Sport

Han Hollander zong ‘Hup Hup Holland hup, wij laten ons niet slaan,’ werd ontslagen door AVRO-baas Vogt en vermoord in Sobibor

In de namiddag van donderdag 9 mei 1940 loopt Han Hollander op zijn gemak van het station in Hilversum naar het AVRO-gebouw, een wandelingetje van een minuut of twintig.  Onder begeleiding van een schuchter lentezonnetje is hij op weg naar de studio voor de presentatie van zijn wekelijkse sportprogramma. Wat hij op dit moment in de verste verte niet kan vermoeden is dat hij die avond voor de laatste keer live op de radio te … [Lees verder]

Nieuws

Han Hollander, een intens populaire Nederlander

Als Han Hollander zondagmorgen 11 maart 1928 de zware veloursgordijnen openschuift van zijn benedenwoning in de Amsterdamse Linnaeusstraat, ontwaart hij na een koude vriesnacht een witte wereld.  Eigenlijk is het geen weer voor een voetbalwedstrijd, al weet hij dondersgoed dat heel voetbalminnend Nederland reikhalzend uitziet naar Holland-België, het sporthoofdgerecht van het jaar. Hollander zit in een speciaal voor hem ontworpen cabine op het dak van het Amsterdamsche stadion. Hij is gespannen en zenuwachtig. Voor het … [Lees verder]

Sport

Mijn voetbalknietje

Deze week kwam ik mijn hoofdredacteur tegen bij een zeer interessante lezing door professor Bart Wallet over het ontstaan van de Loeach, de Joodse kalender.  Ik vroeg haar hoe het ging met haar knie. Wij spelen regelmatig tennis bij Maccabi, maar Wanda moest al geruime tijd verstek laten gaan door een pijnlijke knie. Ze vertelde me dat ze binnenkort onder het mes moet om dit euvel te verhelpen.  Dat bracht een geschiedenis in herinnering uit … [Lees verder]

Sport

Wij waren allemaal niet goed genoeg om prof te worden. Wel in New York, op de Yeshive University

In onze jeugd stond voetballen centraal.  Iedere dag na school waren we bezig met een bal. We gingen zo snel mogelijk naar het schoolplein op Rosj Pina zodat we ongestoord nog zeker een half uur konden overschieten. Ieder van ons had de kinderdroom om prof te worden. Omdat ik links trapte, wilde ik altijd Rob Rensenbrink worden. Maar toen – net als nu – had ik niets weg van een slangenmens. De eerlijkheid gebiedt te … [Lees verder]