Gebiedsverbod voor de nesjama
“Laat er bij jullie niemand worden aangetroffen die zijn zoon of dochter aan het vuur overlevert, of iemand die aan wichelarij doet of die bijgelovige waarde hecht aan wolken beloop en slangen gekronkel, of die een tovenaar is. Noch iemand die met bezweringsformules werkt, geesten oproept, een waarzegger is of die de doden raadpleegt.” (Dewarim 18, vertaling Dasberg) Wat staat hier eigenlijk? Laat je niet beïnvloeden door wat er bij omringende volkeren als gangbaar religieus gebruik … [Lees verder]