Het zionisme nader bekeken: het Jodendom is vooral een volk  

Het is het beste om fel te protesteren tegen de politiek van Netanyahu, maar daarbij de woorden zionisme en genocide te vermijden. 

Het eerste woord ‘zionisme’ is historisch te complex om zomaar te identificeren met de politiek van de Israëlische premier. 

Het woord ‘genocide’ is kennelijk iets voor deskundigen, maar heeft als bizar effect dat als de qualificatie genocide niet van toepassing zou zijn op de politiek van Netanyahu het lijkt het die politiek daarmee goedgekeurd zou zijn. Maar internationale protesten blijven dan evenzeer van kracht.

In regeringskringen wordt die bizarre conclusie (het woord ‘genocide’ is iets voor deskundigen) gebezigd zodat Nederland niet hoeft te protesteren tegen de Israëlische oorlogspolitiek.

Plaatsbepaling zionisme

Het zionisme is een complex verschijnsel. Door de vreselijke situatie van Gaza die direct op het conto van Netanyahu c.s. is te schrijven, dreigt begrip voor het zionisme ook te verdampen. Een nieuwe generatie engageert zich begrijpelijk met de Palestijnen, maar heeft wellicht te weinig historisch besef voor een juiste plaatsbepaling van het zionisme (dat geenszins als direct gevolg de verwoesting van Gaza heeft).

Aan dat gebrek aan kennis, ga ik wat doen aan de hand van de twee belangrijkste boeken over zionisme in Nederland. Dat zijn van Ludy Giebels, De geschiedenis van de zionistische beweging in Nederland 1899-1941 (proefschrift gepubliceerd in 1975) en het monumentale boek van Evelien Gans: Kleine verschillen die het leven uitmaken, een historische studie naar joodse sociaal-democraten en socialistisch-zionisten in Nederland uit 2002. 

Voor de Tweede Wereldoorlog

Zionisme kan worden begrepen vanuit enkele andere brandpunten van het Jodendom in Nederland: socialisme, liberalisme en religie.

Het Jodendom is niet alleen een religie (wat christelijke theologen nogal eens denken), maar eerst en vooral een volk. In dat opzicht te vergelijken met de Armeense christenen en alleen met die christenen. 

Voor de Tweede Wereldoorlog waren niet alleen het Nieuw Israëlitisch Weekblad, maar ook vrijwel alle rabbijnen anti-zionistisch. Zij vatten het zionisme op als een seculiere beweging. Uitzondering: rabbijn Dünner die goede betrekkingen onderhield met de zionist Mozes Hess. De religieuze overtuiging was dat terugkeer naar het land Palestina alleen als teken van de Messiaanse tijd kon worden ingezet, niet door seculiere mensenhand, al waren er in voorbije eeuwen altijd wel bevlogen Joden geweest die de gang naar Palestina hadden volbracht. 

Maar er was nog een reden: de rabbijnen in Duitsland en Nederland wilden zich goede staatsburgers betonen. Zij benadrukten hun ‘Heimat’ op haast overdreven wijze: grote loyaliteit aan het koningshuis (‘Oranjebloesem’) en in Duitsland zelfs een onverwachte geestdrift voor Duitsland in de Eerste Wereldoorlog (zie bijvoorbeeld Martin Buber). 

Het zionisme was evenwel een directe reactie op de pogroms in Oost-Europa en de zionistische golven (overigens niet meer dan enkele duizenden mensen per golf) kunnen nauwkeurig daaraan worden gelieerd. 

Socialisme en/of nationalisme

Er was echter nog meer verzet vanuit Joodse kring tegen het zionisme en wel vanuit het invloedrijke socialisme. Dat beriep zich op internationale solidariteit en wilde zich verre houden van nationalistische beperking. Toch waren er ook pogingen om socialisme en zionisme wel te verbinden.  

Rond 1900 was het ontwaken van het zelfbewustzijn van volkeren die tot dan toe werden onderdrukt, door kolonialisme of – wat het Jodendom betreft – door antisemitisme, niet tegen te houden. Het was de tijd waarin nationale staten zich gingen vormen op basis van een volksidentiteit.

Abraham van Collem

Illustratief is de oprichting van de Nederlandse Zionisten Bond in 1899, met als eerste voorzitter de socialist en dichter Abraham van Collem die echter na één jaar alweer de NZB verliet, het nationalisme vrezend en het lot van de Arabische bevolking. Overigens werd wel spottend opgemerkt dat de Joodse leden van de NZB ervan overtuigd waren dat hun Joodse buurman naar Palestina zou moeten emigreren! Veel leden bleven gewoon in Nederland.

De rabbijnen hadden intussen de band met het Joodse (sub)proletariaat goeddeels verloren. Zij hadden politiek gekozen voor het liberalisme: voor een Joodse partij was het Jodendom te klein en confessionele partijen konden uiteraard ook niet. Daarmee schaarden de rabbijnen zich wel naast de regenten, uitgezonderd rabbijn Meijer de Hond (die nu eindelijk wel eens een biografie zou verdienen). De Joodse arbeidersbeweging was over het algemeen geen zaak voor het religieuze Jodendom.  

Alertheid voor Jodenvervolging

Deze constellatie doet ook de nogal veronachtzaamde vraag opkomen, wat het socialisme eigenlijk positief heeft betekend voor Joden in de Tweede Wereldoorlog. 

Kritische historici menen dat juist vanwege de sterke inbedding van Joden in die beweging de alertheid voor Jodenvervolging minder was dan bijvoorbeeld in België waar veel orthodoxe Joden meer afzijdig van de samenleving leefden. Maar hier wordt uiteraard ook naar de slaafse overheid gewezen die keurig de bevelen van de bezetter opvolgde. Ook speelde het communisme in Nederland een wellicht een positievere rol dan het socialisme ten aanzien van de Jodenvervolging.

De afwijzing van religie bij Joodse socialisten en communisten was nergens sterker dan bij Louis Fles, die zelfs de rabbijnen verantwoordelijk stelde voor het antisemitisme. 

Zijn drama voltrok zich toen hij zijn zoon in Rusland een brochure van Trotski stuurde. Hij heeft zijn zoon nooit meer teruggezien, ook niet toen hij zelf naar Rusland ging “om het misverstand op te helderen“.  Hij verzette zich al vroeg fel tegen het nationaal-socialisme en pleegde in 1940 zelfmoord, zoals nogal wat Joden met hem.

Ernst en Ilse, Palestina-pioniers in 1939. Twee jonge Duitse Joden die in reactie op de anti-Joodse staatsterreur in hun vaderland het zionisme ontdekten. Zij vluchtten naar Nederland om het boerenvak te leren voordat ze in het verre Palestina de woestijn tot bloei zouden gaan brengen. Bron: Historiek net

Martin Buber verbond een anarchistisch socialisme met zionisme en zag in de kibboetsbeweging een ideaal om de staatsdwang te voorkomen. Voor hem was het zionisme een bevrijding uit een schraal individualisme naar de kracht van een Joods volksbestaan dat ons nu wellicht wat te veel verheerlijkend zou voorkomen.   

Zionisme na de Tweede Wereldoorlog

Terwijl Mozes Hess zionisme en socialisme verbond midden negentiende eeuw, was de Nederlandse Zionisten Bond niet exclusief socialistisch, al opponeerden de rabbijnen sterk ertegen. 

Theodor Herzl was ervan overtuigd dat het antisemitisme niet adequaat bestreden kon worden en schreef Der Judenstaat, zonder overigens ooit Palestina te betreden. 

De paradox is dat antisemieten, met name de legale antisemitische partijen in Duitsland en Oostenrijk, het zionisme aanmoedigden: ook zij meenden dat het Jodendom niet thuis hoorde in een moderne staat. 

Begrijpelijk vonden de Nederlandse rabbijnen dat een heilloze weg. 

Maar nu is het zaak om terug te kijken: welke stroming heeft het gevaar van de Jodenvervolging adequaat onderkend? Mijns inziens wordt alles anders vanaf de dertiger jaren. De Joodse ultra-orthodoxie, en dan de beweging van Neturei Karta, opgericht na de moord op Jacob Israel de Haan door zionisten in 1924, keert zich tot vandaag tegen de staat en zoekt vriendschap met de Palestijnen. Toch zullen ook zij moeten toegeven dat Jodenvervolging vanaf de dertiger jaren door hun vrome wachten op de Messias niet adequaat werd bestreden.

Dan zijn er nog de christenzionisten die al enkele eeuwen een veel grotere invloed op het Joodse zionisme hebben gehad dan men doorgaans denkt. Hun filosemitisme gaat tot op de dag vandaag samen met een gewelddadige ideologie: de Joden die zich niet aan het eind der tijden bekeren zullen worden vernietigd. 

Ik hoorde een rabbijn hierover: dat Eind der Tijden duurt nog wel even en intussen kunnen we de steun goed gebruiken. Het taboe op zending lijkt de laatste jaren bij de Joodse orthodoxie in Israël nogal te verdwijnen. 

Deling van Palestina 

Na de Tweede Wereldoorlog was de instroom van Joden in Palestina onvergelijkelijk veel groter dan daarvoor. Het is duidelijk dat Palestina een veilige haven bood die Europa niet kon bieden. Dit ging wel samen met de mythe dat Palestina een land zonder volk was voor een volk zonder land, een historisch onrecht waarvoor de Palestijnen de rekening hebben betaald en nog betalen.

Zonder de gebeurtenissen weer eens te herhalen is het duidelijk dat de partitie, de deling van Palestina in een Joods en Palestijns gebied, zoals Ben-Gurion dat voorstond onrecht betekende voor de Palestijnen, ook al steunde de VN de oprichting van de Joodse staat. 

Overigens kon het erger: een minderheid, onder wie de vader van Netanyahu, was tegen een deling van het gebied en wilde het hele gebied als Joodse natiestaat.

De conclusie moet zijn dat het zionisme het immense gevaar van de Jodenvervolging het beste heeft onderkend. De aanslag op het King Davidhotel in 1946 met tientallen doden, door de Haganah (preciezer: de Irgun, met medewerking van de latere premier Begin) was wellicht een protest tegen de Britten met hun blokkade van Joodse immigranten, maar laat intussen ook zien dat de grens tussen terrorisme en bevrijdingsbeweging moeilijk te trekken was. 

De Britten waren het doel, en dat er waarschuwing vooraf zou zijn gegeven lijkt een excuus, dat ook heden ten dage bekend in de oren klinkt. 

Geen alternatief

Niettemin is duidelijk dat Europa en Amerika geen alternatief hebben kunnen bieden voor de strijd tegen de Jodenvervolging: Amerika werkte zelfs met een quota voor Joodse immigranten. 

Europa en ook Nederland draagt een dubbele verantwoordelijkheid: jegens de Palestijnen en jegens de Joden in Israël.

Christenzionisme zoals dat van Christenen voor Israël zet het onrecht tegen de Palestijnen voort en is christenen onwaardig. 

Het zoeken naar een compromis, wat zowel door Netanyahu als door Hamas altijd is afgewezen (en daarin versterken ze elkaar) is onvermijdelijk, als gerechtigheid nog een stem mag hebben in deze. Zionisme als identiek met kolonialisme beschouwen draagt alleen maar bij aan het historische onrecht.

Britten waren de koloniale macht

De Britten waren de koloniale macht waartegen de zionisten zich verzetten. Het woord kolonialisme dient dus voorzichtig te worden gehanteerd als het gaat om de historische dimensie van het zionisme. De Britten waren allereerst de koloniale macht, waartegen de zionisten zich verzetten.

Nu: paternalistisch vredesvoorstel

Het heden laat uiteraard een ander beeld zien: het huidige ‘vredesvoorstel’ doet wel heel paternalistisch en koloniaal aan. Om Tony Blair, een Brit nota bene, te vragen voor een internationaal toezichtscomité lijkt een verkeerde keuze gezien zijn historische flater om de inval in Irak goed te keuren, met vele tienduizenden doden als gevolg en zonder resultaat. Over het trackrecord van Trump is al genoeg gezegd. 


cover: uit het beeldarchief van Bloom, tekenaar onbekend

Over Marcel Poorthuis 8 Artikelen
Marcel J.H.M. Poorthuis (1955, Hilversum) studeerde theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit (KTU) te Utrecht en muziek aan het conservatorium te Hilversum. Van 1982 tot 1992 werkte hij op het Secretariaat van de Katholieke Kerk in Nederland op het gebied van joods-christelijke betrekkingen. In 1992 promoveerde hij in Utrecht op de commentaren van de Frans-joodse filosoof Levinas op de Talmoed. Sinds 1992 is hij als universitair (hoofd-) docent verbonden aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht, thans de Faculteit Katholieke Theologie (FKT) van de Tilburg University. In 2010 is hij benoemd tot hoogleraar aan diezelfde universiteit met als leeropdracht de dialoog tussen godsdiensten.

1 Comment

  1. Het moge wel zijn dat, zoals Poorthuis zegt, de grens tussen terrorisme en bevrijdingsbeweging moeilijk te trekken is, maar dergelijke morele taal lijkt mij helemaal niet nodig. In de huidige wereld valt nauwelijks uit te maken wie er gelijk heeft in een conflict. Politiek is dan ook niet de kunst van het gelijk hebben maar van het gelijk krijgen. Gelijk krijg je door te winnen en je streeft naar de overwinning omdat die een existentieel belang voor je is. Anders ben je namelijk weg.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*