In Shemini worden de koosjere soorten landdieren, vogels en vissen opgesomd. Verdere wetten omtrent kasjroet kun je elders in de Tora vinden, zoals het verbod om bloed te consumeren en om bepaalde vetstukken te eten.
Toch wordt nergens duidelijk uitgelegd wat de reden voor de kasjroetwetten is. Sterker nog: het woordje ‘kasjroet’ of ‘koosjer’ zelf is nergens te vinden in de Tora. Het komt maar drie keer voor in de hele Tenach, maar nooit in de betekenis van ‘koosjer eten’. Koosjer betekent slechts ‘geschikt’ of ‘passend’, nu betekent het meestal dat iets oké is om te eten. Maar nu terug naar onze vraag …
Waarom koosjer eten?
Volgens joodse geleerden vallen de spijswetten onder de categorie van ‘choekiem’, oftewel ‘onbegrijpelijke wetten’. Anders gezegd: “Het is omdat het is.” Hiermee wil ik het in dit artikel niet afdoen.
In het Hebreeuws worden redenen voor een gebod ook wel te’amee hamitzwa oftewel ‘smaken’ van een gebod genoemd. Zo werd me vroeger uitgelegd dat sommige geboden misschien ondoorgrondelijk zijn, maar dat het geven van een verklaring smaak kan toevoegen aan het gebod zelf. De joodse geleerden schieten dan ook God te hulp door de onbegrijpelijke spijswetten op zijn minst enigszins begrijpelijke redenen te geven, zodat ze voor ons niet al te ‘smakeloos’ lijken.
Niet-koosjer is voor de ‘doden’
De woorden in onze parasja “Dit zijn de levende wezens die je mag eten” (Wajikra 11:2) zo legt Rasji uit (gebaseerd op de Midrasj) dat ‘levende wezens’ niet slaat op de koosjere dieren die je mag eten. Het slaat volgens hem op de joodse mensen die ‘levenden’ worden genoemd, omdat ze kleven aan de bron van het leven (God).
Hij leest de woorden als “Dit, levende wezens, is wat je mag eten”. Alleen ‘levende wezens’ hebben regels over reine en onreine dieren.
Niet-joden (geen ‘levende wezens’) hebben deze wetten niet.
Parabel
Hij brengt hiertoe de volgende masjal of parabel:
Het kan vergeleken worden met een arts die een zieke gaat bezoeken: iemand die ongeneeslijk is laat hij eten wat hij wil, terwijl hij de herstellende patiënt aanwijzingen geeft over wat hij wel en niet mag eten.
Sefer HaChinoech, anoniem gepubliceerd in het dertiende eeuwse Spanje, voegt eraan toe dat zelfs als het schadelijke karakter van sommige van de verboden voedingsmiddelen onbekend is voor ons of voor de medische wetenschap, de Ware Geneesheer (God), Die ons hierover vermaande, wijzer is.
Helaas word ik hier niet wijzer van!
Scheiding en slechte instincten
Volgens eerdere verklaarders zijn er andere reden voor kasjroet. Volgens het Boek van Tobit is de beweeggrond voor het kasjroet het principe van ‘kedoesja’ of ‘heiligheid’. Hij begrijpt dit als het afgescheiden zijn van andere volkeren en ziet de kasjroetwetten als een verdelingsmuur tussen joden en niet-joden.
Filosoof Philo schreef dat het niet zozeer gaat om het zich afscheiden van andere volkeren, maar dat niet-koosjere dieren gewoon wezens zijn met slechte instincten. Als we ze eten dan worden deze slechte instincten overgedragen op de mensen die ze eten. Copy-paste! Hmmm…
Mystiek en rationalisme
Volgens de kabbalisten zoals Gikatilla, Recanati en Arama moeten we de verklaring in de joodse mystiek zoeken. Niet-koosjer eten leidt volgens hen tot spirituele gevaren. Het kan je lichaam ontwijden, de ziel verontreinigen en zelfs je geest verwarren.
Rabbijn Hirsch schrijft iets soortgelijks in zijn boek Chorew:
Als je ze gegeten hebt…ben je misschien meer gevoed en beter gevoed, maar het dierlijke instinct wordt sterker in je opgewekt en je lichaam wordt stomper als instrument van de geest. Je hart wordt, in plaats van heilig te zijn…naar het dierlijke getrokken – of wordt apathischer en afgestompt. Je geest wordt nu geconfronteerd met een heviger gevecht en is minder toegerust voor de (spirituele) strijd.
Maimonides: Koosjer is gezonder
Haaks tegenover de mystieke uitleg staat Maimonides met zijn rationele filosofie: koosjer eten is gewoon gezonder. Niet-koosjer eten schaadt de gezondheid.
Ik moet eerlijk bekennen dat de mystieke redenen helaas niet kalibreren met mijn sceptische ‘nesjomme’. Ook denk ik niet dat koosjer eten gezonder is dan niet-koosjer eten, vooral niet als ik kijk naar de kidoesj na de dienst in mijn eigen sjoel: de vettige koegel en tsjolent dragen bij tot een omhoogschietend cholesterolgehalte en de vele zoetigheden bespoedigen diabetes.
Terug naar de oorsprong
Komen we voor een wat aannemelijker antwoord terug op het ontbreken van het woordje ‘koosjer’ in de Tora. In de Tora wordt alleen gesproken van een onderscheiding tussen dieren die ‘tamee’ (onrein) zijn en dieren die ‘tahor’ (rein) zijn.
Sommige wetenschappers vermoeden dat de oorsprong van de spijswetten te maken heeft met het rein houden van de Tempel en de kohaniem (priesters). Als onrein wordt vaak gezien dat wat vreemd is, of wat tot walging oproept.
De dieren die verboden waren in de Tora werden vaak niet gegeten in Kanaän en waren daarom vreemd en onrein. Uitzondering hierop was het varken dat in deze omstreken wel gegeten werd. Varkens zijn omnivore aaseters, die vrijwel alles eten wat ze tegenkomen. Ook aas en afval dat afschuw opriep en misschien daarom als onrein werd beschouwd.
Om te voorkomen dat de Tempel of Kohaniem verontreinigd werden door deze onreine dieren, werden in de loop der eeuwen deze spijswetten ook aan de algemene joodse bevolking opgelegd.
Koosjer of joosjer
Deze redenen klinken vergeleken met die van de rabbijnen misschien minder ‘koosjer’, maar wel meer ‘joosjer’ (correct)!
sjabbat sjalom
Geef als eerste een reactie