Joodse schrijvers houden ervan parabels te gebruiken die beginnen met “Er was eens een koning die een zoon had”.
Dus, om die traditie in stand te houden:
Er was eens een koning die een zoon had, de kroonprins. Ze liepen samen door ongerepte natuur toen de zoon dorst kreeg. Toen hij zijn vader om water vroeg, verwachtte hij dat die een van zijn bedienden naar een naburig dorpje zou sturen om water te halen. Echter, dat gebeurde niet. In plaats daarvan beval de koning zijn bedienden om een waterput te graven en er een wegwijzer naast te plaatsen.
Toen de prins zijn vader om uitleg vroeg, legde zijn vader het hem uit:
“Op dit moment beschikken we over de middelen om snel en gemakkelijk aan water te komen en kunnen we bedienden naar een dorp sturen. Maar misschien reis je over vele jaren weer deze kant op. Misschien ben je dan alleen, zonder de macht, invloed en het voorrecht dat je nu geniet. Dan zal de put die we vandaag hebben gegraven er zijn om je dorst te lessen. Zelfs als het zand van de tijd de put heeft gevuld, zul je hem weer kunnen openen als je je de plek herinnert en de wegwijzer volgt die we nu hebben geplaatst.”
De Parasja van deze week bevat de data en Mitzvot van de verschillen chagiem, Joodse feestdagen.
“Spreek tot het volk Israël en zeg tegen hen: Dit zijn Mijn [God’s] vaste tijden, de vaste tijden van God, die jullie als heilige dagen moeten uitroepen” (Leviticus 23:2).
Tijd en de rigiditeit van de data lijkt een essentieel ingrediënt in de instructies die God geeft over de chagiem. Waarom is dat zo? Maakt het echt uit wanneer we Pesach vieren, of wanneer we in een Soeka zitten?
Rabbijn Akiva Tatz, bekende Zuid-Afrikaanse arts en halachisch expert, introduceert een interessant concept in zijn boek Living Inspired (1993).
In de Westerse wereld reist men (figuurlijk gezien) door de tijd aan de hand van een tijdlijn, een horizontale lijn. Dingen gebeuren en men raakt verder verwijderd van de geschiedenis naarmate de tijd verstrijkt.
In het Jodendom, daarentegen, geloven we niet in de horizontale, maar in een spiralen tijdlijn. Stel je een wenteltrap voor, bewandel je een wenteltrap dan kom je steeds weer terug bij hetzelfde punt, maar dan een stukje hoger. Zo is de Joodse geschiedenis.
In het Joodse jaar bevinden zich ‘energieën’ die zich manifesteren op bepaalde tijden in het jaar. En om terug te gaan naar dat beeld van de wenteltrap: de krachten en energieën die er vorig jaar rond deze tijd waren, zijn er nu ook. En dat geeft ons een sterkere verbinding met het verleden.
Dit klinkt zweverig, maar komt dichterbij dan we denken.
Rabbi Akiva Tatz: Living Inspired
De maand Tisjri (de maand waarin Rosj Hasjana en Jom Kippoer vallen) zijn maanden waarin de energie van Tesjoewa (terugkeer) in de lucht hangt, waardoor introspectie dan makkelijker gaat. De tijd van Pesach is een tijd waarin vrijheid centraal staat en al duizenden jaren zien we dat thema terugkeren rond die tijd. En dit werkt ook in de negatieve zin: tientallen tragische gebeurtenissen in de Joodse geschiedenis gebeurden op Tisja B’Av, de treurigste dag in de Joodse kalender.
Rabbi Sacks gaat nog een stapje verder in deze theorie:
“De waarheid is dat de Exodus toen [in de maand Nissan] plaatsvond omdat de mystieke krachten van de tijd het toen mogelijk, zelfs noodzakelijk maakten: tijd is een oorzaak, geen toeschouwer. De viering van Pesach herdenkt weliswaar de Exodus, maar die Exodus zelf, met al zijn details, is een uitdrukking van de energieën die inherent zijn aan de tijd. De tijd eiste verlossing.”
Energie die aanwezig is, millennialang.
Terugkomend op de eerdere vraag: kan men de Seider vieren op een fijne dag in juni in plaats van Seideravond? En maakt het uit of ik in mijn Soeka zit op de precieze datum van Soekot?
Ja, dat maakt uit. Want de viering van Soekot en Pesach en alle andere chagiem is verbonden aan de tijd en een uitdrukking van de energie die dan aanwezig is, millennialang.
En door dan de mitzvah te doen verbinden we ons met die energie, met de geschiedenis en zetten we nog een stapje op de wenteltrap van de Joodse geschiedenis.
Toen God ons de chagiem gaf met hun precieze dagen, groef hij bij wijze van spreken een waterput met onuitputbare spirituele energie. En ook al bedekt het zand van de tijd de put misschien, iedere keer als wij de chagiem beleven maken we die put weer open en boren we die energie aan.
cover: collage Bloom
Geef als eerste een reactie