Gestolen muziek leest als een roman

Screenshot

Gestolen muziek, de roof van muzikaal erfgoed door de nazi’s, mag dan lezen als een roman, het is een verslag van een heel gedegen onderzoek dat jaren in beslag nam. 

Anders Rydell (1982) beschrijft hoe Wanda Landowska een klavecimbel bestelde bij pianobouwer Pleyel en dat volgens haar instructies liet bouwen. Het moest ‘zo krachtig zijn dat het een concertzaal kon vullen’ en tegelijkertijd ‘zo robuust dat zij het mee op tournee kon nemen’. Als je met de oren van nu luistert naar de opnames van Landowska, zeg je dat het een pianiste was die klavecimbel speelde, terwijl zij wel degelijl bronnenonderzoek deed. Toentertijd waren bronnen minder toegankelijk dan nu. Maar daarmee zou je haar tekort doen: zij was het, en niemand anders, die het klavecimbel weer heeft teruggehaald in de concertzaal.

Het boek zit vol met dergelijke anekdotische verhalen. Gestolen Muziek van de Zweedse journalist Rydell leest als een roman, het is zeer zeker geen saaie opsomming van feiten geworden, terwijl de plot natuurlijk bekend was en is.*

Anders Rydell is geen musicoloog. Dan zou het begrip Entartete Kunst er prominent in staan, terwijl dat nauwelijks voorkomt in het boek. Voor de begripsbepaling vind ik dat een omissie, maar daar staat tegenover dat Rydell zaken uitpluist die musicologen vaak laten liggen.

*zie ook Zelfs uit Mozarts Requiem werden woorden als ‘God van Zion’ geschrapt, voorpublicatie uit Gestolen Muziek

Wanda Landowska

Richard Wagner als K. Freigedank

Rydell beschrijft uitvoerig de gehele aanloop in de negentiende eeuw naar de maatregelen die de nazi’s een halve eeuw later namen tegen Joodse muziek en musici. 

In 1850 publiceerde het Neue Zeitschrift für Musik uit Leipzig (weer de muziekhoofdstad van Duitsland) het essay Das Judentum in der Musik  van een zekere K. Freigedank*, pseudoniem voor de toen nog jonge Richard Wagner., die dit overigens pas tien jaar later bekend maakte.

* Freigedank betekent ‘vrijdenker’ in het Duits. 

De Joodse emancipatie na de Franse revolutie was velen een doorn in het oog. Want zowel op het gebied van de wetenschap als dat van de beeldende kunst en muziek emancipeerden Joden razendsnel. 

Das Judentum in der Musik keerde zich uitgesproken tegen de Joodse integratie in de muziek. Het essay was in feite een persoonlijke afrekening. Want in Parijs, waar Wagner hoopte successen te behalen, kreeg hij geen voet aan de grond. In tegenstelling tot de Duits-Joodse componist Giacomo Meyerbeer (Jacob Liebmann Meyer Beer), de grote ster achter de Grand Opéra in Parijs. 

Wagner als invloedrijke wegbereider

Wagner kun je onmogelijk de schuld geven van de rassenwetten van de nazi’s (en de daaruit voortvloeiende Holocaust), maar hij was wel degelijk een invloedrijke wegbereider.

Veel musicologen en Wagner biografen, zeker de Wagner-bewonderaars, zijn vaak geneigd dit essay in hun tijd en context te plaatsen en het essay daarmee onbelangrijker te maken dan het was. Dat doet Rydell niet. Integendeel.

De auteur legt een direct verband met het latere bezoek van Hitler aan Bayreuth, de mislukte Bierkellerputsch tegen de Weimar Republiek en de latere oprichting door Goebbels van de Reichskulturkammer in 1933.

Goebbels had hierin een enthousiaste medestander in de persoon van Herbert Gerigk, een jonge kunsthistoricus en musicoloog, die in 1932 lid werd van de nazipartij. Toen in 1934 Alfred Rosenberg tot bewaker van de partij-ideologie werd benoemd, was de cirkel rond. Goebbels en Gerigk waren niet tevreden met de resultaten van de Kulturkammer.

Confisqueren is een beter woord.

Wat er daarna gebeurde, is bekend. Joodse musici moesten hun instrumenten inleveren, die de nazi’s (veel te goedkoop) inkochten, confisqueren is een beter woord, en in grote depots opsloegen. Heel veel zijn verloren gegaan bij de bombardementen van de geallieerden op de grote Duitse steden aan het eind van de oorlog. 

Lorenzo da Ponte

Dat Joodse componisten van het repertoire werden gehaald, is algemeen bekend. Maar wat doe je met de drie grote Mozart opera’s (Le nozze di Figaro, Don Giovanni en Cosi fan tutte) op een libretto van de Joodse Lorenzo da Ponte?* 

Welnu: Da Ponte werd helemaal niet meer genoemd en zo lang het in het Duits werd gezongen was het geen probleem. En sommige operahuizen in Duitsland spelen nog steeds of weer Figaros Hochzeit in plaats van Le nozze di Figaro… Ook werden Joodse musici steeds meer uit het openbare leven geweerd, hetgeen een eufemisme is voor niet meer mogen optreden (kon ook niet, hun instrumenten waren immers geconfisqueerd). 

*Lorenzo da Ponte werd geboren als de joodse Emanuele Conegliano in 1749 in Ceneda in de Republiek Venetië. Hij wijzigde zijn naam na zijn doop als katholiek.

Cancelen Joodse musici nu 

Wat nu in Nederland gebeurt met het cancelen van Joodse musici (en cabaretiers en wetenschappers) maakt dit boek beklemmend actueel. Al blijft het meest bijzondere de beschrijving van de historische verbanden die leidden naar datgene wat de meesten van ons al wisten.

De kwaliteit van de vertaling (uit het Zweeds Stulen Musik) van Geri de Boer kan ik niet taalkundig beoordelen, maar zorgt er wel voor dat Gestolen Muziek leest als een roman.


Gestolen muziek
De roof van muzikaal erfgoed door de nazi’s
Auteur: Anders Rydell
Uitgeverij AtlasContact
288 pagina’s
Nederlands, vertaler: Geri de Boer
ISBN 9789045051949


cover: De handen van Artur Rubinstein, te zien in het museum van Łódź, Polen. Foto Pawelec bron Wikimedia Commons

Over Jurriaan Fransman 8 Artikelen
Jurriaan Fransman (1954) studeerde na het Conservatorium, Muziekwetenschap met als extra bijvak filosofie. Hij stond mede aan de wieg van het toenmalige Hilversum 4 (nu NPO Klassiek) en schreef tientallen artikelen over muziek en cultuurbeleid in het FD. Na een twintigjarige ambtelijke loopbaan, waarbij hij een dag in de week college cultuurjournalistiek gaf aan de Universiteit Utrecht, was hij de laatste acht jaar voor zijn pensionering Senior Lecturer Communicatie- en Media Ethiek aan de UvA.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*