Israëli Jazz: Hoe Israël een belangrijke speler werd in de internationale jazzscene

Wat maakt dat er zoveel excellente Israëlische jazzmusici zijn?

In het cultuurhistorisch onderzoek naar jazz in Israël tracht fotograaf en jazzliefhebber Raphaël Perez een antwoord te geven in Israëli Jazz, The Blend of Blends. Daarnaast is dit vuistdikke boek een uitgebreid compendium met portretten van 92 Israëlische jazzmusici.

Avishai Cohen en familie

Begin 2015 hoorde ik trompettist Avishai Cohen voor het eerst in het Bimhuis. Zoals ik in dit blad schreef De Naakte Waarheid van Avishai Cohen was ik op slag verliefd op zijn muziek. Het was alsof de vroege Miles Davis was opgestaan. En ik was trots dat Israël niet alleen schrijvers, filmers, choreografen, componisten van wereldklasse kent, maar ook jazzmuzikanten. 

Ik moet vaak denken aan een uitspraak van mijn collega Y. T. die een groot deel van haar leven in Jeruzalem woont: “Wij zijn in Israël overal goed in, behalve in politiek.” Het klinkt wat chauvinistisch, alsof alles wat Israëlische kunstenaars aanraken in goud verandert. Maar ik realiseerde me dat mijn held Avishai Cohen niet de enige Israëlische jazzmusicus is van internationale kwaliteit. 

Hij speelt samen op zijn laatste cd Ashes to Gold met pianist Jonathan Avishai, bassist Barak Mori en percussionist Ziv Ravitz. En met zus Anat en broer Yuval vormt hij een trio: The 3 Cohens.

Bekend is ook zijn naamgenoot, maar geen familie, de bassist, zanger, componist en arrangeur Avishai Cohen. Maar er zijn vele anderen. 

In 2018 startte de Parijzenaar van Joods-Tunesische afkomst, fotograaf Raphaël Perez, met zijn Israeli Jazz project:

Het doel van het project is het verhaal vertellen over het ontstaan van de jazz in Israël en hoe dit land een belangrijke speler werd in de jazzscene, met enkele honderden professionele musici die wereldwijd optreden.”

In het tweetalige boek (Frans en Engels) dat recent verscheen, behandelt Perez de geschiedenis van de jazz, de opleidingsinstituten, festivals, clubs in Israël en presenteert hij als pièce de résistance portretfoto’s en cv’s van meer dan negentig musici. 

Daarnaast organiseerde Perez fototentoonstellingen in onder meer Parijs, Juan les Pins en Tel Aviv. Het project kreeg veel aandacht in The Jerusalem Post, The Jewish Journal en in The Sephardi Ideas Monthly, met als titel Who Says Zionists Can’t Make Jazz?

Amerikaanse dansmuziek

Wanneer en hoe kwam de jazz in Israël terecht? Vanuit Amerika brachten zwarte Amerikaanse militaire bands tijdens de Eerste Wereldoorlog de jazz naar Europa, waarna bands van het Engelse leger jazz tijdens de mandaatperiode in Palestina introduceerden. 

Het repertoire bestond vooral uit Amerikaanse dansmuziek en New Orleans Jazz, met nummers als Tiger Rag en Saint Louis Blues. In die dagen heeft de radio, de Britten wilden Palestina ‘verwesteren’ veel bijgedragen aan de verspreiding van de jazz. En onder de vluchtelingen die in de jaren dertig in Palestina arriveerden waren ook musici bekend met Amerikaanse jazz tunes.

Cultuur en nationale identiteit

Na de onafhankelijkheid in 1948 stond cultuur in dienst van het creëren van een nationale identiteit en daarbij hoorde een Israëlische sound.  Luisteren naar muziek afkomstig uit de diaspora was not done. Ik herinner me uit mijn Haboniemtijd, jaren zestig, dat het leren van Shiriem we Rikoediem, zang en dans uit Israël, een essentieel onderdeel van het programma was.

Maar naar de jazzprogramma’s van Voice of America werden wel degelijk beluisterd. Er was belangstelling voor nieuwe stijlen als West Coast jazz en Bebop. Vanaf de jaren vijftig werden in het ZOA House in Tel Aviv jazz concerten georganiseerd. ZOA staat voor Zionist Organisation of America

Halverwege de jaren vijftig begon het Amerikaanse State Department als tegengif tegen het communisme met het actief exporteren van de Amerikaanse cultuur. Jazz grootheden als Louis Armstrong, Lionel Hampton, Thelonious Monk werden naar Europa gestuurd: vaak gaven zij op terug- of heenweg succesvolle concerten in Israël.

Ethno jazz

In de zeventiger jaren werd ‘ethno jazz’ ook wel bekend als ‘world jazz’ onder Israëlische musici populair: jazz met Sefardische, Arabische of Klezmer accenten in hun spel. 

Perez: “Het is de integratie van die culturele roots die Israëlische jazz zo bijzonder maakt”. De ‘vader’ van deze stroming is de saxofonist Albert Pimenta, 1939, die zelfs gebruik maakt van instrumenten als de oed, een snaarinstrument dat veel wordt gebruikt in muziek uit het Midden-Oosten.

In de daaropvolgende decennia gaan steeds meer jonge Israëlische musici voor hun (jazz) opleiding naar het buitenland, met name de VS en vindt er opnieuw een vermenging van stijlen plaats.

Jazzfestival in Eilat

In 1987 krijgt Israël zijn eerste jazzfestival in Eilat. Ook worden er Israëlische jazz labels opgericht en worden Jazz curricula onderdeel van het onderwijssysteem. 

In 1992 besluiten vier jonge Israëlische musici, de bassisten Avishai Cohen en Omer Avital, trombonist Avi Lebovich en gitarist Amos Hoffman, om hun carrière in New York te vervolgen waar ze na enige tijd erkenning kregen. Zo werden zij, zeker toen Cohen in 1996 lid werd van de band van Chick Corea, een rolmodel voor jonge musici in Israël.

Jazz fotografie

Het tweede deel van het uitgebreide boek portretteert ruim negentig musici. Een must see voor iedereen die geïnteresseerd is in jazz fotografie. De foto’s worden begeleid door een bio- en discografie.

Wie belangstelling heeft voor het boek, kijk om een indruk te krijgen op Israeli Jazz


cover: Nitai Hershkovitz uit het boek Israeli Jazz

Over Will de Jong 9 Artikelen
Oud-Haboniemer Will de Jong is geboren in Amsterdam en groeide op in Den Haag. Hij studeerde psychologie en was - als specialist psychotrauma behandeling - werkzaam in binnen en buitenland onder meer Centrum '40-'45 en Artsen zonder Grenzen. Hij heeft van jongs af aan een passie voor jazz en fotografie. Portret Will de Jong door Jan Banning.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*