Violist en eerste vitalist Herman van den Bergh speelde een ‘onoprechte rol’

cultuuratlas Oud-zuid

foto van harp op dak Concertgebouw met twee mannen die het bevestigen

‘Denkbeelden had hij aan zijn tred gebonden;
boven hem wapperde extaze als een vlag:
met een lach om den noodkreet der vagebonden
stapte hij zingende naar den jongsten dag.’


‘De vlam (een symphonie)’, in De boog. Verzen door Herman van den Bergh, 1917

De expressionistische dichter Herman van den Bergh (1897, Amsterdam) speelde van 1913 tot 1917 viool in het Concertgebouworkest. In 1917 publiceerde hij zijn eerste dichtbundel. Daarnaast studeerde hij rechten.

In 1919 promoveerde de 22-jarige Van den Bergh als meester in de rechten. Herman was de hoogbegaafde zoon van de Brabantse koopman in diamanten Daniel van den Bergh en Rebecca van Abbe uit Amsterdam. 

De jurist Van den Bergh werd bekend als dichter, echter een die het niet zo nauw nam met de auteursrechten van zijn collega-dichters.

Voor zijn promotie had hij zijn eerste overtreding van het auteursrecht al te pakken: in het tijdschrift De Beweging van Albert Verwey debuteerde hij met een artikel over de Franse symbolist Henri de Régnier. Hij bleek het te hebben overgenomen uit een Frans tijdschrift. 

Van den Bergh gaf toe dat hij ‘een onoprechte rol’ had gespeeld en hoopte dat Verwey ‘weder onbevangen [zal] staan tegenover mijn verderen arbeid’.

Rome en Parijs

Van den Bergh werd de eerste vitalistische dichter in Nederland, nog voor Hendrik Marsman, J. Slauerhoff en Menno ter Braak.*

Als journalist van De Telegraaf werkte hij van 1930 tot 1936 in Rome en Parijs. In 1938 ontving hij van Mussolini’s ministerie van Buitenlandse Zaken een onderscheiding wegens verdiensten voor de Italiaanse cultuur.


Van 1933 tot augustus 1940 was hij gehuwd met een Berlijnse Annemarie Riesz. Pikan detail: twee weken voor zijn huwelijk met Riesz scheidde hij van zijn eerste vrouw Annette Fortuin. 

In 1941 werd hij als jood ontslagen bij De Telegraaf en moest daarna onderduiken.

*Vitalisme is een variant op het expressionisme waarin niet de mens centraal staat, maar de levensdrift en de natuur als tegengesteld aan de verafschuwde beschaving. Het is net als het expressionisme een reactie op de late romantiek.

Winkler Prins

Na de oorlog werd hij redacteur van de Winkler Prinsencyclopedie en vanaf 1952 was hij privaatdocent Italiaanse cultuurgeschiedenis aan de Amsterdamse Gemeente Universiteit, nu de UvA. Vanaf 1962 was hij op deze universiteit lector Italiaanse letterkunde. 

In 1950 werden zijn vitalistische gedichten herontdekt en begon hij opnieuw te dichten. Dat leverde hem in 1958 de eerste Boekenmarktprijs op voor zijn gehele oeuvre. 

In 1961 werd Herman van den Bergh opnieuw beschuldigd van plagiaat: hij had gedichten uit het Engels vertaald en onder eigen naam gepubliceerd in 1959, het jaar dat hij op Koninginneweg 177 kwam te wonen. 

August Willemsen

Hij verweerde zich zwakjes met het argument dat hij de teksten in een la had gevonden. Dat hij de dichters niet kende en dat hij te slecht Engels sprak om ze te vertalen, maar in 1965 werden meer gevallen ontdekt. In 1982 bewees auteur en vertaler van Portugese en Braziliaanse literatuur August Willemsen dat hij zelfs gedichten van beroemdheden als Fernando Pessoa en Carlos Drummond de Andrade als zijn eigen had uitgebracht.

Zelf hoefde Van den Bergh deze laatste aantijging niet mee te maken. Hij overleed in 1967. In Rome.


Sabbath

Dien dag heerschte licht over de bergen; daaronder
sprongen de waters als dartel metaal,
terwijl hoog in vuurhemels vlammenzaal
alle teekens zich schaarden tot een wonder.

Zesmalen had hij de hand gewend, zesmaal
baarde de vruchtbare ruimte; de donder
der schepping rolde zesmalen, zonder
dat ’t tot een rust kwam in zijner palme’ ovaal.

Toen zweeg de wereld. Bergen, lichtbeheerscht,
zwegen mèt de korzlen stuifslag der stroomen.
Over de zwarte bosschen boog een gebaar
dat uit de teelaarde scheen opgekomen.
Zes dagen werden hun tegenstander gewaar:

Sabbath! – een dichter rustte voor ’t eerst.

(in De boog. Verzen door Herman van den Bergh, 1917)


De Cultuuratlas van Amsterdam Oud-Zuid is te bestellen bij uitgever Tijd/Ruimte


cover: Talma Joachimsthal

Over Michel Didier 10 Artikelen
Michel Didier (1960) is kunst- en cultuurhistoricus en schreef enkele boeken en 500+ artikelen voor onder andere De Groene Amsterdammer, het NIW, Origine en Carp over kunst, muziek, film en fotografie. Voorts geeft hij vele lezingen, cursussen, rondleidingen en stadswandelingen. Op zijn website www.kunstgeschiedenisamsterdam.nl onderhoudt hij drie weblogs, waarvan eentje over schilderkunst & muziek.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*