Zwemmen in zwart water (9)

feuilleton

tekening van raam met daarnaast jongen met forse schaduw achter zich

Verdoofd door de overweldigende input zit ik op het bankje. Het naderend onweer onderdrukt het daglicht alsof de zon al onder is. De geluidsgolven die zojuist nog piekend helder tot me kwamen, klinken nu als door een laag watten.

Alleen het stromende, klotsende geluid van de rivier vult overmatig luid mijn bewustzijn. De zwarte keienbestrating van de Waalkade versmelt met het zwart stromende water. Het bankje waarop ik zit, is een eiland in de zwarte stroom, los van de wereld. Mijn blik op de zwartheid om me heen wordt vaag, het ritme van de golven raakt mijn brein en brengt het in fase, tilt me weg uit het nu, naar een ander nu.

De zon op mijn lijf, heldere, lachende stemmen en fris gras onder mijn blote voeten. Plotseling is dit mijn wereld. Geen somberheid, maar blijheid vult me.

‘Hè, Esriël, kom je er nog in, ben je soms pachus voor het kouwe water?’

‘Ik? Opzij, Lion.’ Ik duik. Ik duik als de jongen die ik vroeger was. Even voelt het alsof ik vlieg. Het water schiet onder me door, raakt mijn lijf en sluit zich koel om me heen. Ik zwem tot mijn lucht op is, wend me omhoog en zie de zon bewegen door het groenige water boven me.

‘Heerlijk, Lion, helemaal nisht kalt.’ Ik zwem naar hem toe. ‘Ir hot shmuts aunter der noz.’ Lion kijkt me vies aan. Ik doe mijn hoofd onder water en veeg mijn neus schoon.

‘Reyn?’ vraag ik hem, terwijl ik overdreven mijn neusgaten toon.

‘Yo, reyn.’

We zwemmen rustig naast elkaar naar het midden van de Bosbaan. We kijken elkaar even aan en lachen. Goedmoedig duwt hij me kopje-onder en zwemt snel, alsof hij voor me vlucht, naar de kant.

Vanmiddag worden er voor het eerst roeiwedstrijden op de Bosbaan gehouden. Eén kilometer verderop bij de tribunes, waar de betaalde toeschouwersplaatsen zijn, loopt het volk al op en is de drukte al behoorlijk. Zelfs de koningin en het gehele gemeentebestuur zullen aanwezig zijn op deze heuglijke junidag in 1937.

‘Het mooiste roeicomplex ter wereld,’ kopte het Nationaal Handelsblad. Voor het gemak waren ze hun eerdere commentaar op de aanleg door de werkvoorziening even vergeten. ‘Werk voor joden en communisten, door joden en communisten,’ schreven ze toen.

Het geluid van de drukte en de marsmuziek van de Koninklijke Militaire Kapel dringt vanaf de hoofdtribune over het water tot ons door. 

We kijken elkaar al watertrappend lachend aan. ‘Mentsh vos a veytik,’ roep ik naar Lion.

Hij begrijpt me. ‘Yo vos a veytik.’ Hij herhaalt de uitdrukking die we elkaar toeriepen als we rugpijn hadden van het spitten aan de Bosbaan, jaren terug.

Ik ben eenenvijftig jaar, niet piep meer, en Lion is nog ietsje ouder. Al ons hele leven zijn we metgezel, of broers in plaats van de neven die we eigenlijk zijn. We zijn ouder geworden, maar in onze bloei. Geen bloei van jeugd, maar bloesemend van vreugde over onze familie.

Onze kinderen in zwembroek zijn volwassen. Hartog en Jo, zonen van Lion, musiceren. ‘Het Tuschinski-theaterorkest aan de Bosbaan!’ roep ik, alsof ik ze aan een groot publiek voorstel. Lion is er trots op. David, mijn aankomend schoonzoon, danst met overdreven hooggeheven benen met mijn dochter Lea, die ook al zo gek danst. Ze zijn gek op elkaar, dat is wel duidelijk. Riete Piet, de dochter van Lion, danst met dezelfde rare beenbewegingen met haar zusje Lea. Ook fijn, eens een keertje geen ruzie. Er wordt luid bij gezongen: ‘Summertime, and the living is easy.’

Het picknickkleed en de manden gevuld met eten staan aan de kant te wachten tot we gaan lunchen. Rachel zit op haar goedgevulde toges gezellig te kletsen met Hanna, de vrouw van haar broer Lion. De groep bestaat bij elkaar uit wel twintig mannen, vrouwen en kinderen.

‘Fish are jumping and the cotton is high,’ zingen Riete Piet en haar zus Lea ons in gebrekkig Engels toe.

‘Lang genoeg hè, Lion? Toch wel koud hè?’

‘Oh, your daddy is rich, and your mother is good looking,’ zingen ze nu plagend naar hun nichtjes, Lea en Shane.

‘Maar jullie zijn toch rijk?’ roept Riete Piet.

‘Nooit wat van gemerkt anders,’ grapt Rachel.

Klik hier voor de vorige aflevering van het feuilleton


cover illustratie Françoise Nick

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*