Fotohandel Kupferschmidt in de rollercoaster van de twintigste eeuw

Mijn grootvader Moses Kupferschmidt kwam omstreeks 1906 uit Galicië naar Keulen. Hij voorzag daar, evenals zijn oudste broer Salomon, als Althändler (handelaar in tweedehands goederen) in zijn onderhoud.

In Keulen stichtte Moses Kupferschmidt een gezin. Het valt te begrijpen dat hij in de oorlogsdagen van 1916 naar het neutrale Nederland verhuisde, maar waarom naar Den Haag?  

Wellicht had het te maken met een zeker optimisme dat uitging van een stad die twee vredesconferenties had verwelkomd, zo ook een zionistisch congres.* Ook de vooraanstaande Duitse zionist Max Bodenheimer verlegde in de Eerste Wereldoorlog het hoofdkwartier van het Joods Nationaal Fonds (JNF) vanuit Keulen tijdelijk naar Den Haag. Wat in vredestijd Antwerpen had kunnen zijn, werd door het oorlogsgeweld nu Scheveningen. 

In mijn jeugd werd er maar weinig verteld over de familie. Ik voelde dat sommige vragen te pijnlijk waren om aan mijn ouders te stellen. Maar met flarden overgeleverde herinneringen, toevallig bewaard gebleven documenten en met de voortreffelijke zoekmachine Delpher van de Koninklijke Bibliotheek, bleken de lacunes van voor de Sjoa enigszins ingevuld te kunnen worden.**  

Sjmattes en sieraden

Een van mijn vragen was hoe de handel van Moses geleidelijk van sjmattes, tweedehands gouden en zilveren voorwerpen en zelfs kunstgebitten, binnen enkele jaren uitgroeide tot een breed gesorteerde winkel voor fotoartikelen.

Tegen de Tweede Wereldoorlog was Fotohandel Kupferschmidt zelfs een van de bekendste fotozaken in Nederland. Hij had vermoedelijk geen eerdere persoonlijke ervaring met de fotografie, en het was geen typisch joodse branche (alhoewel ook weer niet uitzonderlijk). 

Het is niet het enige voorbeeld van een betrekkelijk nieuwe niche in de handel waar joden insprongen. Wat dat betreft was 1888 het symbolisch begin van een nieuw tijdperk. Het was het jaar van de eerste Kodak rolfilm (en toevallig ook het geboortejaar van mijn grootvader Moses). 

Door zijn regelmatige plaatsing van kleine advertenties in de dagbladpers ontdekte ik bovendien hoe Moses in Den Haag en Salomon in Keulen hun voordeel trokken uit de ontredderde Duitse economie van direct na de Eerste Wereldoorlog.

Succes Duitse foto-industrie

De Duitse foto-industrie en -technologie werd in de volgende decennia wereldwijd dominant. Mijn vader Herman kreeg een opleiding in Dresden, de plaats die toen voor de foto-industrie was wat Silicon Valley in ons tijdperk voor computers is. 

Zo nam in Stuttgart de Amerikaanse Kodak zelfs een camerafabriek over. Met de toenemende amateurfotografie als leidraad, werd me duidelijk hoe de familiezaak groeide: compactere camera’s, met name het nieuwe 35mm-kleinbeeld en daarnaast de smalfilm. 

Dat gold eveneens voor hobbyisten met eigen donkere kamers. De business van Kupferschmidt omvatte niet alleen nieuwe apparatuur, maar ook inruil en occasions, een aspect dat terug te voeren is op de eerdere tweedehandshandel in Keulen.

Verwalter Heukels

De Duitse bezetting en de vervolging brachten uiteraard ook Kupferschmidts familiefirma een zware slag toe. In 1942 werd de zaak geliquideerd. Dat hoofdstuk werd een microstory hoe een dergelijke liquidatie eigenlijk in zijn werk ging. De Verwalter was de NSB- en SS-fotograaf Herman Heukels, bekend vanwege zijn foto’s van de grote razzia van 1943 in Amsterdam. 

Over zijn fotografisch werk, en dat van zijn broer, verscheen twee jaar geleden van de hand van Machlien Vlasblom een boek Wij Waren ‘Supermannen’, maar hij had veel meer op zijn kerfstok. Nadat mijn vader toestemming had gekregen om hem in zijn cel te ondervragen over gestolen bezit, pleegde hij dezelfde avond zelfmoord (1947). Daardoor is hij nooit voor zijn misdaden berecht. 

Het brute optreden van Heukels gaf mijn ouders de push om naar Zwitserland te ontvluchten. Zij kwamen na de oorlog verweesd en berooid terug, maar met mij als baby. Ook goederen die nog tijdig bij vertrouwde personen in bewaring waren gegeven bleken niet meer te achterhalen en het is bekend dat de Nederlandse autoriteiten weinig meehielpen. 

Naoorlogs herstel en innerlijke tegenstrijdigheid

Het herstel van de fotozaak verliep moeizaam, want de Duitse foto-industrie lag in puin. Koopwaar was er nog niet in de eerste jaren na de oorlog. Andere landen waren tot aan het Wirtschaftswunder nauwelijks een werkelijke vervanging. Maar met steeds verdere vernieuwingen in de amateurfotografie werd de naoorlogse periode toch nog een goede tijd. 

Een van de onbeantwoorde vragen was hoe mijn vader een vermoedelijk innerlijke tegenstrijdigheid ervoer tussen zijn hoge waardering voor Duitse kwaliteitsproducten en hetzelfde Duitsland dat de familie en vele anderen in het ongeluk had gestort. 

Immers, veel overlevenden zwoeren Duitse producten resoluut af. Mijn vader sprak zich hier nooit echt over uit. Met de overvleugeling door Japanse camera’s, en uiteindelijk de digitalisering en online handel, was het tijdperk van de rolfilm voorbij en werden fotospeciaalzaken zeldzaam. 


*Zionistisch congres in 1907, de Vredesconferenties van 1899 en 1907  en het Internationale Hof van Arbitrage. 

** Zie Uri M. Kupferschmidt: Strings and Celebrities: Hakkert’s “First Dutch Stringmakers (Haifa: Pardes 2019). Tevens op Kindle. Delpher was zelfs van groter nut dan Ewoud Sanders in zijn gids voor joodse familiegeschiedenissen aangeeft. Dat gold al eerder voor mijn boek over de familie Hakkert van moederskant. Met mijn nieuwste boek over mijn vaders familie is het een soort tweeluik geworden.


 

Het Tijdperk van de Rolfilm, Een Korte Geschiedenis van Fotohandel Kupferschmidt is te bestellen bij office@seashore.nl in Katwijk.


cover: camera-uitrusting van een Zweedse portretfotograaf rond 1850

Over Uri Kupferschmidt 1 Artikel
Prof. dr. Uri M. Kupferschmidt, geboren in Montreux, groeide op in Den Haag en studeerde in Leiden, Londen en Jeruzalem. Ruim twintig jaar was hij radiocorrespondent in Israël. Van 1971 tot aan zijn emeritaat doceerde hij sociale geschiedenis van het Midden-Oosten en de islam aan de Universiteit van Haifa. Zijn meeste recente wetenschappelijke boek is The Diffusion of "Small" Technologies in the Middle East (Berlin, De Gruyter 2023)

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*