Relatief weinig tijd wordt aan eten besteed in de vierentwintig uur van onze dag. Toch neemt eten in ons leven een buitenproportioneel belangrijke plaats in.
Vóór Corona (BC) kon je geen deal sluiten zonder een lunchafspraak. Een bijzondere gelegenheid moest altijd met een diner worden gevierd. Met een traktatie kon men alles goedmaken… In het coronatijdperk hebben wij nieuwe trucjes geleerd. Hoe men ook zonder lunch een goede meeting kan hebben, hoe men deel kan nemen aan een huwelijk/verjaardag of welke andere gelegenheid zonder aan te schuiven aan tafel en hoe je kan communiceren zonder een taartje mee te nemen.
Daarmee is het belang van eten (als gespreksonderwerp) niet minder geworden. In de social media wereld, waar men elkaar te ‘trof’ tijdens een lock-down, ging het veel over… eten! Ik heb hier geen complete overzicht van, maar hier is een kleine greep uit de TikTok top 50 van 2020. Een video over het opkloppen van koffie trok 3.1 miljoen views, een bananenbrood recept kon op 24.8 miljoen kijkers rekenen en 43.4 miljoen mensen wilden zien hoe een bot van het vlees wordt verwijderd.
Dan heb ik het niet specifiek over een Joods gezelschap. De onlangs overleden Jackie Mason placht te zeggen: “Je kunt makkelijk onderscheiden tussen wie Joods is in het publiek en wie niet. Na afloop van de show zullen de niet-Joden elkaar een drank aanbieden: ‘Have a drink? Want a drink? Let’s have a drink!’ Bij de Joden gaat het alleen om het eten: ‘Have you eaten yet? Want a piece of cake? Let’s have some cake!’”
Geen wonder dat in de Torah – met aanwijzingen en instructies voor het het leven – wetten en voorschriften over eten (kasjroet) te vinden zijn. Voor een deel zijn de wetten van kasjroet in Parasja Reë te vinden.
Onderscheid is het sleutelwoord
In de loop der eeuwen hebben vele Joodse denkers verklaringen gegeven (voor zover een G-ddelijk gebod een ‘reden’ kan hebben) voor de kasjroetwetten, ieder op zijn eigen manier. Misschien is de meest primaire reden te vinden in de tekst van de Torah zelf.
Het vers waarmee de Tora het onderwerp spijswetten (Wajikra 11;44-47) afsluit is:
“Ik ben de Eeuwige, jullie G-d. Jullie moeten heilig zijn. Wees heilig, want Ik ben heilig… Om onderscheid te maken tussen het onreine en het reine, tussen dieren die wel en dieren die niet gegeten mogen worden.”
‘Onderscheid maken’, להבדיל – dat is de sleutelwoord. Wanneer wij het hebben over onderscheid maken, hebben wij het over twee ogenschijnlijk vergelijkbare dingen. Geen onderzoek in een laboratorium zal enig fysiek verschil kunnen detecteren tussen een stuk koeienvlees dat koosjer bereid is en een die niet-koosjer is bereid. Maar voor de koosjere consument is er een wereld van verschil… Oh wee als het een keer verkeerd gaat en de hele keuken opnieuw ‘gekasjerd’ (kosjer gemaakt) moet worden….
Heiligheid en moraliteit
Er wordt voortdurend onderscheid gemaakt. Zelfs koeien maken onderscheid tussen een voedzaam gras en giftig onkruid. Dat zijn fysieke distincties. De kasjroetwetten zijn een oefening om metafysische verschillen te onderkennen. Moraliteit is het vermogen om te accepteren dat er dingen zijn die men omarmd en andere dingen die men moet afwijzen. Soms is het verschil duidelijk: zichtbaar, voelbaar en begrijpelijk. Maar als wij het daarbij houden, zijn we niets meer dan koeien die gif vermijden.
Heiligheid (en moraliteit) begint met de erkenning dat ja/nee, rein/onrein, goed/fout, toegestaan/verboden objectieve waarheden zijn, vastgesteld door de Schepper. Soms zal ik merken dat de eerste categorie de samenleving goed doet en veel voordeel met zich meebrengt, terwijl de tweede categorie het tegenovergestelde betekent. Maar dat is niet de reden waarom het ‘ja=rein=goed’ is toegestaan’. Andersom, omdat iets moreel positief is, zal het niet steevast een positieve effect hebben. De motivatie van de mens om ‘Ja’ te bevestigen en ‘Nee’ te verwerpen, dient dieper te zijn dan deze overwegingen. Het zijn het gevolg, niet de oorzaak, van het intrinsieke onderscheid dat men maakt.
Elke mitswa heeft deze werking, maar kasjroet in het bijzonder. Wanneer het gaat over wat we wel/niet mogen eten, is het zo nauw verworven in ons leven totdat de consument en het geconsumeerde letterlijk één worden. Door de ja/nee-scheidingslijn over je bord te accepteren, krijg je de kunst van heiligheid makkelijk onder de knie.
Het gaat inderdaad veel over het eten, maar het gaat om veel meer dat wat op het bord ligt.
Ik ben nieuw bij ‘De Vrijdagavond’, vandaar deze verlate reactie.
Dank voor dit interessante commentaar. Mag je stellen dat ‘kadosj’ in Tenach in ALLE gevallen duidt op een grens of afscheiding, met aan weerszijden verschillende inhouden of eigenschappen die niet door elkaar mogen lopen? Of bestaan er voorbeelden waar ‘kadosj’ overeenkomt met het Christelijke begrijp ‘heilig’, zoals in ‘wijlen paus xxx is heilig verklaard’?
Dank alvast voor uw reactie!
Interessante vraag. Ik zal niet beweren een expert op het interpreteren van christelijke begrippen te zijn, maar Van Dale geeft vier betekenissen voor het woord heilig, 3 van de 4 komen goed overeen met hoe het woord Kadosj begrepen wordt – voornamelijk ‘verheven’ hetgeen alleen mogelijk is wanneer men onderscheid maakt.
In de specifieke tekst van Wajikra is de context heel duidelijk “Wees heilig, want Ik ben heilig… Om onderscheid te maken”
“hei·lig (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 zonder zonde; rein, volmaakt
2 eerbiedwaardig, verheven
3 (rooms-katholiek) heilig verklaard
4 onkreukbaar, onverbreekbaar