dan Nederland. Meer wie denkt dat er in Frankrijk daarom geen gesubsidieerd christelijk onderwijs bestaat, vergist zich. Dat bestaat er wel degelijk. Bovendien leidt de situatie in Frankrijk niet tot het voorkomen van de parallelle samenlevingen zoals Palache deze noemt, integendeel. Je zou zelfs kunnen beweren dat Frankrijk daar meer last van heeft dan Nederland. Ook uit het boek van Lale Gül wordt duidelijk dat het leven in een parallelle samenleving niet afhankelijk is van het bestaan van bijzonder onderwijs: Gül ging immers naar een openbare school en kreeg haar traditionele opvoeding thuis en op de Koranschool.
Maar ook het idee dat een seculiere staat volledig neutraal kan zijn, is een onverdedigbare stelling. Er bestaat niet zoiets als een waardenneutrale staat, een waardenneutrale overheid of waardenneutraal beleid. Mensen zijn niet waardenneutraal, of zij zichzelf nu zien als religieus of seculier. Ook dat wordt weer duidelijk in het boek van Lale Gül. Ik kreeg de kriebels bij het lezen van de scène waarin zij een situatie op haar eigen openbare basisschool beschrijft. Een scène waarin de docenten tijdens de les aan de kinderen duidelijk proberen te maken dat God niet bestaat, dat God maar een verzinsel is. Waarin zij Gül op het hart drukken dat zij best de Hamka’s chips mag eten omdat daar geen echt varkensvlees in zit, alleen maar de smaak van varken, om vervolgens triomfantelijk te kijken wanneer een kind van 10 inderdaad zo’n chipje in haar mond steekt. Waar bemoeien deze docenten zich mee? Waar denken zij het recht vandaan te halen om hun eigen waarden aan deze kinderen op te dringen?
Niemand wil dat artikel 23 gebruikt wordt als rechtsbescherming voor scholen die kinderen mentaal mishandelen, want de geluiden van de Gomarus Scholengemeenschap kunnen als niets anders dan kindermishandeling gekwalificeerd worden. Maar ik zou ook willen waken voor een samenleving waarin de seculiere waarden van de meerderheid als neutraal en gewoon gezien worden, terwijl alles wat religieus geïnspireerd of onderbouwd wordt daartegenover geplaatst wordt. Waarin de meerderheid gaat bepalen wat de minderheid moet denken, vinden en geloven. Dat daarvoor nog eens kritisch naar artikel 23 gekeken moet worden, lijkt inmiddels zo klaar als een klontje. Maar als dat betekent dat we naar een situatie gaan waarin kinderen op school leren dat God niet bestaat en dat we ons geen zorgen hoeven te maken wanneer je imitatie-varkenschips zit te snaaien, dan blijft er weinig van de westerse vrijheden en tolerantie over. Kunnen we niet proberen te bouwen aan een samenleving waarin zowel seculier als religieus, zowel de vrijheid van Lale Gül als de vrijheid van onderwijs, een plek hebben?
Goed punt, Asjer, en goed verwoord!
Hi Asjer,
Wat een mooie reactie. Belangrijk om dit debat te voeren. Ik heb wel een paar kanttekeningetjes: Ik plaats op geen enkele manier de religieuze wereld tegenover de seculiere. Wel zeg ik, maar dat is dat het belangrijk is dat er tijdens de uren onderwijs geen (indirecte) indoctrinatie zou moeten zijn, noch van een religie, noch van De Overheid. Zoals de directeur van een gereformeerde scholengemeenschap onlangs tegen me zei ‘wij leren onze kinderen over het christelijke, het goede, leven. Dat alleen al vormt iemand. Zeker als die boodschap thuis en in de kerk herhaalt wordt: goed en christelijk staan in zijn denken gelijk aan elkaar. En wat als je je als kind niet christelijk voelt. Wie vertelt je dan dat dat óok het goede leven kan zijn?
Wist je dat de overheid al sinds jaar en dag het curriculum bepaalt? Eigenlijk zou ik ervoor pleiten dat dat iedere keer weer herzien moet worden. Met een commissie van velerlei pluimage dat zich daarover buigt. Net zomin als je kinderen zou moeten vertellen op school dat God bestaat, zou je ze niet moeten vertellen dat Hij niet bestaat. Dat is iets aan de kinderen zelf om te onderzoeken. Daarbij is het dus wel degelijk belangrijk dat er ruimte is voor lessen over religie, maar dan bij maatschappijleer of geschiedenis (de totstandkoming ervan) en niet hij godsdienstles.
Lale, die zelf tegen bijzonder onderwijs pleit (zie haar optreden bij Buitenhof twee weken geleden) geeft in haar boek aan hoe belangrijk Openbaar onderwijs voor haar is geweest, júist als het luikje dat ik bepleit, in het geval dat de rest van een (kinder)leven gevuld is met religie, overtuiging of ander nauw gemeenschapsdenken. Het is in zekere zin haar beginpad naar een vrijer gevoel geweest.
Als je de literatuur erop naslaat zie je hoe belangrijk en onderscheidend de rol van onderwijs in dergelijke processen kán zijn. Zoals ik ook in het stuk aanmerk blijft beleving een belangrijk element van hoe wel of niet sprake is/kan zijn van benauwing en beklemming en zijn er ook genoeg plekken te bedenken zonder religie waar eenzelfde gevoel kan bestaan.
Toch denk ik dat de belangrijkste boodschap is dat er genoeg ruimte moet zijn voor een kind zichzelf en eigen ideeën te ontplooien in een omgeving die, ook vanwege sociale controle, niet overal homogeen is. Bovendien zijn er talloze manieren voor ouders, als ze dat van belang achten voor de identiteit, hun kinderen te voorzien van een religieuze opvoeding en, indien gewenst, daaraan toevoegend, religieuze lessen, verenigingen etc aan te bieden. En Frankrijk is een begrijpelijk maar enigszins verneukeratief voorbeeld. Want inderdaad, zo laïc is het niet. DE leuk van het land, liberté, egalité, fraternité, zorgde ervoor dat er niettemin een half miljoen mensen op een plein tegen het homohuwelijk protesteerde. De ziel van het land is een andere dan dat het nastreeft.
Ronit
*herhaald
Hi Ronit.
Heel leuk en goed dat je reageert. We zijn het voor een groot deel eens geloof ik, maar toch nog niet helemaal:
Ons meningsverschil zit ‘m er denk ik in dat een neutrale opvatting van ‘het goede leven’, zoals je dat zo mooi in het voorbeeld van de directeur van de gereformeerde school beschrijft, naar mijn idee niet bestaat. Het is een illusie om te denken dat een openbare school of de docenten die daar werken waardenvrij zouden zijn, en dus geen idee zouden hebben over wat het goede leven is. Ken je het fragment uit het boek van Lale Gül dat ik aanhaalde? Dat fragment laat dit volgens mij heel goed zien, docenten hebben zo hun eigen ideeën over wat het goede leven is en willen dat ook op kinderen overbrengen. En daar schuilt ergens ook iets moois in, want dat betekent dat docenten voor de klas staan uit idealisme, om een generatie kinderen voor te bereiden op het leven. Docenten hebben een opvoedende taak, maar opvoeding is niet waardenvrij.
Daarom ben ik er een voorstander van dat ouders de keuze hebben om hun kinderen te kunnen sturen naar een school die aansluit bij de manier waarop zij de wereld zelf zien, bij de manier waarop zij hun kind zelf zouden willen opvoeden. Die waarden moeten wel passen binnen het kader dat we als samenleving stellen: afkeuring van homoseksualiteit of gelijke rechten voor vrouwen mag op geen enkele Nederlandse school een plek hebben. Maar religie, of andere vormen van levensbeschouwing (we kennen immers meer vormen van bijzonder onderwijs, de vrije school valt daar bv ook onder) mag absoluut de inspiratie vormen voor wat het goede leven zou zijn. Zeggen dat het christendom voorschrijft wat het goede leven is, betekent niet dat je zegt dat alleen christenen goede mensen kunnen zijn. Dat is ook niet wat de meeste christenen zullen beweren. Het idee opperen dat alleen christenen, of moslims of Joden in een ander geval, goede mensen kunnen zijn is een extremistische en radicale gedachte die absoluut niet inherent is aan religie.
Dát is volgens mij waar we ons als samenleving tegen moeten verzetten. Tegen het radicale gedachtengoed dat de eigen groep als beter ziet dan de ander. Dat geen ruimte laat voor een meningsverschil en de waarden van een ander. En dat radicale gedachtengoed komt óók voor bij mensen die zichzelf seculier noemen, dat is precies wat nog wel eens wordt vergeten. En dat is ook waar ik het gevaar zie bij de afschaffing van bijzonder onderwijs.
Wat een juweel van een op één na laatste zin 🙂 !
Geheel eens met Asjer Waterman. Er is nog een andere reden, die hij niet noemt. De ervaring leert dat door de staat gelegitimeerde religieuze onderdrukking, bijvoorbeeld in de vorm van een theocratie, grote schade aanricht, zowel op individueel als maatschappelijk niveau. Het leed van bij voorbeeld Iraanse vrouwen die gedwongen worden zich geheel te bedekken, is zeer groot. En het doel van de theocratie, het universeel omarmen van de betreffende godsdienst, wordt hiermee al helemaal niet bereikt, integendeel. Mensen die in een dwingende religieuze omgeving opgroeien, zullen eerder fel antireligieus worden. Maar omgekeerd, door de staat gelegitimeerde onderdrukking van religie, zoals destijds in de Sovjet Unie, heeft precies hetzelfde effect: persoonlijk leed en het bereikt het tegendeel van wat het beoogt. Kijk maar naar de extreme vormen van christendom die nu bloeien in de voormalige communistische landen.
Het gaat dan naar mijn onbescheiden mening ook niet om religieus versus seculier, maar om vrijheid versus onvrijheid. Concreet betekent dat: vrijheid van onderwijs binnen de beperkingen die de Grondwet oplegt. Die beperkingen zijn er om de vrijheid van anderen te garanderen en om discriminatie op religieuze gronden te voorkomen. Maar ook in andere sectoren van de maatschappij moet vrijheid de richtlijn zijn: als je je als vrouw geheel wilt bedekken ben ik het gloeiend met je oneens, maar ik gun jou de vrijheid om dat wel te doen net zo als ik mijzelf en anderen de vrijheid gun om volgens mijn eigen principes te leven.
Ha Asjer,
Ik zie je bericht nu pas want ik krijg geen melding of notificatie bij een reactie. Ik kan er een boek over schrijven waarom ik het niet met je eens ben, en je reactie verbaast me enigsZins ook als ik kijk naar het interview dat ik toentertijd met je maakte (volgens de maatstaven de religieuzen had jij dan niet naar de joodse school gekund bijvoorbeeld) maar dat bewaar ik dan ook maar voor het boek:) Sjabbat sjalom,
Ronit
Lale Gül gaat enorm tekeer tegen haar verwekkers, maar zij heeft toch het mazzel gehad dat ze door haar ouders op een openbare school is gestuurd, daar zou ze haar ouders dankbaar voor moeten zijn. Dat ze daarnaast op een Koranschool haar religieuze opvoeding heeft gehad , heeft haar tot de kritische vrouw gemaakt die ze is geworden. Zonder deze bagage was ze niet geworden wat ze nu is. Ik ben blij dat ik op Joodse scholen ben geweest, daarnaast altijd Joodse lessen gevolgd en mij door mijn opgedane kennis een kritische houding t.o. Rabbijnen en de Talmud heb kunnen ontwikkelen . Helaas raken veel mensen verstikt in hun geloof en verliezen ze vaak iedere realiteitszin.