De binnenstad van Paramaribo behoort sinds 2002 tot het Unesco-werelderfgoed. Het stratenplan is behouden gebleven net zoals de witte, houten huizen met gezichtsbepalende zuilen en veranda’s. Dat zijn ook de kenmerken van de statige synagoge van Paramaribo, de Neve Shalom.
Na de onafhankelijkheid in 1975 veranderde de stad razendsnel. Er kwamen meer straten, meer verkeer en meer bedrijvigheid en vooral een tekort aan geld. Dus minder geld voor verf voor de huizen, ook voor het deel dat behoort tot het werelderfgoed. De huiseigenaren moeten er zelf voor zorgen.
Er zijn plannen om het gebied opnieuw vorm te geven en toen drong zich de vraag op: zijn de gebouwen altijd wit geweest?
Het is moeilijk te bewijzen, maar het lijkt erop dat de meeste van deze huizen voor de stadsbranden in de negentiende eeuw niet waren geverfd en dat tenminste een huis lichtgroen moet zijn geweest.
In een tijd zonder fotografie kopieerden kunstenaars vaak elkaars werk. Sommige schilders van de beroemde houten huizen waren zelfs nog nooit in Suriname geweest en gaven hun visie op de stad vaak in een andere kleur weer. Zeg maar, het photoshoppen anno 1850.
Synagoge uitzondering
De synagoge van Paramaribo stamt al uit het begin van de achttiende eeuw: het gebouw werd in 1723 in gebruik genomen. Een nieuw ontwerp voor de synagoge zag in 1842 het licht en kreeg zijn hedendaagse vorm.
De Neve Shalom synagoge, tot op de dag van vandaag een veel gewilde bezienswaardigheid, werd ontworpen en gebouwd door de Surinaamse meester-timmerman Jean François Halfhide, zoon van een Engelse kolonist en een tot slaaf gemaakte Afrikaanse dame.
Wit met Berlijns blauw
In ‘De architectuur van Suriname 1667-1930’ (1973) van professor Temminck Groll las ik over de Israëlitische gemeente in Paramaribo. In 1853 werd de externe renovatie gedaan door J.A. Voigt, die was geïnspireerd door de huizenbouw uit het zuiden van Amerika die wit waren met vaak een voorgevel en Dorische zuilen. Temminck Groll laat Voigt aan het woord:
“Het schilderwerk bestaat uit het gronden en vervolgens het schilderen van de constructie met olieverf, bestaande uit loodwit, ongekookte lijnolie met een mengsel van Berlijns blauw, enz. … Vooraf … de buitenkant en de binnenkant afkrabben, waarna hij het oppervlak nogmaals zal gronden. Dan moet het nieuwe oppervlak nogmaals worden gegrond, zowel aan de binnen- als buitenkant. Wanneer dit werk is voltooid en alles goed is gestuukt, moet de aannemer het gehele oppervlak schilderen: effen wit aan de buitenkant, de ramen, deuren en luiken groen – de binnenkant puur wit, behalve de sokkels van de pilaren, die kunnen worden afgewerkt in een grijze marmer of donkere kleur.”
Insectenwerend?
Dit triggerde mij om navraag te doen: is er altijd blauw door het wit gedaan en had het misschien een (insectenwerende) functie?
Lilly Duijm, secretaris van de synagoge zegt: “Het hout van het gebouw is altijd van goede kwaliteit geweest en vergt weinig onderhoud, maar het moet elke twee jaar opnieuw worden geschilderd. Het gebouw is altijd wit geweest, maar na een jaar wordt het gewassen (hogedruksysteem) en dan verschijnen de scheuren in de verf en begint het te bladderen. Misschien is de kwaliteit van de verf niet goed genoeg of is het het weer. De olieverf die we gebruiken is op terpentinebasis. Maar als alles klaar is, moeten we opnieuw schilderen.”
Van het blauw had Lilly Duijm nog nooit van gehoord nu doen ze een druppie zwart door het wit. Vaak werd loodwit gebruikt toentertijd dat was insectenwerend, maar dat is nu verboden.
Dat is waarschijnlijk het antwoord op mijn vraag: het loodwit was insectenwerend en dat was heel functioneel in het tropische klimaat van Suriname.
Onderhoud
Een groep van de Joodse Gemeenschap Suriname houdt zich bezig met het onderhoud, waaronder voorzitter Jules Donk. Hij zegt dat het koloniale groen van de luiken de kleur is van de overheidsgebouwen en niet verwijst naar de Surinaamse vlag, wat door anderen wordt beweerd.
Donk: “Een keer had een schilder te veel blauw in het groen gemengd, toen hadden wij een andere kleur op de luiken. Het interieur is altijd wit geweest en het zand op de vloer was er ook vanaf de oplevering van het gebouw”, aldus Jules Donk van de wereldberoemde witte Neve Shalom synagoge.
Het hele onderzoek is hier te lezen: Painthouse Paramaribo. In een vorig artikel in De Vrijdagavond vertel ik meer over de Joodse Gemeenschap van Suriname.
cover beeld © 2020 by Suriname Jewish Community
In de Grote Synagoge in Amsterdam uit 1671, waar het ontwerp in Paramaribo door is geïnspireerd is het plafond geschilderd in Berlijn/ Pruisisch blauw. Mij is altijd vertelt dat dat tegen de insecten was.