Volle sjoel in Eindhoven op een droevige dag 

Tisja Beav

tekening van skelet van gebouw met een toren met ronde 'spits' in groen park

Dit jaar ging ik naar Eindhoven om Tisja Beav te vieren. Veel te vieren in vreugdevolle zin is er natuurlijk niet op de droevigste dag op de Joodse kalender. 

Op Tisja Beav herdenken we de verwoesting van de eerste en tweede Tempel in Jeruzalem en de rampen die het Joodse volk in de eeuwen daarna hebben getroffen. Tisja Beav is een van de weinige momenten in het jaar dat er wel sjoeldienst is, maar het niet sjabbat is dat een reisprobleem met zich meebrengt. 

Waar ik op sjabbat afwisselend in een van de Amsterdams/Amstelveense sjoels (en soms ook Snoge) probeer te zijn, wil ik voor een doordeweekse sjoeldienst ergens buiten Amsterdam mijn gezicht laten zien, al is het maar omdat iedere minjeman telt. Op Poerim was ik een keer in Utrecht, op de avond van Tisja Beav een keer in Rotterdam en op de ochtend van Tisja Beav was ik ooit in Den Haag. Dit jaar naar Brabant, naar Eindhoven. En wat werden daar mijn verwachtingen overtroffen.

Soort kerktoren

De oorspronkelijke sjoel, met een soort kerktoren, is na de oorlog gesloopt omdat hij plaats moest maken voor de verbreding van een weg, die er overigens nooit is gekomen. In het voormalig kerkelijk wijkgebouw waar de sjoel van de Joodse Gemeente Brabant sindsdien is gevestigd, herinnert een maquette aan de imposante sjoel. Het wijkgebouw is een net gebouw, maar veel liever hadden ze hun echte sjoel behouden.

De sjoel stond in de Kerkstraat. Veel steden en dorpen hebben een Kerkstraat. Een aantal regionale omroepen maken samen een serie over Kerkstraten. Juist deze week brengt Omroep Brabant de Kerkstraat in Eindhoven voor het voetlicht en kiest ervoor om het verhaal over de daaruit verdwenen sjoel te vertellen. 

Op de plek van de sjoel staat een informatiebord. Jacques Offenbach zet zich al jaren in om de Joodse cultuur zichtbaarder te maken in Eindhoven. Hij hoopt dat er van de oorspronkelijke sjoel een herdenkingsteken in de vorm van een geraamte van cortenstaal zal worden geplaatst. 

Offenbach tegenover Omroep Brabant: “Vooral ook omdat Eindhoven een van de weinige plekken is waar de Joodse gemeenschap aan het groeien is.”

Magneetfunctie

De groei van de kehilla blijkt als ik in Eindhoven aan de sjoeldienst deelneem. Tisja Beav, niet de populairste dag op de Joodse kalender, midden in de zomerperiode, blijkt niettemin een magneetfunctie te hebben. Die zonnige zondagochtend in de zomervakantie ervaar ik een verrassend voorbeeld van de groei en levendigheid van de Joodse Gemeente in Eindhoven.

Jacques Offenbach bij het informatiebord waar voor de oorlog de sjoel stond, beeld ©Omroep Brabant

Als ik aan kom lopen, staan voor de deur al een paar mensen te wachten. Ik ga naar binnen, de trap op naar de sjoelruimte. Na verloop van tijd, de sjoeldienst is inmiddels van start gegaan, is er nog nauwelijks een plaatsje vrij. Tientallen mannen en jongens en minstens een dozijn vrouwen en meisjes hebben een plek gevonden in de sjoel. Een paar kleine kinderen drentelen door de sjoel heen en weer. Een jongetje en een meisje praten zachtjes en zitten samen op een groot kussen (op Tisja Beav zitten we tot de middag op de grond, niet op een stoel). 

Vooraan gaat de lokale rabbinaal functionaris, Simcha Steinberg, voor in de dienst. Zijn collega Mendel Levine is uit Nijmegen gekomen en leest de parasja voor uit de Tora. Voor de avonddienst van Tisja Beav heeft het NIK een boekje gemaakt en de PDF verspreid. Omdat er geen boekje is voor de dienst overdag, wordt in Eindhoven de inhoud van het boekje voor de avond ’s ochtends gelezen. 

Klaagliederen van Jeremia

Ze hebben het boekje geprint, maar er zijn niet genoeg exemplaren waardoor een aantal mensen de dienst volgt met de PDF op hun telefoon, zo kan het natuurlijk ook. Echa, de Klaagliederen van Jeremia, wordt voorgelezen, ieder hoofdstuk door een ander. Dat gebeurt in de Nederlandse vertaling. Mooi om het te horen met een Brabants accent. Iemand die een hoofdstuk leest, heeft een Slavisch accent. Het doet beseffen dat we sinds de verwoesting van de Tempel en de verdrijving uit het Joodse land een volk zijn van migratie en ballingschap.

Na afloop spreekt opperrabbijn Jacobs. Hij is uit Amersfoort gekomen. Jacobs spreekt over de zonde van het gouden kalf, over Mosje Rabbénoe en Aharon de hogepriester en over wat het is om Joods te zijn in de hedendaagse omstandigheden. Daarna houd ik een korte uiteenzetting naar aanleiding van Jeremia 8:14, Kave lesjalom, ve’een tov – we waren uit op vrede, maar er kwam geen goeds, uit de Haftara die we zonet hadden gelezen. 

Houdou en Allegre

Als ik het gebouw verlaat, staan de mensen in het zonnetje na te praten. Ik vertrek weer uit Brabant. Houdoe! wordt me toegewenst. Op naar mijn volgende dienst. Op de sjabbat na Tisja Beav is de verjaardag van de Esnoga in Amsterdam. Dit jaar de 350ste verjaardag. Allegre!


Impressie van het kunstwerk op de plaats waar de synagoge stond, beeld ©Omroep Brabant

Over Ruben Vis 43 Artikelen
Ruben Vis in het dagelijks leven alg. secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, meende in de zomer van 2020 dat het goed zou zijn wanneer het Nederlands taalgebied een platform zou krijgen waar serieuze, beschouwende en opiniërende artikelen op worden gepubliceerd met een Joodse inhoud. Hij trof medestanders en hieruit is De Vrijdagavond ontstaan. Ruben deelt op De Vrijdagavond zijn grote kennis van de Joodse wereld, zijn visie op het Joodse leven en de opbrengst van zijn onderzoekingen naar uiteenlopende, vaak historisch-Joodse, onderwerpen.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*