Ha’azinoe, een poëtisch overgangsritueel naar het beloofde land

Parasjat Ha’azinoe

beeldmerk Parasja

 

Parasjat Ha’azinoe is de laatste van de toespraken van Mosje richting het volk, vlak voordat hij sterft. 

Het is geen gewone toespraak maar een gedicht, dat evenals Shirat Ha’yam, een ander gedicht uit de Tora, met een bijzondere lay-out in twee kolommen op de rol wordt weergegeven. Het volk Israël – en wij met hen – wordt opgeroepen ernaar te luisteren (‘Ha’azinoe’). 

“Luister, o hemel, en ik zal spreken; en laat de aarde de woorden van mijn mond horen.” (Dewariem 32:1)

“Mijn leer zal druppelen als regen, mijn woorden zullen dalen als dauw; als stortregen op het groene gras, en als regenbuien op het gewas.” (Dewariem 32:2)

Ha’azinoe is een poëtische, emotionele samenvatting van de aard van het verbond tussen de Eeuwige en het volk, waarvan Mosje nog één keer de kenmerkende aspecten de revue laat passeren. Bedreigingen en kansen voor de relatie tussen beiden worden liederlijk verwoord en gekoppeld aan zowel de geschiedenis als de toekomst. 

Slotzang van Mosje

Een en ander onderstreept het bijzondere van dit moment: Ha’azinoe is de slotzang van Mosje. Ook voor het volk eindigt daarmee het tijdperk van zijn fysieke leiderschap. En tevens is dit precies het punt waarop de lange omzwervingen door de woestijn eindelijk ten einde komen. Een hoofdstuk in de geschiedenis van het volk wordt afgerond.

Rabbi Menachem Leibtag benoemt dat Ha’azinoe dit gemeen heeft met Shirat Ha’yam: ook dat lied markeert het einde van een periode, namelijk die van de slavernij van het volk in Egypte.

Van nomaden worden de Israëlieten bewoners van hun eigen land.

Een einde is, zoals altijd, ook weer een begin. Een volgend hoofdstuk gaat geschreven worden. Shirat Ha’yam luidt het begin in van de periode waarin het volk als vrije mensen en zwervende nomaden door de woestijn trekt. De identiteit van het volk transformeert: slaven worden nomaden. Ha’azinoe is op zijn beurt de opmaat naar de fase waarin de Israëlieten het beloofde land intrekken. En weer verandert de identiteit mee: van nomaden worden ze bewoners van hun eigen land.

Wat Ha’azinoe, net als Shirat haYam, biedt is de mogelijkheid om juist op het punt van die overgang stil te staan. Je kunt de gedichten zien als een overgangsritueel, net zoals de Bar- of Bat-Mitswa ruimte biedt aan de overgang van kind-zijn naar volwassenheid. 

Rituelen bieden structuur

Deze rituelen bieden ons de structuur om niet gedachteloos van de ene naar de andere fase te galopperen. En dat is in het algemeen bijzonder nuttig. Het geeft ons de mogelijkheid om met vol bewustzijn een fase af te ronden. 

Idealiter reflecteren we op the good, the bad and the ugly, rouwen we om nare ervaringen, vieren we wat er mooi was en geven we erkenning aan wat er erkend moet worden. Zo kunnen we afscheid nemen van wat we graag achter ons willen laten én benoemen wat we graag mee willen nemen in het nieuwe hoofdstuk. 

Alleen terugkijken verlamt en alleen vooruitkijken ontneemt ons de kans om te verwerken en te leren. 

Beide doen: terug- en vooruitkijken maakt het mogelijk dat we verder kunnen met intenties geworteld in doorleefde inzichten. 


Over Irith Koster 8 Artikelen
Irith Koster (1973) is organisatiepsycholoog, executive coach en teamcoach. Samen met het Joods Cultureel Kwartier ontwikkelde zij I ASK, een museale methode die als doel heeft om ‘open minds’ te versterken. Zij zelf is ook dol op gesprekken en boeken die dieper inzicht geven in het zelf, de ander en in de relatie daartussen. Zij is betrokken LJG-er.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*