“De categorieën zijn aller-schandelijkst in de war”, verzucht koning Peter, de halfgare vorst in het toneelstuk Leonce en Lena van Georg Büchner die een wijsheid debiteert als zijn eigen hofnar.
Onweerstaanbaar komt dit zinnetje bij me op bij de huidige tegenstellingen en al maar hoger oplopende conflicten in Nederland, Europa en Amerika. Om maar te zwijgen over die in het Midden-Oosten. “De mens moet denken”, zegt Koning Peter aan het begin van zijn monoloog, “en ik moet voor mijn onderdanen denken, want zij denken niet.” Zo is het.
We mogen dan in Nederland een politieke partij hebben die zich Denk noemt en in New York een coffeeshop-keten die zich Think noemt en gefrequenteerd wordt door studenten, er wordt te weinig nagedacht.
Er is te veel lawaai. Te veel geschreeuw.
Te veel leuzen, waarin gedachten kort worden samengevat die vervolgens worden nagekauwd door menigten die over de eraan voorafgaande gedachten niet meer zelf hoeven na te denken.
Woorden, waarachter werelden schuilgaan; wereldbeelden, filosofieën over hoe de wereld eruitziet of uit zou moeten zien; hele geschiedenissen en hoe deze door de deelnemers eraan worden geïnterpreteerd of ervaren.
Apartheid
Apartheid is zo’n woord. Het staat voor de scheiding van twee bevolkingsgroepen die tot stand wordt gebracht en gehouden door de bovenliggende partij van die twee groepen. In Zuid-Afrika, waar het woord ontstond, was dat de blanke minderheidsregering wie alle machtsmiddelen ter beschikking stond om de zwarte meerderheid van de bevolking te onderdrukken en hen vaak met geweld hun mensenrechten te onthouden.
Het woord ‘apartheid’ duikt nu opnieuw op bij het bloedige conflict tussen Israël en de Palestijnen. Klopt dat? Het begrip veronderstelt in dit conflict dat de staat Israël, vertegenwoordigd door haar regering, een (aanzienlijk) deel van haar eigen bevolking onderdrukt en haar mensenrechten onthoudt.
Vormen de Palestijnen, vertegenwoordigd door de Palestijnse Autoriteit in Ramallah op de Westbank, en door Hamas in Gaza, een deel van de bevolking van Israël? Nee. Althans, niet volgens de strijdende partijen. Want dan zou Israël in een burgeroorlog verwikkeld zijn en dat is volgens Netanyahu en de zijnen niet het geval. En ook niet volgens de Palestijnen.
Die zijn in Gaza en de Westbank autonoom en nog net niet als staat erkend of niet door de hele wereldgemeenschap. En al helemaal niet door Israël. Israël heeft zijn eigen Arabieren, die als Israëlische staatsburgers zijn vertegenwoordigd in de Knesset. Ze worden niet onderdrukt. Misschien wel met de nek aangekeken, maar niet ‘apart’ gehouden. Dus, over wie hebben de demonstranten het als ze eisen dat er een einde komt aan de apartheid?
Geen burgeroorlog
Als het conflict geen burgeroorlog is, dan is Israël in oorlog met de Palestijnen. Nu heeft Netanyahu ze de oorlog verklaard zoals de Palestijnen Israël de oorlog hebben verklaard, alsof ze van elkaar een buitenlandse staat zijn wier grenzen ze regelmatig wederzijds onrechtmatig overschrijden en wier bevolkingen ze wederzijds bestoken met uitzinnig geweld.
Ze gedragen zich als elkaars buitenlanders die elkaars land betwisten terwijl ze dat de facto niet zijn.
Aan die dubbelzinnige situatie moet onmiddellijk een einde worden gemaakt, omdat dit grijze niemandsland voor beide partijen de legitimatie vormt om elkaar zo bloedig mogelijk te blijven bestrijden. Als Israël ‘de gebieden’ zoals ze de Westbank eufemistisch noemen, onrechtmatig blijft koloniseren en Gaza blijft belasten met een blokkade, zal Hamas blijven terugslaan.
Alleen de internationale gemeenschap kan daar een einde aan maken. Als je TEGEN deze oorlog wilt protesteren, en dat mag van mij, sterker nog, het is zowat het enige dat we kunnen doen, dan is het omdat je Vrede wil. Al het andere waar je voor of tegen demonstreert, is feitelijk onjuist. Je kunt beter demonstreren VOOR Palestina als een aparte staat. Dat is een eerzame eis, en daar hoeft ook geen geweld voor aan te pas te komen.
Indringers
Dit conflict bestaat al vanaf de oprichting van de Staat Israël. Dat was in 1948 vanaf het moment dat het Verenigd Koninkrijk zijn mandaat over Palestina opgaf. De Arabieren binnen Israël en daarbuiten beschouwden de Joden als indringers.
Deze ‘indringers’ hadden een deel van het land toegewezen gekregen als vergoeding voor het onnoemelijke leed dat hen door de eeuwen heen, vanaf het begin van onze jaartelling was aangedaan. In de diaspora waren de Joden een zwerfvolk, ze hadden geen eigen land. En waar ze ook waren, ze werden vervolgd en onderdrukt, vaak met geweld.
Identiteit bewaren
Je zou dat een globale en wel zeer speciale en wrede vorm van apartheid kunnen noemen. Want als etnische minderheid, als religie, als volk, en tenslotte als ras hebben ze hun identiteit, religieus of cultureel, weten te bewaren – een hele prestatie is als je bedenkt dat ze dit, over de aardbol verspreid, meer dan tweeduizend jaar hebben weten vol te houden. De laatste negentiende-eeuwse classificatie leidde tot de Holocaust. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen.
Maar bij de stichting van de staat Israël hadden de Arabieren weinig op met deze droevige geschiedenis: hen werd hun land afgepakt. Zo nationalistisch waren ze voordien nooit geweest, maar aangemoedigd en gesteund door de omringende Arabische landen werd hun nationale bewustzijn aangewakkerd. Er woonden al aardig wat Joden in Palestina toen de Engelsen hun mandaat opgaven, en daar kwamen er al gauw na 1948 veel bij. Van de ene dag op de andere, letterlijk, werden goede buren elkaars vijanden. Wie zich de Balkanoorlog van de jaren ’90 herinnert, weet wat dat betekent: oorlog en gewelddadige volksverhuizingen.
Wie zijn Zionisten?
De Zionisten hadden al sinds het einde van de negentiende eeuw gepleit voor een thuisland voor de Joden. En daar hebben we weer een woord dat begrepen moet worden voordat je in een slogan roept om de verwijdering of zelfs bestraffing van de zionistische handlangers van de Israëlische regering die momenteel een slachting aanricht onder de bevolking van Gaza: Zionisten.
Iedereen die het ermee eens is dat de Joden een eigen staat zouden moeten hebben, daar zelfs recht op hebben gezien hun geschiedenis van onderdrukking, en daarvoor ijvert, kan zich een Zionist noemen. Daar hoef je geen Jood voor te zijn. Toch zijn de meeste Zionisten Joden omdat een eigen staat in hun belang is. Maar de ‘meeste Joden’ zijn geen Zionisten: velen van hen hebben grote bedenkingen gekoesterd tegen een eigen staat voor de Joden.
Ze zagen de bui al hangen. En zij die van mening zijn, dat Israël het recht heeft zichzelf te verdedigen, zijn nog geen Zionisten. Ik bedoel maar: pas op met je woorden voor je de straat op gaat. Zoals ook de regeringsleiders en politici (en anderen die in het openbaar het woord menen te moeten voeren over deze kwestie) op hun woorden moeten passen als ze de demonstranten tegen de oorlog in Gaza antisemieten noemen.
Antisemitisme woekert hardnekkig
Antisemieten, antisemitisme, het hoge woord is eruit, een woord waarover eerst nagedacht moet worden voor je het uitspreekt, of voordat je je eraan bezondigt.
Onder antisemitisme verstaan we over het algemeen Jodenhaat, of afkeer van, weerzin tegen, verwerping van Joden als volk, of ras, of van hun culturele en religieuze uitingen. Om maar te zwijgen van de psychologische drijfveer eronder: angst.
Antisemitisme is zo oud als het Oude Testament en woekert hardnekkig door de wereldgeschiedenis, om telkens de kop op te steken zodra er weer een aanleiding gevonden kan worden om de Joden ergens de schuld van te geven. Ook zonder dat, sluimert antisemitisme in het (onder)bewustzijn van hele beschavingen. Het zit ingebakken in het denken, het woordgebruik, in moppen, in vage noties over een identificeerbaar uiterlijk of hun intellectuele en culturele arrogantie.
Kortom, het is systemisch. Vooroordelen zijn systemisch.
Joden worden aangekeken op zaken waar ze zelf geen weet van hebben.
Geen wonder dat het bij het huidige conflict opnieuw tot een uitbarsting van Jodenhaat is gekomen: Joden buiten Israël worden er op aangekeken dat de Israëlische regering een genadeloze en onbarmhartige vergeldingsoorlog voert tegen de Palestijnen in de Gazastrook. Ze worden uitgescholden, bespuugd, geïntimideerd, met de dood bedreigd, alsof zij het zijn die oorlog voeren. En zonder dat er wordt nagegaan of de slachtoffers die oorlog al dan niet ondersteunen.
Misschien is het een begrijpelijk misverstand: Israël heeft zichzelf uitgeroepen als Joodse Staat. De inwoners ervan zijn dus, zou je denken, Joden. Maar dat is dus niet zo, weten we inmiddels. Het Arabische volksdeel in Israël is overwegend islamiet.
Wat is een Jood?
Hiermee zijn we aangekomen bij het heikelste punt: wat is een Jood? Definiëren we de Joden naar hun staatsburgerschap? Of naar hun geloof? Als we de categorie ‘etniciteit’ en de dubieuze categorie ‘ras’ buiten beschouwing laten, is de volgende vraag gewettigd: zijn de Arabische staatsburgers van Israël, Joden?
Alleen hier al lopen de categorieën schandelijk door elkaar: geloof en staatsburgerschap, zoals dat ook in de recente Balkanoorlog gebeurde. Wil je iets oplossen, dan moet je daar beginnen.
Joden zonder geloof of staatsburgerschap
En wat doen we met al die Joden, meestal buiten Israël, die zich noch op het een noch op het andere wensen te beroepen, en zich toch Jood willen noemen, of joods? Al die Joden die zich identificeren met de geschiedenis van de Joden, of er ‘iets mee hebben,’ al was het maar sympathie. Zelfs als ze het niet eens zijn met wat de Israëlische regering op het ogenblik aan het doen is.
Ook in Israël zijn er Joden die zich tegen de oorlog keren. Zij worden over het algemeen met de nek aangekeken en vaak als verraders bestempeld: zijn dat ook antisemieten? Willen ze die gijzelaars soms niet terug?
De ironie van dit alles is, dat de doorsnee-activist die voor vrede ijvert de kans loopt voor antisemiet te worden uitgemaakt waardoor de doorsnee-antisemiet zich niet meer als zodanig kan profileren: het gevaar voor de Joden komt nu van de Joden zelf.
Niet-rechtse sympathisanten van Israël
De categorieën zijn ook hier allerschandelijkst in de war. Uiterst rechts neemt het nu op voor Israël, waardoor sympathisanten van Israël tot het rechtse kamp gaan behoren, wat ze misschien helemaal niet willen. Dus houden ze hun mond, of ze nemen een halfhartig standpunt in waarbij antisemitisme wordt veroordeeld, maar Israël het recht om zichzelf te verdedigen niet wordt onthouden.
Israël en Hamas hebben ons in een lastig parket gebracht. De demonstranten, pro-Palestina en pro-Israël zouden onze sympathie verdienen als ze ervoor pasten de spiegel te zijn van fanatiekelingen: de rechts-orthodoxe vleugel van de Israelische regering en het rechts-radicale Hamas die allebei het zicht op een realistische oplossing uit het oog hebben verloren. Moedwillig, lijkt het wel. Nu hebben ze het zelfs voor elkaar gekregen de 4 mei herdenking op de Dam te kapen: de wegblijvers werden beroofd van hun recht op herdenking, van hun verdriet over de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Alle slachtoffers.
Aan Gazanen wordt niets gevraagd
En wie wordt hierbij overgeslagen, écht apart gehouden? Precies, de inwoners van het land tussen de ‘rivier en de zee’ alle inwoners, die van Gaza voorop: hen wordt niets gevraagd.
Door niemand, niet door de strijdende fanaten van beide partijen, niet door hun verblinde leiders, niet door de toekijkende wereld. Die ziet een volk, dat zich verplaatst van de ene schuilplaats naar de andere, met door ezels voortgetrokken volbeladen karretjes, door een woestenij van gebombardeerde steden. Die ziet huilende moeders, woedende vaders, verweesde kinderen. Die ziet hongersnood. Die telt de doden. Die is net zo machteloos als de slachtoffers.
Kopje thee drinken
Laten we eerst eens de categorieën op orde brengen voordat we elkaar doodgooien met leuzen waarachter halve waarheden schuilgaan. Laten we eens een kopje thee gaan drinken. Desnoods in een tent. De doden overdenken, voordat we beginnen te praten. Om de woorden van verzoening te vinden. Die óók bestaan. Heus.
Paul Binnerts
Het Leugenlabyrint
ISBN 9789044647266
E-boek 14,99
Aantal pagina’s: 440
Uitgeverij Prometheus
Emile Schrijver, directeur Joods Cultureel Kwartier, over Het leugenlabyrint:
‘In Het leugenlabyrint is “de kennis van nu” aanwezig, maar de hoofdpersonen weten vaker niet dan wél wat te doen. Ze merken hoe gluiperig het kwaad de samenleving binnendringt en gaandeweg hun leven vernietigt: wat hen beangstigt of tot radeloosheid drijft, grijpt de lezer van nu naar de keel.’
cover: Art by Sefira Lightstone
Ja, woorden zijn belangrijk, misschien wel het allerbelangrijkst.
Maar het gebruik van het woord ‘apartheid’ m.b.t. de palestijnse gebieden is onjuist, zoals terecht wordt gesteld.
Het is ook bizar, omdat de politiek van Apartheid een staatsaangelegenheid was; het was een van staatswege, dus geïnstitutionaliseerde
vorm van racisme. Het was een juridische constructie gestoeld op een wettelijk systeem binnen een staat.
De palestijnse gebieden behoren, zoals gezegd, niet tot de staat Israël; het zijn ‘naburige landstreken’ (in feite veroverde en weer afgestane grensgebieden).
N.B. Of antisemitisme “zo oud is als het Oude Testament” valt te bezien.
M.i. is dat niet het geval. Misschien wordt dit woord verward met de term ‘vijandelijkheden’.