Wij delen dezelfde pijn: Israëli’s en Druzen verliezen hun nachtrust

26 september den haag

Vluchten of immigreren uit een land in oorlog is nooit eenvoudig. De zorgen om familie en het leven in ons moederland nemen onze rust en nachten weg. 

Sinds 7 oktober herkennen veel Nederlands-Israëli’s deze pijn en onzekerheid. Sinds de massaslachting in Sweida, Syrië, ervaren ook Nederlandse Druzen dit dagelijks.

De Druzen vormen een religieuze en etnische minderheid in Syrië, Libanon en Israël. Wereldwijd zijn er ongeveer een miljoen. Hun geloof is een mengeling van islam, jodendom, christendom, Griekse en Indiase filosofie. Reïncarnatie staat centraal, en de gemeenschap is gesloten: men kan zich niet bekeren, alleen geboren Druzen maken er deel van uit. Loyaliteit, eer, solidariteit en vooral vrede zijn kernwaarden. De Druzen streven ernaar in harmonie met anderen te leven.

Nauwelijks aandacht voor Nederlandse Druzen

In Nederland wonen ongeveer vierduizend Druzen. Toch krijgt de situatie van hun families in Syrië nauwelijks aandacht. In Israël bestaan humanitaire initiatieven om de Druzen in Sweida te helpen. Ik zet me in om een verbinding te maken tussen de Druzen in Nederland en de Druzen in Israël, zodat hulp vanuit Nederland georganiseerd en versterkt kan worden.

Zo ben ik in contact gekomen met Aya Abou Kheir en haar familie uit Poeldijk. Hun stem verdient het om gehoord te worden in de Nederlandse samenleving, ook binnen de joodse gemeenschap.

Aya vertelt:

“Wij zijn een gezin van vier en moesten negen jaar geleden uit Syrië vluchten, omdat mijn vader weigerde zich aan te sluiten bij het leger van Assad. De keuze was onmenselijk: óf zelf moorden, of vermoord worden. Daarom zijn we gevlucht.

Het was zwaar om alles achter te laten, maar langzaam bouwden we ons leven opnieuw op. Toen het regime van Assad verzwakte, gaf dat ons hoop. Toch bleef er onzekerheid, want de nieuwe machthebbers hadden een salafistisch-jihadistische achtergrond.

Die angst bleek terecht. Minderheden zoals alawieten, christenen en Druzen werden aangevallen. Sinds juli zijn er hevige aanvallen in de provincie Sweida. Volgens internationale organisaties zijn meer dan 1.500 mensen omgekomen. Er vonden massa-executies plaats, burgers zijn ontvoerd, vrouwen en meisjes slachtoffer van seksueel geweld. 36 dorpen zijn verwoest en tienduizenden mensen zijn gevlucht. De provincie is omsingeld en humanitaire hulp bereikt de bevolking nauwelijks.

Sindsdien leef ik in constante spanning om mijn familie. Terwijl ik hier boodschappen doe of naar mijn werk ga, vraag ik me af: is mijn neefje veilig? Zijn mijn ooms en tantes nog in hun huis, of moeten ze vluchten? Soms horen we dagen niets, omdat er geen elektriciteit of internet is. Mijn familie is letterlijk belegerd. Als ze proberen te vluchten, riskeren ze ontvoering of de dood. Mijn hart zit gevangen, ver weg van wie ik het meest liefheb.

Wat het extra pijnlijk maakt, is de angst die ik bij mijn ouders zie. Hun hele jeugd, hun herinneringen en alles wat ze liefhebben, liggen in Sweida. Nu wordt dat bestaan bedreigd. Terwijl ik hier in relatieve rust leef, voelt mijn dagelijks leven als een mix van dankbaarheid en angst. Dankbaar dat ik veilig ben, maar ook machteloos en bang voor mijn familie.”

Samen – als minderheden die zijn getroffen door oorlog – kunnen we sterker staan en elkaar ondersteunen.

Heeft u interesse om meer informatie te ontvangen of mee te helpen, neem dan vooral contact met mij op. Als reactie of direct via de mail.


Over Vered Raz 3 Artikelen
Vered Raz is a professor of muscle aging and adult-onset myopathies at Leiden University Medical Centre. She has three kids and recently became a proud grandma. She was born and grew up in kibbutz beit hashitta Israel. She served the country for three years after graduating at the Weizmann Institute of Science, with a President award. She worked at Penn University and then moved to the Netherlands.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*