Boekenjoden op het Binnenhof

Op de dag van de beëdiging van het nieuwe kabinet vertelt Ewoud Sanders het verhaal van de twee joodse boekhandelaren op het Binnenhof. Een kraam werd bemand door de broers David (1823-1904) en Jozef Blok (1832-1905). Jozef werd beroemd door de tekening die Vincent van Gogh maakte van deze ‘boekenjood van het Binnenhof.’ Dit artikel is een verkort hoofdstuk uit Boeken op het Binnenhof .*

Vincent van Gogh ontmoet Jozef Blok

Begin januari 1882 liep Vincent van Gogh over het Binnenhof in Den Haag. Hij stopte bij de Stadhouderspoort. Links en rechts van die poort, onder de zuilengalerij, stonden een paar dagen per week twee boekenkramen. Die waren al decennialang eigendom van telgen uit twee joodse families: Blok en Garnade. Van Gogh kocht er oude afleveringen van twee Britse weekbladen: The Graphic en The Illustrated London News. 

Vincent bewonderde vooral enkele illustratoren van The Graphic. Hij meldde dit geregeld in brieven aan zijn broer Theo. Dat hij oude afleveringen van dit weekblad had gevonden, was voor hem geen punt. Integendeel: hij vond die beter geïllustreerd dan de jongere nummers. Bovendien waren ze goedkoper. 

‘Ik heb een verbazend koopje gehad aan prachtige houtsneden uit de Graphic’, schreef  hij aan Theo. ‘Gedeeltelijk afdrukken niet van de clichés maar van de blokken zelf. Precies de dingen waarnaar ik jaren verlangd heb. (…) Ik heb ze gekocht van Blok den boekenjood, en heb uit een enorme stapel Graphics en London News uitgezocht wat het beste was, voor vijf gulden. Er zijn dingen bij, die superbe zijn.’

Portret in waterverf

Vincent kende twee boekverkopers die hij ‘Blok den boekenjood’ kon noemen: de broers David en Jozef Blok. Beiden hadden een boekenkraam in Den Haag; David had op een gegeven moment ook een winkel en een veilinghuis. Vincent kocht de Britse tijdschriften van Jozef. 

In de loop van dat jaar moet Vincent Jozef hebben uitgenodigd om eens voor hem te komen poseren, op de etage die hij in onderhuur had op de Schenkweg in Den Haag. De boekverkoper kwam op zondagochtend 5 november 1882. De 29-jarige Vincent maakte een portret van Jozef, toen vijftig, in waterverf. 

‘Weet ge wie ik van morgen geteekend heb?’, schreef hij aan Theo. ‘Blok de boekenjood, niet David, maar die kleine die op ’t Binnenhof staat. Ik wou [dat] ik er meer uit die familie had, want ze zijn wel echt als type.’ Volgens Vincent was het ‘fameus moeilijk’  om voor bepaalde typen een model te vinden. ‘Ik ben erg blij met Blok, hij brengt me dingen van veel jaren geleden in herinnering, ik hoop [dat] hij nog wel eens meer op een Zondagmorgen zal komen.’

Alle boekhandelaren waren ‘boekenjoden’

Welke herinneringen Jozef bij Vincent opriep weten we niet, maar hij kocht geregeld boeken en prenten bij antiquaren en tweedehandsboekhandelaren. Die duidde hij tamelijk consequent aan als boekenjood. Inmiddels is dat woord verouderd en heeft het een negatieve bijklank, net als bijvoorbeeld voddenjood of klerenjood. Lang was boekenjood echter een gangbaar woord, soms neerbuigend bedoeld, maar meestal een neutrale aanduiding voor ‘handelaar in oude boeken’. 

Er is geen reden om aan te nemen dat Vincent boekenjood neerbuigend bedoelde. Tussen 1877 en 1882 gebruikte hij dit woord zevenmaal in zijn brieven. Voor ‘die kleine op ’t Binnenhof’, maar ook voor (straat)boekhandelaren – al dan niet joods – in Amsterdam en Brussel. 

Portret van Jozef Blok, gemaakt door Vincent van Gogh, 1882
Van Gogh was kort daarvoor begonnen aan een serie tekeningen van volkse types. Bron afbeelding: Van Gogh Museum. 

Binnenhof, centrum van de politieke macht

Over de meeste straatboekhandelaren is vrijwel niets bekend. Ze worden terloops genoemd in krantenberichten, tijdschriften of boeken – doorgaans anoniem. Verder hebben ze nauwelijks of geen sporen nagelaten. 

Over de boekhandelaren op het Binnenhof weten we juist opvallend veel. Dat komt in de eerste plaats door hun standplaats. De Bloks en Garnades stonden tussen circa 1820 en  1935 met kramen op het Binnenhof. Ook toen was dit het centrum van de politieke macht. De boekhandelaren waren goed bekend bij de parlementaire pers, bij columnisten en kroniekschrijvers. Die schreven dan ook geregeld over ze. Soms neerbuigend, maar vaker op een opvallend liefdevolle manier. 

Parlementaire pers

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat vooral parlementaire journalisten af en toe hun eigen opvattingen op de boekhandelaren van het Binnenhof projecteerden, hen gebruikten als een soort spreekbuis van het volk. Eén voorbeeld. Een verslaggever van de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant amuseerde zich in 1913 over de deftigheid waarmee nieuwe Kamerleden zich presenteerden. Dit schreef hij erover:

‘Het nieuw-gekozen lid wandelt (…) het Binnenhof op, waar Blok en Garnade, de Joodjes, die sedert jaren heugenis onder de kolonnade hun boekenstalletjes hebben, hem direct als zoo’n nieuw-koopje  herkennen. En natuurlijk hebben ze pret over al die deftigheid! Ja, ’t is ze een aanleiding om ééns zoo diep te buigen! Met een spottenden kijk in de slimme oogen gluren ze hem na, die  daar in de donkere vestibule van het Tweede Kamergebouw verdwijnt!’

Kleurrijke figuren 

Dat we zoveel over de boekhandelaren op het Binnenhof weten komt in de tweede plaats omdat er zeer kleurrijke figuren tussen zaten. Dat geldt met name voor David en Jozef Blok. 

David was politiek geëngageerd, voorzag koning Willem II eens ongevraagd van advies en zat wekenlang gevangen vanwege een bespottelijk lage schuld. Twee ministeries kregen het op een gegeven moment met elkaar aan de stok over de precieze locatie van zijn kraam, een vete die de lachlust opwekte van onder anderen Multatuli. 

Boekenstal op de vroegere Botermarkt, door Richard Lovett, 1887

Jozef en de hoge heren

Op warme zomerdagen lag Jozef weleens naast zijn kraam te luieren of te roken in de kruiwagen die hij gebruikte voor het vervoer van zijn boeken. Maar hij trok de hoge heren politici soms letterlijk aan hun jasje naar zijn boekenstalletje, tutoyeerde ze (toen hoogst ongebruikelijk), bedelde om een sigaar of vroeg om een vuurtje. Ook stak hij zijn politieke inzichten niet onder stoelen of banken. 

Bovendien waren de Bloks zeer gerespecteerde boekenkenners. Om die reden hebben ook antiquaren, archivarissen, bibliothecarissen en veilinghouders over ze geschreven. Twee telgen van de familie Garnade zijn aan het begin van de 20ste eeuw zelfs geïnterviewd over hun ervaringen op het Binnenhof – in een tijd dat kranteninterviews nog een zeldzaamheid waren. 

Genoeg stof dus voor een ode aan deze kleurrijke boekverkopers op het Binnenhof.


Ewoud Sanders: Boeken op het Binnenhof Uitgeverij Aspekt, 2022

Onlangs verscheen van de hand van Ewoud Sanders: ‘Van appeljood tot zuurjood. Veertig portretten van Joodse straatventers’. Zie daarover in De Vrijdagavond: Eerbetoon aan Joodse straatventers. Voor meer info zie hier.


cover: ‘Gezicht op het Binnenhof’, J.C.K. Klinkenberg, 1874

Over Ewoud Sanders 4 Artikelen
Ewoud Sanders (1958) is journalist en historicus. In de rubriek WoordHoek (twintig jaar lang in NRC, nu op de website van het Instituut voor de Nederlandse Taal) schrijft hij over de geschiedenis van woorden en uitdrukkingen. In 2017 promoveerde hij op een geruchtmakende studie naar jeugdverhalen over joden bekering; in 2021 ontving hij de Groenman-taalprijs. Recent verscheen van hem Lachen om Levie. Komisch bedoeld antisemitisme (1830-1930). ‘Een onthullende studie over hoe anti-joodse stereotypen vrijwel geruisloos via kinder- en jeugdboeken van generatie op generatie overgedragen worden', aldus Bart Wallet, hoogleraar Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*