Het Jiddisch is arm aan woorden, toch is er alle reden voor een ‘Simchosium’

Met welk doel wordt een Jiddisch Woordenboek gemaakt? Mag je zelf een nieuw woord verzinnen als je een woordenboek maakt? 

Geen vragen die een mens zich elke dag stelt, maar ze kwamen wel voorbij tijdens het JNW Simchosium dat werd gehouden op woensdagmiddag 17 september 2025 in het Goethe Instituut te Amsterdam. 

Ik was aanwezig bij dit feestelijke programma van dit Simchosium, een samenvoeging van simche (vreugde) en symposium, rond het Jiddisch-Nederlandse Woordenboek. Eerst even een stukje geschiedenis.

Het Jiddisch-Nederlandse Woordenboek is in 1987 begonnen door Justus van de Kamp die er nu al bijna een halve eeuw onafgebroken aan werkt. Begonnen in een schriftje is het geleidelijk meegegroeid met de mogelijkheden van de digitale revolutie* en in 2018 via internet toegankelijk gemaakt. 

*In de zomer van 2025 heeft het Vlaams-Nederlandse Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) het digitale JNW in haar woordenboekportaal opgenomen.

Justus van de Kamp biedt zijn publiek een boeiend overzicht van de Jiddische woordenboeken van 1542 (Elia Levita) tot vandaag. Hij schetst een helder beeld van de culturele dynamiek die de aard van een woordenboek bepaalt. In de achttiende eeuw ging het vooral om de bekeringsijver van Protestantse dominees, maar ook de wens om dieventaal (bargoens) te verstaan speelde een rol. 

Stroom eenvoudige woordenlijsten

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een woordenboek gemaakt om soldaten aan het oostfront te helpen bij de communicatie met Poolse joden. De grote trek naar Amerika rond 1900 zorgde voor een stroom aan eenvoudige woordenlijsten om immigranten in de nieuwe taal in te wijden. De twintigste eeuw zag een ongekende bloei van het Jiddisch als cultuurtaal die aanleiding gaf tot meer encyclopedische woordenboeken.

In die context bleek het Jiddisch ‘arm aan woorden’ en werden – net als voor de herleving van het Hebreeuws als spreektaal – veel leenwoorden en originele vondsten in de taal opgenomen. Bij deze ontwikkeling sluit ook het digitale Jiddisch-Nederlandse Woordenboek aan.

Zwiep balanceert vervaarlijk op de grens tussen filosofie en mystiek.

Hoogleraar Hebreeuws en Joodse Studies Irene Zwiep neemt ons mee op een duizelingwekkende intellectuele reis op zoek naar het hoe en waarom van woordenboeken. 

Daarbij balanceert zij vervaarlijk op de grens tussen filosofie en mystiek, waarbij haar veelgeroemde eruditie voor het nodige evenwicht zorgt. Beginnend bij een scène uit Captain Blackadder volgen we haar via La biblioteca de Babel (Jorge Luis Borges) naar het infinite monkey theorem om tenslotte uit te komen bij Albert Camus. Een en ander leidt tot de geruststellende conclusie dat het woordenboek niet oneindig en volmaakt is zoals de bibliotheek van Babel, maar een Sisyphus-arbeid. En Sisyphus moeten we ons als gelukkig voorstellen, zo meende Camus.

Levende taal

Haar plaats achter de katheder wordt ingenomen door Leizer Alec Burko, samensteller van het Jiddisch Dialectwoordenboek. Burko doordringt ons ervan dat het Jiddisch een levende taal is: hij spreekt zijn lezing uit in vloeiend Jiddisch. 

Volgens hem heeft een Jiddisch woordenboek vandaag de dag een bijzondere missie. Immers over de hele wereld wordt door steeds meer mensen weer Jiddisch gesproken, met name door charediem, die woordenboeken overigens met wantrouwen bekijken. Maar de taal is de afgelopen tachtig jaar enorm veranderd. Om belangrijke schrijvers als Sjolem Aleichem te kunnen lezen is ook voor hedendaagse native speakers een woordenboek onmisbaar. Hij steekt zijn waardering voor Justus van de Kamp niet onder stoel of banken wanneer hij ons uitlegt hoe het Jiddisch-Nederlandse Woordenboek in een mijnenveld van lastige keuzes de beste koers weet te behouden.

Justus van der Kamp foto Mark Kohn

Geef altijd je bron

Tot slot pakt de lexicograaf zelf de draad van zijn eerdere lezing op en legt hij ons de ingewikkelde keuzes voor waarvoor elke lexicograaf zich gesteld ziet. 

Eén vraag valt in het bijzonder op: mag de schrijver van een woordenboek zelf een woord verzinnen? Justus geeft toe dat hij dat weleens gedaan heeft. Zijn criterium is: geef altijd je bron aan en sta daarom open voor kritiek. Ik hoop dat ik met het schrijven van dit stukje heb kunnen bijdragen aan opname van het woord שימחאזיום in het JNW. 

En wat is een simche zonder muziek? Shura Lipovsky zong bekende en nieuwe liederen, begeleid door Kimball Huigens op de vleugel.


Het Jiddisch-Nederlandse Woordenboek wordt gemaakt door Justus van de Kamp. Hij wordt daarin bijgestaan door een werkgroep van enthousiaste Jiddisjisten. Het project is ondergebracht in de Stichting Jiddische Lexicografie Amsterdam, die de ANBI-status heeft.

Donaties zijn zeer welkom:
Stichting Jiddische Lexicografie Amsterdam 
IBAN: NL90 INGB 0006768806 
Mr.P.N. Arntzeniusweg 15 
1098 GK Amsterdam

cover: JNW Simchosium 17 september 2025, foto auteur

Over Channa Kistemaker 58 Artikelen
Is afgestudeerd (1988) als classica en heeft zich later in het Hebreeuws bekwaamd. Zij doet historisch onderzoek naar de religieus-Joodse boekcultuur in Nederland van 1815 tot nu. Ook houdt zij zich bezig met het documenteren van de grafzerken op de Joodse Begraafplaats Zeeburg, en vertaalt zij poëzie uit het Ivriet.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*