Ex-Vroom en Ex-Vrij
Briefwisseling tussen twee Joodse vrouwen, de ene afkomstig uit de meest vrome wereld de ander uit een geassimileerd milieu.
‘Het lijkt wel of ik loer naar een achttiende eeuws sjoeltje’, zo appte ik een vriendin, nadat ik de vrijdagavond doorbracht in de doorgaans oersaaie sjoel in Buitenveldert. Deze vrijdag echter swingde het. Voorzanger was Daniel Yehuda, een hippe Israeliër op uitnodiging van drie orthodoxe clubs in Amsterdam voor het wereldwijde ‘Shabbat Event’.
Yehuda zet al bij de eerste strofen de vaart erin. Geen gepraat, geen gedoe, maar meteen huppekee – stampvoetend, met de handen slaand op het hout van de bima en de banken, klappend en zingend, swingt hij door de kabbalat sjabbatdienst. In Carlebachstijl, de stijl die de New Yorkse rabbijn Shlomo Carlebach vorige eeuw introduceerde om jonge Amerikanen erbij te houden.
Darling D-P, jij bent vast ook wel eens in New York bij zo’n dienst geweest. En achtte het, net als ik, onmogelijk dat ooit mee te maken in het calvinistische Nederland. Dat kan meestal niet in ons saaie kikkerlandje waar, zoals je terecht schrijft, alles ‘normaal’ moet zijn. Functioneel en vooral niet gek doen. Bij de calvinisten gaat het om de inhoud, nooit om de franje eromheen, schreef laatst een recensent. Terwijl die franje, het ritme en de beweging, juist zo goed zijn voor spirit en body.
Daniel Yehuda kreeg zelfs die stijve Hollands-Joodse mannen mee. Een beetje terughoudend, soms wat giegelend, maar daar gingen ze toch echt: schouder aan schouder, rond de bima in een steeds groter wordende cirkel. Ik zong lekker mee en keek neer (sic!) op de hoge zwarte hoeden van rav Shmuel Katz en Nachshon Rodrigues Pereira, de jeugdige leider van Bendigamos, mede-organisatoren van dit evenement. Bij de vrouwen boven bleef het akelig saai. Zodat er voor mij niets anders opzat dan te genieten van wat ik hoorde en zag, want dansen met de dames zat er niet in op dat benauwde balkonnetje. Ik voelde me derhalve een antropoloog, weliswaar een participerende antropoloog zoals dat ooit heette, maar wel degelijk ‘de ander, de niet-man’, kijkend in een achteruitkijkspiegel naar een sjoeltje in een Pools dorp twee eeuwen geleden. Ja ik weet het, daar waren de sjoeltjes vast veel vrolijker aangekleed dan het functionele, bijna klinische wit in Buitenveldert.
goed voor de ziel
De volgende dag, jazeker de sjabbat, genoot ik van de ecologische markt op de Noordermarkt in de Jordaan. Daarna wipte ik nog even het Stedelijk Museum in om geïnspireerd te worden door actuele kunst. Allemaal niet kosjer volgens de regels, allemaal goed voor mijn ziel.
Je schrijft: “contradictie is mogelijk”, dat is zo waar! Ik voel dat op zo’n amalgame sjabbat. Want bij wie zijn haar/zijn (identiteits)delen allemaal van dezelfde makelij? Dat kan toch niet. Daar komt die dwang vandaan om mensen (vooral vrouwen en kinderen) in een mal te duwen en er een omheining omheen te zetten. Dat doen autoritaire leiders maar al te graag. Met regels die al te vaak niet voor henzelf gelden.
In mijn goede dagen is er een zekere mate van balans tussen de verschillende delen van mijn ‘zijn’. Laat ik ze naast elkaar bestaan en bewegen. Want zo gaat dat met identiteiten, zelfs het sterkste deel van iemands identiteit kan verzwakken in de loop der jaren, of in betekenis worden weggeduwd door nieuwe ervaringen en inzichten.
mantra’s
Je ziet lieve Dina-Perla, je brief inspireerde om daar weer over na te denken, zeker over het Joodse in me. Want ‘hoor’ ik bij het gedoe in de Buitenveldertse sjoel? Achwelnee. Ze zien me daar zelden. En toch loop ik er ongegeneerd naar binnen terwijl ik daar bijna niemand ken, ga zitten op de eerste rij van de vrouwengalerij en geniet een uurtje met volle teugen. Dat doe ik overigens ook als ik meedoe met een kirtan, het gezamenlijk zingen van mantra’s in het Sanskriet (aanrader!) met de yogacommunity. En toch, bij de erev sjabbatdienst ken ik de melodieën, herken ik de koppen om me heen (al ken ik ze niet), voel ik verbondenheid en realiseer ik me hoe bijzonder het is, al dit leven (er waren veel jonge mensen) na de grote vernietiging.
afgeleide waarde
De beklemmende omheining waar jij over schrijft, je ervaringen in de ultra-orthodoxie, over zoals je schrijft: “leiders die bepalen wat voor het individu het beste is”, dat is zo vreselijk voor vrije geesten. Zeker voor vrouwen die in een dienende rol worden geduwd, die een afgeleide waarde hebben via hun echtgenoot of zonen. Een rol die sommige vrouwen zal passen, maar velen niet. Of is het andersom, lieve Dina-Perla? Past het velen, terwijl een enkele er niet tegen kan? Het is een vraag die vast aan de orde komt in deze briefwisseling.
Tussen ongebreidelde vrijheid en klemmende omheining is vast ruimte voor creatieve zielen. Want ja, lieverd, ik zie ook veel overeenkomsten. Ons vermogen om de volheid van het leven op te slurpen als autonome wezens. Daar gaan we het zeker over hebben. Daarbij zoek ik, als iemand die regelloos en met weinig familie is opgevoed, wellicht wat meer naar community, meer naar betekenisvolle verbanden. Waar ik me zo nu en dan in kan laten meevoeren, zoals ik deed afgelopen vrijdagavond in dat sjoeltje met haar chassidische sfeer.
Ik vind DE VRIJDAGAVOND ontzettend leuk en ook nog leerzaam, fijn om te lezen,en ook opgewekt waar het kan . En serieus waar het moet.
Met groet,
Maurice Knorringa
Hilversum.