Feuilleton

Werkverschaffing (6)

‘Suzanne neemt je mee, to her place near the river. Je weet dat ze gek is, dat maakt haar veilig. Als je zegt dat je geen liefde te geven hebt, neemt ze je mee naar haar wereld. Laat je gaan, naar het vergeten, naar het prettig niets.’ Ik luister naar de bandrecorder, spoor naar mijn slaap. De verlichte wijzers, de treble en de ritmisch tikkende bas vertonen zich vaag in mijn half slapend brein. Leonard … [Lees verder]

Feuilleton

Morgn iz der seyder (5)

Als door een spreuk, als door een woord, veranderde mijn werkelijkheid. De planken, de grond, de webben, de tijd, alles veranderde. Plotseling was mijn tijd het einde van de negentiende eeuw, en ik was Esriël, de neef en beste vriend van mijn opa Lion.  Ik zit op de trap van de synagoge gadol, de grote synagoge. Naast me zit Lion, mijn neef en beste vriend. ‘Wem hot chomets, morgen iz es seider!’ schreeuwen we naar … [Lees verder]

Feuilleton

Morgn iz der seyder (4)

Meester Cohen heeft me uiteindelijk best veel geleerd, of moet ik zeggen aangeleerd. Mijn wraakgevoelens werden een dagelijkse motivatie op school: ik zocht waar ik kon hinderen, dwarsliggen of anderszins obstructie plegen. Ik genoot stil als de klas uit de hand liep en de meester wanhopig probeerde orde te scheppen, waarbij hij nooit de kwaadaardige bron van de chaos doorhad.  De kinderen die hier werden opgevangen, verschilden sterk van elkaar. Kinderen zoals ik, met een … [Lees verder]

Feuilleton

Morgn iz der seyder (3)

Af en toe gaf ik het juiste antwoord op zo’n vraag, wat hij dan nauwelijks kon verkroppen. Ik las de minachting in zijn ogen als hij me aankeek en voor zichzelf volhield dat zijn eigen kind superieur was aan mij, aan ons. Dat was wat ik in zijn ogen las, in zijn stem hoorde: wij, met ons gedrag, onze beperkte intelligentie, waar nooit iets van terecht zou komen.  In deze roman van Menno Schokker maken … [Lees verder]