Ik herinner me de toewijding van je jeugd, de liefde uit je bruidstijd, hoe je Mij volgde in de woestijn

Bamidbar 5784

beeldmerk Parasja

Parasjat Bamidbar is de opening van het boek Bamidbar, het vierde boek van Tora. 

De parasja beschrijft hoe het legerkamp van Am Jisraël was georganiseerd. Elke stam bij zijn eigen vlag op een vaste plek ten opzichte van de misjkan (de reistempel). In een vierkant stonden de tenten van de stammen om de misjkan heen. Tussen de stammen en de misjkan stonden de tenten van de Levi’iem. 

De parasja geeft een uitgebreide beschrijving van de telling per stam van alle mannen van twintig jaar en ouder; mannen die oud genoeg waren om te vechten in het leger. Elke stam, behalve de stam Levie, wordt geteld. 

De taak van de Levi’iem was om te werken in de Misjkan en om te zorgen voor de spullen die daarin staan. De taak was afhankelijk van de familie waartoe je behoorde en de plaatsing van de tenten waren, net als bij de andere stammen, voorgeschreven. 

Na de mooie verhalen van de schepping tot de komst naar Egypte in het boek Beresjiet, na de grote wonderen van de uittocht uit Egypte en het krijgen van Tora in het boek Sjemot en na het bouwen van de Misjkan en het krijgen van een enorme hoeveelheid mitswot in het boek Wajikra, zijn we beland in het boek Bamidbar, wat letterlijk ‘in de woestijn’ betekent. 

Am Jisraël is ruim een jaar onderweg en we weten dat de reis nog lang gaat duren. De soldaten worden geteld, ieder krijgt zijn plaats en zijn taak. Het feest van wonderen en grote gebaren lijkt voorgoed voorbij. We voelen dat het zwaar gaat worden. 

De midbar, de woestijn, is iets dat we allemaal in ons leven meemaken. Dat kan zijn omdat we persoonlijke tegenslagen te verwerken hebben of omdat we ons als groep of als volk bedreigd voelen. Ook de afgelopen maanden zijn zo’n midbar. Wat kan dan dat beeld van het legerkamp ons leren? 

Het Joodse volk stond als een eenheid met de tenten in een vierkant. Iedereen stond bij elkaar en iedere stam had zijn eigen plaats bij zijn eigen vlag. Elke stam stond even ver van de Misjkan af. De ene stam was niet belangrijker dan de andere. De ene persoon was niet meer waard dan de andere. Door iedereen te tellen was het voor Moshe duidelijk dat iedereen er ook daadwerkelijk bij hoorde en ertoe deed. 

Buiten het kamp was de woestijn, maar binnen in het centrum van het kamp stond de misjkan, de plek waar G’d werd gediend. De kracht van Am Jisrael zit niet alleen in hun eenheid onderling, maar ook in hun verbondenheid met G’d. 

Jaarlijks op Rosj Hasjana halen we deze tijd van liefde voor- en vertrouwen in G’d aan, zoals de pasoek in Jirmiahoe zegt: הלך וקראת באזני ירושל͏ם לאמר כה אמר יהוה זכרתי לך חסד נעוריך אהבת כלולתיך לכתך אחרי במדבר בארץ לא זרועה – Ga en verkondig aan Jeruzalem, Zo zei G’d: Ik herinner me de toewijding van je jeugd, de liefde uit je bruidstijd, hoe je Mij volgde in de woestijn, door een land dat niet is gezaaid

Laten we hopen dat Am Jisraël een eenheid zal zijn en blijven en dat we met toewijding en liefde voor G’d elke Midbar – woestijn – kunnen overbruggen. 

Sjabbat sjalom

Over Natalya Godschalk 4 Artikelen
Natalya Godschalk studeerde psychologie aan de UvA waar zij jaren later ook de Universitaire PABO voltooide. Ze geeft jahadoetles op de joodse basisschool Rosj Pina en is daar ook de coördinator van het jahadoet- en Iwrietonderwijs. In 2020 was zij één van de oprichters van Alats Libie, een groep die orthodoxe vrouwensjoeldiensten organiseert.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*